Ik zag eergisteren zappend iets voorbij komen met, naar ik meen, deze titel…
Ik heb al mijn hele leven meer vragen dan antwoorden. Ik heb de ‘redelijkheid’ al een leven lang hoog maar heb dan ook tegelijk veel vragen en twijfels
Chamberlain wou wel dealen met Hitler, was redelijk…. Churchill niet. We vinden Chamberlain nu laf en Churchill een held, is heldendom onredelijk en redelijkheid als het om redelijkheid tegenover de waanzin gaat uh.. niet?
Wanneer wordt redelijkheid waanzin?
Wie met Baudet samen wil heeft een gaatje in zijn hoofd. Maar Forumleden in Brabant en Limburg zijn Baudet niet en dus is het ‘redelijk’ om op die mensen af te gaan om te zien of je kunt gaan besturen en niet op Baudet. Ik stem PvdA maar wens niet met Asscher vereenzelvigd te worden… of moet je gek zijn om lid te worden van een partij die ondemocratisch wordt geleid door iemand die flirt met holocaust-ontkenners, flirt met neo-fascisten, taal en symboliek gebruikt die in zwang was bij de nazi’s…
Lijd je aan waanzin als je een waanzinnige volgt?
Hoe redelijk is het niet om de voorkeur te geven aan opvang voor vluchtelingen in de regio… En is het dan ook redelijk (of au fond waanzin) om je over te leveren aan een narcistisch despoot als Erdogan ? … en dus ook geen wezen van Lesbos te halen, of is het gezien de onmenselijke omstandigheden waarin die kinderen verkeren waanzin, eigenlijk strafbare waanzin, om daaraan vast te houden?
Is het niet volkomen redelijk om als financieel gedisciplineerd land als Nederland een vergelijkbare discipline te eisen van Zuid Europa of van onze kolonieēn, de ABC-eilanden, of is het waanzin om met dis soort principes de solidariteit in Europa en binnen het koninkrijk in de waagschaal te stellen?
Hoe vaak neig ik er niet toe om het gevoel te hebben dat de grens tussen redelijkheid en waanzin heel dun is? Hoe vaak vraagt redelijkheid niet om een duidelijk en waarschuwend weerwoord? Nooit, of toch wel vaak?
En wat markeert die grens? Het vermogen om de ander als mens te zien?
Wanneer en waarom kan de ander een onmens worden en wordt de term waanzin van toepassing?
Trump, Johnson, Bolsonaro… mannen die graag een grote broek aantrekken, gezien willen worden als sterke leiders… als Corona een wedstrijd inhield over de vraag “wie krijgt het meeste doden achter zijn naam door stoer te doen over de dodelijkheid van Corona”, stonden deze drie in de top 5. Hun beroep op de ernst van de economische consequenties is niet zonder redelijkheid, de gevolgen ervan tonen de waanzin van hun stoerheid aan. Waar ligt de grens?
Wanneer rechtvaardigt dit soort waanzin grote ingrepen? Churchill wou wel.
Categoriearchief: Wisdom
Vreze des heeren
Parole, parole, parole…
“Waar moet ik dan precies bang voor zijn opa?”. De dominee had het steeds gehad over ” de vrees voor de toorn Gods”. Ik wist wat toorn was: een toren, zoals de kerk had. Ik wist niet wat vrees was. Opa was niet mee geweest naar de kerk. “vrees is angst, jongen, bang zijn” had hij uitgelegd. Maar waarom zou ik bang zijn voor God? “Het zijn maar woorden jongen. Bang zijn heeft niet zoveel zin”.
Het kwam steeds vaker terug. In preken, gebeden, psalmen, de bijbellezing van mijn vader voor het eten… Vreze. Iemand die in God gelooft heeft kennelijk redenen te over om bang te zijn.
It’s only words….
Ik ben nog eens gaan zoeken naar frasen en beweringen over ‘Vrees’. Je struikelt erover, de hele bijbel door. Pamfletten van kerken en dominees te over. Ik heb er hier een paar:
“…wat eist de Heere uw God van u dan de Heere uw God te vrezen, in al Zijn wegen te wandelen en Hem lief te hebben en de Heere uw God te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel.”
Op de vraag Wie we moeten vrezen geeft de Schrift zelf antwoord. Het is de Heere die Zijn heerschappij over alles doet gaan….
Een dominee: “Het zijn ook Zijn ogen die op alle mensen gericht zijn. Niemand kan iets voor Hem verbergen, zelfs in het diepst van ons onderbewuste dringen Zijn ogen door, Alles ligt voor Hem open als een opengeslagen boek.
