Tekst en muziek van de lezing op 12 oktober 2019 in de serie Luisterrijk van de Muziekbank
1. START EN OVERZICHT
Dit schreef hij op zijn 13e na twee jaar piano- en compositieles
Om met Dik Trom te spreken: het was een bijzonder kind en dat is ie
ik ga vier kanten ervan behandelen:
-Geniaal/gek? Of allebei? Of kind van zijn verwarrende tijd?
-uitzonderlijke soorten begaafdheid: muzikaal, synesthesie, mysticus
-muziekvernieuwer
-rust er een vloek op wat zijn laatste werk moest worden?
2. JEUGD EN WERK
Hij is geboren met Kerst 1871 (onze jaartelling jan 1872) en leefde tot april 1915
Werk:
Ruwweg drie perioden
1.1885–1903 begint als chopin/romantiek steeds hoekiger
2.1903-1907 reis door Europa, overgangsperiode naar mystiek en atonaal
3.1907-1914 mystiek, experimenten, atonaal, depressies, angsten
Ik leerde hem kennen door Buurman Udo die met zijn rechterhand op de rug piano zat te spelen en even later de tiende sonate draaide (komen beide zo). En ik vond niet direct alles mooi, maar werd wel gebiologeerd door deze man. Er zijn weinig componisten die in de loop van hun (korte) leven zo van toon en kleur zijn veranderd. Ik wil vandaag proberen een beetje onder zijn huid, de huid van het bijzondere kind, te kruipen en zo verduidelijken wat zijn ontwikkeling is geweest
Wie is Skrjabin: Volgens recensie van Ilja Nieuwland
“Muziek schrijven is niet iedereen gegeven, en de geschiedenis heeft uitgewezen dat het ook niet bijster gezond is. Veel componisten stierven een vroege dood, gekweld door onbegrip, honger en syfilis. Anderen moesten de kwellingen van het beroep bekopen met hun geestelijke gezondheid. Voorbeelden te over: van Hans Rott, die dacht dat Brahms een bom in zijn trein had gelegd, tot Bedrich Smetana, die meende dat de wereld ondersteboven was gezet en daarom zijn laatste dagen in handstand doorbracht.
Maar zelfs de muziekgeschiedenis heeft weinig mafkezen gekend van het gehalte van Alexander Scriabin. En het begon allemaal zo mooi. Scriabin (in Nederland meestal gespeld als ‘Skrjabin’) was een muzikaal wonderkind dat voor mevrouwen in salons al op jonge leeftijd virtuoos de avond volpingelde. Dat met die mevrouwen bleef ook toen hij als later als virtuoos Europa rondreisde, meestal met eigen werken in een soort Chopin-achtige stijl”. (En minder scrupuleus kennelijk dan Boudewijn de Groot)
Andere Recencies
Skrjabin schiep daarmee (met zijn latere “atonale” werk) een eigen wereld, maar wie zich in zijn muziek zelf serieus verdiept, ontdekt al snel dat het bepaald niet de wereld van een gek was.
Nee, gek was Skrjabin beslist niet. Anders kun je zo niet componeren, want ieder werk van zijn hand getuigt niet alleen van ver reikende creatieve vergezichten, maar ook van een volmaakte vormgeving, zowel in detail als binnen het geheel. Zijn werk getuigt van grote precisie.
Hij componeerde door een thema uit te schrijven (12 maten bijv.) dan een bepaald keer 12 maten blanco dan een nieuw thema en dan weer blanco maten. Hij mat als een landmeter de contouren uit voor zijn bouwwerken en nummerde en telde de maten als een boekhouder. Een werk moest “rond” zijn, een geheel, in balans, Als hij die contour af had, begon de invulling pas van de lege maten
Op de vraag naar zijn mafheid komen we aan het einde terug. Voor mensen die niets met mystiek, met spiritualiteit hebben werd hij gek ja. Voor veel anderen niet
3. PLAATS EN TIJD
De Europese en Russische verwarring rond de eeuwwisseling
Ontwikkeling in Beeldende kunst: bijvoorbeeld Malevich en Kandisky liepen 10 jaar voor op Mondriaan in een zeer vergelijkbare ontwikkeling
Malevich: 1909 en 1915:
Kandinsky: 1903 en 1913:
Piet Mondriaan: 1911 en 1925:
Deze schilders (Mondriaan, Malevich en Kandisky hebben alle drie gemeen dat op zoek waren naar de essentie van vorm en kleur in de natuur. Mondriaan en Kandinsky daarbij ook geïnspireerd door de theosofie, net als Skrjabin.
