In september 1963 vertrok ik naar Amsterdam. 17 was ik, kersverse student wis- en natuurkunde. Ik werd kaalgeschoren en ontgroend. Tijdens de ontgroening werd veel door ons, kaalkoppen, gezongen. Dat gebeurde onder leiding van ene Willem van Kooten die later Joost den Draaijer zou gaan heten en onder begeleiding van ene Bernard Winsemius, broer van de latere minister en zelf koordirigent, later.. We zongen van alles. Stukken van Wagner, traditionele studentenliederen als Io Vivat, maar ook deze: een tophit….
Mijn kamer aan de Scheldestraat was gemeubileerd. Er hoefde dus niet verhuisd te worden. Een paar keer met een koffer met beddengoed en kleren. Een keer apart met het bandrecordertje en ik was over. Er was geen muziek de eerste maanden, behalve dat wat ik eerder had opgenomen. Ik raakte bevriend met Wim, die gitaar speelde en het mij een beetje leerde. Ging op de sociëteit achter de bar werken en op de feesten daar klonk de muziek die ook mijn eindexamenfeesten had opgevrolijkt. Er kwam de eerste maanden niets nieuws bij. Dat begon een beetje te komen in 1964.
1964
Het leek wel het jaar van the Beatles. Ze scoorden een hele rij hits dat jaar. Bijvoorbeeld, I Want To Hold Your Hand, A Hard Days Night, She Loves You, Love Me Do, Please Please Me, Twist And Shout, Can’t Buy Me Love…. allemaal 1964. Het werd gedraaid op feestjes op de sociëteit, Wim speelde ze op zijn gitaar en gaf me een bandje waar ze opstonden. Ik kocht een gitaar van helemaal 25 gulden en leerde ze ook. Niet dat ik er echt weg van was, maar het was tenminste muzikale voeding. Deze leerde ik het eerste mee spelen met akkoorden op die rammelende lesgitaar.
Roy Orbison had twee hits dat jaar, Petty Woman en It’s Over. The Beach Boys Got Around, Barbara Streisand zong People, The Supremes hadden last van Baby Love, allemaal zonder dat ik het merkte. Dat duurde nog een tijdje. Op de Drifters met Under The Boardwalk werd wel gedanst…..
Er was een nummer waar ik als beginnend gitarist behoorlijk de tanden in moest zetten, vanwege het nogal afwijkende akkoordenpatroon, we deden het op het gehoor, geen bladmuziek of iets van dien aard. Wim leerde het me uiteindelijk. Het was een grote hit en we vonden het allebei inspirerend. The Animals met The House Of The Rising Sun.
In augustus werd ik door een niet oplettend heer van mijn brommer gereden en belandde ik met een scheurtje in mijn schedel 6 weken in het ziekenhuis. Toen ik de draad weer wilde oppakken in Amsterdam ging het mis. Ik kreeg hoofdpijn van college lopen en kon me niet concentreren. Al eerder had zich de vraag voorgedaan of ik wel echt talent had voor wis- en natuurkunde want er waren onderdelen waar ik erg veel moeite mee had. Er was maar een zekerheid toen, na het ongeluk: Nee dat talent had ik niet. Op de vraag ‘wat wel’ had ik toen geen begin van een antwoord. Op dat moment hadden The Stones een hit met de voor mij erg toepasselijke titel It’s All Over Now
1965
Als lid van een studentenvereniging krijg je altijd wel ergens hulp vandaan als men in de gaten krijgt dat er iets aan de hand is. Via dispuutsgenoten kreeg ik allerlei voorlichting en boeiende literatuur en raakte zo al snel in de ban van sociologie. Daar kreeg ik ook geen hoofdpijn van. In februari mocht ik van de VU overstappen en in maart begon de inhaalrace om in de resterende vijf maanden van dat jaar mijn propedeuse te halen. Wat ook lukte. Intussen vonden mijn ouders het maar een rare sprong in het duister. Hiermee kon je niet zomaar wiskundeleraar worden of zo. Rond de overstap was er een toepasselijke hit: Cast Your Fate To The Wind. Op zich niet bijzonder, maar die titel….