De naam HEERE duidt ook aan dat Hij Zich doet kennen als de God des verbonds, Die Zijn rechtvaardigheid èn liefde openbaart in de Heere Jezus Christus, de Zaligmaker van Zijn Gemeente. Die God moeten we vrezen. Dat is de boodschap van het Oude-en Nieuwe Testament.” en
“Hij is die God Die vreselijk is, de Heilige, in Wiens handen het vreselijk is te vallen”.
“Maar ook die God., Die in Christus verlost en zalig maakt. Die ook enkel liefde is en daarom Zijn eniggeboren Zoon zond in de wereld, opdat ieder die in Hem gelooft behouden zou worden. Wie zó Zijn liefde kent, als een heilige, rechtvaardige liefde, vreest de Heere”.
“Deze vreze des Heeren is het beginsel der wetenschap”.
Er wordt wat gesidderd in de bijbel, gebogen….
Kennelijk is God tegelijk liefde en de grote angstaanjagendheid zelve…. Vergeeft hij en is zijn wraak vreselijk tegelijkertijd.
Het heeft even geduurd voor ik de ‘toorn’ begreep, de wraak, de straf.
En veel talent voor angst had ik niet, als jochie. Ik begreep dat ik torens moest mijden, maar dat misverstand vervloog ook in onbevreesde wetenschap. Waar dat toe leidde was een soort twijfel, deugde ik wel? Zou ik niet verdoemd worden omdat ik niet bang kon zijn? Was dat ‘vreze’? Vast niet het soort waar de Bijbel mee vol stond. Ik begon bang te worden dat ik verstoten zou worden omdat ik iets dat kennelijk zo belangrijk was voor gelovigen niet alleen niet kon begrijpen, maar ook onzin vond voor zover ik het wel begreep. Ik geloof niet dat ik er erg onder gebukt ging. Zo ergens rond de overgang naar de HBS heb ik het los gelaten 11 was ik, of net 12 misschien. Wat overbleef was grote verwondering waarom al die volwassen mensen zich braaf zondag na zondag lieten bang maken en volgieten met de vreze voor de HEERE.
Als ik nou een ding niet wou, was het dus geloven in een God waarvoor ik bang moest zijn. Vreze…. “De meeste mensen zijn braaf en gehoorzaam uit angst jongen…”. Opa weer. Ik wist het al. “En mensen die bang zijn doen domme dingen. Oorlog bijvoorbeeld. Onschuldige mensen vergassen….”.
Waarom denk ik hier nu weer aan?
De moeder van Maarten t Hart? vast…
De strijd tussen de synodalen, de bonders, de gewone hervormden en de evangelisten op de Zuidhollandse eilanden van Jan Brokken’s jeugd? Vast. Die boeken las ik pas.
is het de semi-fascistische onzin die ik Baudet en zijn volgelingen hoor uitslaan, Wilders, met zijn angst voor moslims? Vast. Angst en woede heersen in een deel van de wereld immers
Ik had die nuchtere opa. Die trouwens ook van die eilanden kwam. Sinds mijn elfde was ik door hem niet meer zo bevattelijk, geloofde ik dominees niet meer, vond ik de bijbel een boek vol tegenspraak….
Sindsdien geloofde ik in onbegrijpelijkheid en verwondering. In wat ik niet kon weten en begrijpen. Ik heb de angst wel leren kennen. Angst voor mensen en hun domheid, ja….. Vreeze voor een heere, nee.
Spiritualiteit — Niets
Els deed de deur open met een kat op haar arm. De Jehovagetuige op de stoep opende met ongeveer de volgende zin: “U houdt natuurlijk erg van uw kat en U denkt vast dat hij ook in de hemel komt. Nee. U misschien wel, als U de ware Jezus gaat volgen misschien”.
Later toen ik kippensoep stond klaar te maken realiseerde ik me dat ik over die kip/haan niet dacht in termen van, waar komt hij vandaan, waar gaat hij na de dood naartoe en wat betekent dat voor zijn leven? Kennelijk is het “logisch” om in zijn algemeenheid over de dood te denken als over een soort “niets”. Alleen over het eigen leven lukt dat niet.
Volgens mij is spiritualiteit de moed om de confrontatie aan te gaan met dat “niets”.
Zitten we voor onze geboorte in een of andere tussenvorm te wachten tot de tijd en onze gepredestineerde ouders zover zijn om ons te ontvangen? Of ontstaan we pas als de deling van de bevruchte eicel tot stand komt en is er daarvoor… niets….