Skrjabin werd geboren ( jan 1872 volgens onze jaartelling) in hetzelfde jaar als mijn opa van vaderskant. Met mijn andere opa heb ik veel gepraat over die tijd rond de vorige eeuwwisseling. “Het was een verwarrende tijd jongen: alles waar mijn ouders en onderwijzers in geloofden of dachten te weten ging op de kop. Het draaide allemaal niet meer om de aarde en de mens. De bijbel bleek niet “waar”. De kleine man kreeg ineens een stem….”
Skrjabin in zijn Russische context van de vorige eeuwwisseling. Motto: niets komt plotseling, zelfs atonale muziek niet. Alles heeft voorboden, aankondigingen, pioniers en niets komt alleen. Bijvoorbeeld de gebroedersKaramasov uit 1880. Worsteling met geloof, waar haalt de mens moreel besef vandaan als het niet uit de bijbel is? individualisme, socialisme, groter worden van de wereld voor mensen. Het is soms bijna modern.
4. DE JONGE SKRJABIN
Maar goed, terug naar de jonge Skrjabin
Hij gaat naar het conservatorium voor piano en compositie. Klasgenoot van Rachmaninov. (Die eigenlijk zijn hele leven de muziekstijl is trouw gebleven die hij aan het eind van de 19e eeuw leerde). Competitie tussen die 2 over wie de beste pianist is. Door relatief laat les krijgen misschien en misschien iets leesblindachtigs: hij leest slecht bladmuziek. Moet zich alles moeizaam eigen maken, uit het hoofd leren. Als componist is hij zo eigenwijs dat hij in compositie geen examen mag doen. Hij studeert alleen op piano af, maar heeft zo fanatiek getraind dat hij geblesseerd raakt aan zijn rechterhand. In zijn vroege composities is dat te merken aan prominente rol van de linkerhand en zelfs een aantal stukken die alleen voor links zijn geschreven. Hij treedt ook voornamelijk op met eigen werk dus hij moest wel voor zover hij de kost moest verdienen.
En er zijn de Pasternakjes. Buurjongen Boris die gebiologeerd luistert naar het spel, ook naar conservatorium gaat voor piano en compositie, maar uiteindelijk bijna zijn hele leven verder wijdt aan een doktersromannetje waar ie dan wel de nobelprijs voor de litt voor kreeg
5. DE OVERGANGSTIJD
Als hij 31 is begint een rondreis van een paar jaar door Europa en voornamelijk Frankrijk, Duitsland, Italië en Zwitserland. Hij ontdekt Nietzsche (Zarathustra, de Übermensch), ontdekt de Theosofie (madame Blavatsky), hoort hij Fransen en zelfs Wagner wat wegdrijven van de tonaliteit en raakt bevangen van een mystieke koorts. Nietzsche meende dat de mens op weg was naar een hogere vorm van bestaan, zonder elkaar en de wereld uit te buiten. Die hogere vorm noemde hij de Übermensch en dat is dus wat anders dan de Nazi-edelgermaan waarmee we dat woord zijn gaan associëren. Theosofie beweert dat er “onder alle religies” een soort basisprincipes liggen (“De wijsheid van God”) waaruit al die verschillende religies voortkomen. Als we als mensheid die fundamentelere Wijsheid van God leren herkennen raken we op een beter pad naar een betere wereld. Kombineer die twee en je komt in de buurt van zijn mystieke koorts. In deze periode praat en leest hij veel en ontwikkelt langzaam zijn eigen filosofie. Metafoor: we hebben met Nietzsche en de Theosofie een beeld van wat hij zocht: een kamer en een deur… een idee van wat zich achter die deur bevindt. Nu de sleutel nog….
Hij is dan als componist weinig productief. Geeft veel concerten en ontmoet (oude en nieuwe) vrienden.
5A: Synesthesie
Synesthesie: Gekoppelde zintuiglijke waarnemingen. Hier toonsoort en kleur.
De eerste aantekeningen over Synesthesie dateren ook uit die overgangstijd In Parijs
Samen met Rimski Korsakov palaverend over de kleur van de toonsoort D (Goudkleurig K of cadmiumgeel S). Rachmaninov zat erbij en geloofde het niet, omdat de discussie ontstond over een van zijn composities en hij niets met die kleuren had.
Het gaat later zo ver (rond zijn poeme du Feu (komt straks) dat hij een “kleurenorgel ontwerpt en laat maken dat zijn kleurenbeelden moet tonen aan het publiek terwijl de muziek wordt gespeeld. Het staat nu in zijn oude huis in Moskou dat nu Skrjabin-museum is.