In september zou ik vanwege geldgebrek mijn lidmaatschap van de studentenvereniging opzeggen. In de tussentijd hebben we op feesten toch wel redelijk stompzinnig (voor de toekomstige intelligentsia) een hit staan meeblèren waar ook nog een Nederlandse persiflage van bestond als ik het me goed herinner: Wooly Bully van Sam the Sham
En daar waren ook plotseling the Stones met hun wereldhit, eveneens graag gehoord op feesten:
Intussen waren er ook ineens Sonny en Cher met I Got You Babe, was ineens Tom Jones niet meer Unusual en hadden the Fortunes zo hun eigen Troubles. En weer was er een hit van Dylan door anderen, nu niet Peter, Paul and Mary, maar the Byrds met Mr Tambourine Man. Maar met Like A Rolling Stone scoorde hij nu zelf ook
Deze opname is van het beroemde concert in Newcastle waar hij zou worden uitgejouwd vanwege zijn electrische gitaar en de electrische begeleiding door wat later The Band werd.
1966
Ik schat wel eens in dat bij ons de “roerige 60er jaren” begonnen eind 1965, begin 1966. In de VS was er al wat langer van alles aan het broeien. Kennedy, de president van de hoop voor velen, was in 1963 vermoord. In 1963 was er de mars naar Washington met de beroemde speech van Martin Luther King en waren er al eerder rassenrellen (63/64) en grote onlusten op de universiteit in New York met de Free Speech Movement. Wij hadden de krakers bij “Het Huwelijk” en Hans van Mierlo bouwde met zijn vrienden D’66, toen nog met de apostrof in de naam. De voor mij eerste “hippie-muziek” kwam van the Mamas and the Papas met in dat jaar California Dreamin’ en Monday Monday
Frank Sinatra bleek opeens een dochter te hebben die ondanks dat haar Boots Were Made For Walking, niet in zijn voetsporen kon raken. Percy Sledge verbaasde zich over wat er allemaal kon gebeuren When A Man Loves A Woman en ik ontdekte Simon en Garfunkel, met Homeward Bound en The Sound Of Silence. Maar, het gemoed was toen wat verward door wat anders, sinds 1965 had ik wat met het meisje dat ik op mijn 14e al op het oog had en met wie ik nu nog steeds mijn leven deel. Er waren twee hits die dat voor mij sterker uitbeeldden dan andere: His Bobness met I Want You en waarschijnlijk het mooiste dat the Beach Boys ooit hebben geproduceerd: God Only Knows
Maar in dat jaar gebeurde het ook dat ik voor het eerst ontroerd raakte door Bach, de componist die mijn jeugd had geteisterd. Gewoon door een studiegenoot die klassieke gitaar speelde. Prachtig
1967
Er was Jefferson Airplane met Somebody To Love en plotseling ook Stevie Wonder met I was Made For Loving Her. Maar vooral Aretha Franklin met Respect
I had a blue-eyed girl, maar Van Morrison zijn Brown Eyed Girl
Procol Harum bevestigde mijn herontdekking van Bach
Maar mijn studievriend Jelle, met een pick-up op zijn kamer en een goeie geluidsinstallatie besmette me met zijn liefde voor Mozart. Hij had er een hele rij LP’s van, maar het Requiem blies me om toen. Een fragment, maar wel een van de mooiste….
1968
In dat jaar begon er van alles te broeien in mijn studie-omgeving, maar kreeg ik daar ook steeds minder van mee. Ik was nog een keer met Jelle mee geweest naar een vergadering van de studentenvakbond, maar ik moest stage lopen en aan een scriptie beginnen. Ik liep nauwelijks nog college en wandelde een andere wereld in. Ik kreeg een keer een lift van een organisatie-adviseur die over zijn werk vertelde en een week later liep ik binnen bij zijn Bosboom en Hegener om te vragen of ik daar mijn stage kon doen. En dat kon. Vanaf dat moment beschreef Otis Redding het beste mijn verhouding tot de roerige werkelijkheid die op het punt stond zich te ontvouwen: Sitting On The Dock Of The Bay, watching the tide
Wie naar San Francisco wou, moest bloemen in zijn haar dragen. We zaten nu echt in de tijd van de hippies en van Bram uit de commune met de verkeerde ketting.