Gaan we na de dood naar hemel of hel of een paradijs met maagden, worden verenigd met onze gestorven geliefden, is er een vagevuur, een tussenvorm, een parallel universum waar we voortleven, worden we beschermengelen van de nog levende geliefden, of is er …. niets… wat herinneringen van dierbaren, maar verder… niets…
Wat betekenen we zolang we leven? Hebben we een opdracht, karma? Moeten we als luiaards tot de mier gaan? Moeten we onze weg volgen en verantwoordelijkheid nemen? Of moeten we tot de mier gaan, wij ijdeltuiten, om te leren dat het individu niet telt in het leven van het volk? We zijn wat zo lang we er zijn maar we betekenen …. niets….
Zijn we God’s magnum opus, de top van de schepping, de rentmeester van God’s schepping? Of leven we als product van een toevallige evolutie op een onbeduidend planeetje dat rond een onbetekenend sterretje draait in een zonnestelseltje in een uithoek van het heelal en stellen we …. niets ….of daarom juist veel….. voor in het licht van en als kinderen van dat universum? Who do we think we are?
Ergens, zo rond het amfibie en het reptiel in de evolutie, is er iets ontstaan in het brein waar sturende informatie ligt opgeslagen over de relatie tussen het individu en zijn omgeving. Hoe groot we zijn en hoe snel, hoe ver we kunnen gooien en springen om een prooi te vangen. Wat groter en gevaarlijk is. Het is voor 99% onbewust, zowel de info als het gebruik ervan. Daardoor zien we de omgeving altijd in relatie tot onszelf en andersom. We kunnen ons niet wegdenken uit het verschijnsel “omgeving”. We zijn genetisch gebouwd om onszelf niet weg te kunnen denken. Als we ergens naar toe gaan komen we ergens vandaan en als we ergens vertrekken gaan we ergens naartoe. Dat “niets” dat zo logisch is als het gaat over het spirituele leven van dieren is niet te bevatten als het over onszelf gaat en voor erg veel mensen zelfs behoorlijk beangstigend. Ik blijf dat een mooie paradox vinden: wat we als het meest logisch zouden moeten zien, kunnen we niet denken en maakt ons bang. En we vinden dus voortdurend geloven uit om die angst weg te nemen en ons voortbestaan na de dood en de zin van het leven voor de dood te garanderen. In die zin is geloven het einde van de spiritualiteit zoals ik dat zie: je gaat de confrontatie met dat overweldigende, onvatbare niets uit de weg. Veel mensen die dichter bij de dood komen kunnen die confrontatie niet echt meer omzeilen en gaan twijfelen, voelen angsten, stellen zichzelf vragend gerust. Wat ik vreemd vind is dat de vertegenwoordigers van “het geloof”, welk dan ook, vaak juist bij dat soort momenten aanwezig zijn, maar tegen de mensen om de oude stervende mens heen de geruststelling blijven brengen. De twijfel weghouden, de angst niet duiden, de nabestaanden niet helpen om hun eigen spirituele pad te gaan.
Veel mensen geloven niet meer en dat zou in mijn definitie van spiritualiteit grote kansen moeten scheppen voor een spiritueel leven. Maar, slechts weinig mensen nemen de tijd en de gelegenheid om zich met zichzelf te confronteren, laat staan met het niets. We zijn verknoopt met telefoon en tablet, zoeken voortdurend prikkels en erkenning…. Ik had de zee nodig, en later de Grand Canyon, en nog later de mededeling dat ik kanker had, al ben ik daar nu van gerepareerd. Om tijd te kunnen nemen, om nietig, nietsig, niets te kunnen worden. Om dat centrumpje in de hersenen waarin we onszelf altijd in onze omgeving zien te ontregelen en “open” te kunnen raken. En toch lukt dat nooit. Ik kom alleen af en toe in de buurt. En dan is er altijd zowel een soort drijvend zwelgen in een besef van eenheid met alles (we zijn dan in mijn visioen een soort tijd- en plaatsgebonden manifestatie van het universum en dat voel ik dan ook zo, en dat is “verre van Niets” maar juist bijna alles) als een pijnlijke leegte rond het middenrif waarin klinkt dat het allemaal voor niets was, niets heeft voorgesteld… Een soort pijn die vergelijkbaar is met wat je voelt als er pijn uit je jeugd langs komt, de zich herhalende onoplosbaarheden en oneerlijke momenten die zich ergens verankerd hebben. Ook dat is trouwens de moeite waard om af en toe bij stil te staan. Want die pijn kleurt later de liefde die je geeft en krijgt. Later meer….