6. DE LAATSTE 7 JAAR
Zoals veel beeldende kunstenaars rond deze eeuwwisseling “hun eigen weg” vonden uit het “keurslijf” van figuratief naar abstract, van lijkend detail naar essentie, zochten veel musici in deze tijd de weg van tonaliteit naar atonaal, van “mooi en vertrouwd”, naar “spannend en verrassend”. Maar hier ligt ook het eerste spoor naar de sleutel: kijken naar een schilderij, laat in je hersenen twee soorten activiteit ontstaan: a. Van twee naar drie dimensies en B: herkenning en duiding. Dat is tot op zekere hoogte ook scheppen. Maar toen schilders dingen begonnen te suggereren nam het aandeel van de kijker in het scheppingsproces toe. Neem de boom van Mondriaan. Er ontstaan twee verwerkingen van de suggestie, namelijk je maakt een boom en tegelijkertijd misschien je zoekt naar de essentie van jouw “beeld van een boom”. Bij abstracte kunst neemt het aandeel van de kijker in het scheppingsproces nog meer toe. je zou kunnen zeggen dat in die tijd het besef ontstaat, dat “kunst in de toeschouwer/luisteraar scheppende kracht laat ontstaan”. Ieder zijn eigen….
datzelfde geldt waarschijnlijk ook voor muziek die niet automatisch refereert aan oude verwachtingen en patronen …..
Wat is dat keurslijf dan in de muziek?
Tonale muziek voor dummies door een dummy:
– Vaste toonladder, vaste maatsoort
– Laatste noot melodie is in de grondtoon. Laatste akkoord het akkoord van de grondtoon (oplossen)
– Het tertsenakkoord
– Tonica subdominant en dominant als akkoordenreeks, waarbij het dominantseptiemakkoord het oplossen naar de grondtoon aankondigde
Componisten willen dingen maken die nog nooit zijn gehoord. Ze willen verrassen, of zoeken naar spanning, …. niet alleen naar melodielijnen en thema’s die nieuw zijn en verrassen, maar zoeken steeds vaker in de afspraken die daaronder liggen. In structuren en gewoonten. Hoe bouw je spanning op, maak je nieuwsgierig, hoe los je die spanning weer op? Moet je die wel oplossen?
Dat is een keurslijf waar veel componisten aan morrelen
– De toonladder (uiteindelijk Schōnberg) maar ook wisselen met grote en kleine terts
– Meerdere maatsoorten en toonsoorten in een stuk (beethoven en mozart)
– Meerdere melodielijnen, meerdere thema’s in een stuk
– Uitstellen van het uitstellen van het oplossen (Beethoven tot opper eindbreier Wagner)
– Complexere accoordenreeksen
– Fusion (Ravel en andere Fransen door import uit andere culturen) Vogelgeluiden Messiaen
Skrjabin heeft o.a. gekozen voor
– andere soorten akkoorden (deden Liszt en Debussy ook) : Niet op tertsen gebouwd maar op kwarten (mystiek akkoord C-Fis-Bes-E-A-D) Poeme du Feu. Een erg open akkoord dat alle kanten op kan bij het oplossen van de dissonanten
– vervagen onderscheid melodie en begeleiding
– trillers op vreemde plekken en andere toonsoorten zie laatste sonata opus 70)
En hij gaat steeds meer “groot” schrijven. Niet meer alleen pianosolo, maar voor orkest, koor, orgel en piano om meer kleurenrijkdom te kunnen organiseren.
Poeme du Feu gaat over de mythe van Prometheus, de halfgod die eerst de mens schiep als rechtop lopend dier (vgl paradijs) het vuur van de Olympus haalde en naar de mens bracht, de mens die zo ontdekte wat scheppen was, de extase van scheppen ontdekte en zo een grote stap voorwaarts in zijn ontwikkeling zette (vgl boom der kennis) en vervolgens kreeg Promotheus straf (vgl niet de slang maar de mens uit het paradijs verjaagd). Dit combinerende met het spoor van de Ubermensch en de theosofie werd de spanning steeds groter. De piano in het stuk speelt de rol van de scheppende mens, het individu in de orkaan van koor, orkest en orgel. Bij de premiere speelde hij zelf de pianopartij: Hebben we hier de sleutel? Skrjabin als de tweede brenger van het vuur?
is dit dan wel de sleutel? De vuurbrenger die het volk leert scheppen en zo laat door-evolueren?