Ik begon the Beatles nu steeds meer te appreciëren. Hey Jude bijvoorbeeld
Steppenwolf probeerde te bewijzen dat hij Born To Be Wild was en Mary Hopkin moest niets van de moderne dingen hebben met Those Were The Days, maar mij overkwam iets anders. Ik mocht meedraaien in een groot project ter vernieuwing van de PTT die toen veel te veel in zichzelf gekeerd was en niet van klanten uitging. Meestal deden we het werk in Amsterdam, maar soms gingen we naar den Haag en dan reed ik mee met mijn stagebegeleider. En die was gek op Miles Davis. Ik was samen met hem soms helemaal stil als hij Kind Of Blue draaide in de auto en dan vooral Blue in Green. Na L’Ascenseur pour L’Échafaud op mijn 14e nu bijna 10 jaar later…
1969
Wat er broeide kwam eind 1968/begin 1969 naar buiten. Parijs, Brussel, het Maagdenhuis: Studentenopstanden. Er ontstonden in de sociologiefaculteit heftige discussies met de hoogleraren over wie het curriculum en de studielast mocht sturen, de professor of de student. Ik was intussen bezig te ontdekken dat je met al die theorie, met de vraag of het de Frankfurter Schule moest worden of niet, in de grote boze buitenwereld niet zo erg opschiet en te ontdekken dat een door academici gedisciplineerd gezond verstand meer opleverde. Ik vond mijn medestudenten belachelijk arrogante betwetertjes die opstandige tijdgenoten nawauwelden. De gecombineerde disciplinering van hoogleraren, consultants en trainers die ik toen meemaakte vond ik erg louterend
In de muziek werd het nu ook spannend. We kwamen nu plotseling in het Aquarius-tijdperk.
Maar ook was er plotseling Neil Diamond met Sweet Caroline en bekende Johnny Cash dat hij eigenlijk Sue heette. Dylan had de hit Lay Lady Lay, maar er was vooral Woodstock die zomer. Het meeste kreeg ik pas in de loop van de maanden erna tot ver in 1970 mee. Maar Ik was als bekommerde pacifist erg blij met de pro-peace en anti-war-stroom die er was. Bijvoorbeeld Country Joe & The Fish
Maar ook natuurlijk Joe Cocker, Joan Baez en the Band. Joan’s echtgenoot zat in de gevangenis wegens dienstweigering en Joan zong daar ook over, over iemand die in de bak zit omdat hij weigert te doden. Maar any day now, any way now, we shall be released…
1970
Dankzij de stagevergoedingen en daarna, met 7 maanden verlenging het salaris van Boisboom en Hegener en ook het salaris van Els kwam er wat lucht en kochten we spullen en muziek. The Bridge Over Troubled Water was een van de eerste LP’s die we samen kochten
Maar sterker nog, op 25 maart trouwden we. Op dat moment had Elsje de Wijn een hit die mijn collega-consultants plagend voor me zongen toen ik zei dat ik zou gaan trouwen: dat zou mijn lot worden in een huwelijk:
Vriendin Melanie had Lay Down met the Edwin Hawkin Singers, ook leuk, bij Willem O Duijs…
Nederland had een wereldhit met Venus van Shocking Blue, The Creedence Clearwater Revival vroeg zich af wie The Rain Wou Stoppen, Santana bekende dat hij Evil Ways had, Joe Cocker had The Letter en ik probeerde langzaam te wennen aan een groepje mannen waar ik nu nog met enige regelmaat naar luister Crosby, Stills, Nash & Young. Op Woodstock was Neil Young zo stoned als een garnaal maar in 1970- hadden ze een hit met Woodstock, zonder Neil dan….
1971
Eind februari 1971 slaagde ik voor het doctoraal examen. Ik had twee scripties geschreven, een over het effect van trainingen en een over de vraag wat voor vaardigheden het LBO en MBO vooral zijn leerlingen zou moeten bijbrengen. Achteraf veranderde de muziek in dat jaar weer. Er was plotseling die lieve jongen van John Denver, veel op radio en tv, en ja ik vond Country Roads leuk
Ike en Tina Turner hadden Proud Mary, en ja de verslaafde Janis Joplin zong over Me And My Bobby McGee. Maar als je nou kijkt naar de twee grote hits uit de maand rond afstuderen en mijn eerste baan die eind april zou starten in Enschede, valt iets op, schlagers en ook de terugkeer van (?) infantiele liedjes: Du van Peter Maffay bijvoorbeeld, en dit brrrr: Middle Of The Road met Chirpy, Chirpy, Cheep, Cheep
Geen wonder dat ik langzaam naar vooral klassieke muziek begon te schuiven, mede door Els die daarvan meer had en hield dan ik toen. Via Beethoven en zo, naar Fantasia Para Un Gentilhombre bijvoorbeeld. Het werd immers tijd om in te burgeren en een heer van stand te worden? Dan mag er ook wel een wat langer filmpje.