7. “MEGALOMANIE (?)” NOOIT GESCHREVEN EN NOOIT GEHOORD
Citaten van de mysticus
Citaat uit dagboek en Groene
‘IK MAAK MIJN geschiedenis, de geschiedenis van de wereld, de geschiedenis van het universum. Ik ben, en buiten mij bestaat niets. Ik ben niets, ik ben alles, ik ben de enige en in mij verenigt zich de verscheidenheid’, noteerde de Russische pianist/componist Alexander Skrjabin in zijn dagboek. ‘Ik wil leven. Ik ben het vibrerende leven, ik ben het verlangen, ik ben de droom. Totdat ik mijzelf verlies, totdat ik verga. Ik ben vuur, ik ben chaos.’dit is niet de zin van een gek, maar van iemand die een eenheidservaring heeft. Vgl de uitspraak “ik ben de weg van een boeddhistische monnik na een meditatie
… hij is de geschiedenis ingegaan als een excentriekeling. Terecht. Heen en weer geslingerd tussen een alles verterend minderwaardigheidsgevoel en de opperste grootheidswaanzin, klampte hij zich vast aan zelfgefabriceerde levensfilosofieen die een mengelmoesje van samengeharkte denkbeelden vormden.
Ander citaat uit groene en dagboek
Het centrale thema in Skrjabins eigen denken was zijn visioen van eenheid, een Goddelijke Eenheid Dit idee bouwde hij uit tot een grootse theorie over het heelal en de geschiedenis, waarin voor hemzelf een belangrijke taak was weggelegd. Een vreemde mengeling van nihilisme en idealisme deed hem geloven in een allesvernietigende apocalyps, waarna de wereld op een hoger niveau de draad weer zou oppakken. Dit moment van vernietiging zou de uiteindelijke extase betekenen, waar alle handelen op gericht moet zijn. ‘De aard van het leven is het streven naar iets anders, iets nieuws. Werkzaamheid betekent opbloei van het leven. Bloei gaat op zijn hoogtepunt over in extase. Het absolute zijn is extase.’ Aldus de componist in zijn toelichting op zijn orkestwerk Poeme de l’extase. (idem Boulez en CSO + Ugorski piano)
Hij krijgt angsten en wanen: Waarschijnlijk was hij bang dat hij wat hij als zijn opdracht voelde, namelijk bijdragen aan het naar een hoger plan brengen van de mensheid, niet aankon. Zijn stuk Vers La Flamme voor piano schreef hij, terugkomend uit een psychose. Vers La Flamme, de reis naar het licht, van de mist naar het licht. Prometheus weer, de lichtbrenger, maar ook een spiegel van zijn eigen leven, uit de mist na de angsten terug naar het licht….
Het is de vraag of je die opdracht grootheidswaan moet noemen. Het ging hem niet om zijn ego, maar om de mensheid. Bij Wagner (de Ring) misschien ook Stockhausen, Mahler met zijn symfonie voor 1.000 heb ik dat eerder. Hier is een man die in de verwarring van zijn tijd een mysticus werd die uit verschillende stromingen plukte en waarschijnlijk pittige visioenen kreeg die hem ook angstig maakten. Gek is hij niet echt denk ik, Ook bepaald niet “gewoon”, wel gedreven, of bezeten(?) door iets dat erg weinig mensen echt begrepen, en bang om te falen.
Maar hij wil nu echt de mensheid helpen opwaarderen in de richting van Nietzsche’s Ubermensch
Daartoe wil hij een stuk maken:
– dat 7 dagen duurt en de vorming van het universum behandelt, de komst van de mens en de transcendentie van de mens aan het einde naar een hogere scheppende extatische vorm
– alle zintuigen moet bespelen, kleuren, dansers, zelfs aan een geurorgel werd gedacht
– in een speciale daartoe te bouwen (tempel-)zaal aan de voet van de Himalaya zodat de luisteraar ook de kilte van de ochtendmist uit de bergen kan ondergaan, maar ook beinvloed wordt door de gewijde plaats
– en dat zo indrukwekkend moet zijn dat het chaos schept in de geesten, waaruit de nieuwe mens kan worden geboren
Hij schrijft in vage schetsen wat op over wat hij wil (vooral veel teksten die tijdens de muziek moeten worden gesproken) en overlijdt dan aan die bloedvergiftiging na een puist op zijn lip.
Boris Nemtin heeft de schetsen gevonden is ze gaan uitwerken. Daar heeft hij 30/40 jaar over gedaan, voor één avond van 2,5 uur, “De inleiding” gebaseerd op thema’s en klankkleuren uit Skrjabins latere werk. Vladimir Ashkenazy, die als pianist alles van S heeft gespeeld ging dat dirigeren in de VS en nodigde Nemtin uit voor de première, maar die overleed twee weken voor de tijd en heeft nooit gehoord wat hij ervan maakte
Het is lang dus. En rijk…. zie maar of u het in een keer uitluisteren kunt