Veranderlijk, onzeker, complex en dubbelzinnig, tja en wat kunnen we ermee?

Dat zou de wereld zijn op dit moment. Op de een of andere manier blunder ik de laatste tijd steeds vaker op tegen mensen die hiermee bezig zijn. VUCA heet dat: Volatile, Uncertain, Complex, Ambiguous. Sommigen maken van de C van complex zelfs Chaotisch.

Dit wordt een langere blog dan gebruikelijk, iets dat VUCA is, complex, kan ik niet in een of anderhalve bladzij afdoen.

En het is ook niet niks: klimaatcrisis, crisis in de internationale samenwerking, het Midden-Oosten en Afrika leveren vluchtelingenstromen naar Europa, Midden-Amerika naar de VS en we weten niet goed hoe daarmee om te gaan. De signalen voor een succesvol doorzetten van ons economisch model knipperen allemaal: arbeidsmarkt, woningmarkt, zorg, pensioenen…. Er is een geloofwaardigheidscrisis in de politiek, er is fakenews en er zijn bots en trollen, verkiezingen worden via onze social media beïnvloed door leugens… we worden uit elkaar gespeeld door het bewust toedienen van strijdige informatie, er zijn bedrijven die veel meer van ons weten dan onze beste vrienden die we wel vertrouwen. We hebben er geen grip op, geen controle en wat er aan controle is verstikt ons in maatregelen gebaseerd op angst en wantrouwen, zie de regel- en bureaucratie- crisis in de zorg en het onderwijs. Hoe moet je je daartoe verhouden? Als individu kan je er niet veel mee. En ik vraag me af wat de individuen, die neem ik aan gemiddeld van goede wil zijn, die leiding geven aan onze overheid, onze bedrijven en instellingen… wat die er mee kunnen.

Voor mensen die de overload aan informatie ervaren die bijna allemaal bol staat van ramp-achtige waarschuwingen rond klimaat, leefmilieu en economische vooruitzichten is het krachtenveld te groot, het is immens, enorm en overschrijdt zover de eigen mogelijkheden, dat er een scala aan reacties mogelijk is dat bijna volledig improductief is. OK, we kunnen ons afval beter scheiden, minder rijden en vliegen, of zonnepanelen enzo, maar we voelen dat als druppels op een gloeiende plaat. Ik word of boos of escapistisch (zet goeie muziek op en een koptelefoon, goed boek), anderen raken depressief of zelfs verstrikt in vijandbeelden en worden een prooi van foute politici die roepen dat het allemaal niet waar is. Of opgelost als we de islam verjagen of onze grenzen sluiten, of de samenwerking in Europa stopzetten. De spanning tussen de individualisering die we de laatste jaren hebben gezien en de mondialisering van informatie en economie maakt dat de veilige haven van de eigen groep, het eigen dorp, de eigen natie geen houvast meer biedt. Dostojewski schreef in 1880 al dat als godsdienst wegvalt, als de plaatsen en rituelen wegvallen waarin een samenleving zijn centrale sociale waarden deelt, dat mensen dan op zichzelf worden teruggeworpen en slechts hebzucht dan overblijft als weg. En inderdaad is in het moderne aandeelhouderskapitalisme het adagium “Greed is Good” lang ingeburgerd geweest. Maar wat als je niet in een positie verkeert waarin je de ruimte hebt om van de vruchten van die hebzucht te genieten? En je de Dagobert Duckjes van de wereld alsmaar rijker ziet worden, de Polen en Syriërs ziet komen die op jouw baan azen en je de zorg voor je hulpbehoeftige ouders ziet verschralen?

Maar wat gebeurt er met beslissers, met de mensen die touwtjes hebben gevonden waaraan ze kunnen trekken?
Het probleem dat daar optreedt is dat het krachtenveld waarin je beweegt niet meer alleen  immens en anoniem is, maar dagelijks voelbaar, namen heeft, en dilemma’s oproept. Laat ik het klein maken. Je wilt als gedeputeerde van de Provincie Overijssel maatregelen nemen tegen stikstof en CO2 om het klimaat, maar geen opstand. je wilt draagvlak. Natuurlijk wil je dat voor burgers die moeilijk kunnen rondkomen en die je niet te zwaar met energieheffingen moet aanpakken en moet verplichten om 20.000 euro in hun huis te investeren. Maar er is ook de dagelijkse druk van aannemers, boeren, energiebedrijven, de directies van bedrijven die hun geld verdienen met reizen en mobiliteit. Je kent ze bij naam, je hebt ze vaak nodig. Je loopt als beslissers een krachtenveld binnen dat bol staat van tegenstrijdige druk. Maar er is ook, en dat is misschien wel belangrijker nog, een stapel dilemma’s. Wie vooroploopt in de sfeer van verboden, remt de economie. wie stopt met de ene vorm van energie maakt zich afhankelijk van de leveranciers van de andere… enzovoort. En wat misschien nog belangrijker is: als de werkelijkheid onvoorspelbaar is en de reacties en de informatie erover ambigu, als de werkelijkheid veel ingewikkelder is dan we in onze versimpelde beleidsmodellen denken en er morgen iets nieuws kan opduiken dat … moet ik dan niet even wachten met reageren? Moet ik nu al dijken gaan verhogen met een meter? De maximumsnelheid terugbrengen naar 100, de plannen voor Lelystad in de ijskast, de reserves gaan steken in de sanering van boerenbedrijven en daarmee onze exportpositie in gevaar brengen?
Kortom: we hebben last van
-een sterk krachtenveld,
-van hele lastige dilemma’s en
-van een grote mate van onzekerheid.
-En je wilt als verantwoordelijk CEO niet je bedrijf in gevaar brengen (en daarmee je eigen positie) en als politicus die onverantwoordelijke populistische en opportunistische oppositie niet in de kaart spelen. De kans dat deze vier krachten leiden tot een gebrek aan adequate reactie bij beslissers is groot. Zeker als we in wankele coalities regeren…

Is er hoop? Vast wel.

het begint met de erkenning dat het inderdaad een bijzondere tijd is. Ja er is altijd complexiteit geweest, er was altijd al aanleiding voor onzekerheid, maar wat we nu zien is nieuw, laten we de vier eens langslopen:

1. Veranderlijkheid: alles gaat sneller. De levenscyclus van bedrijven en producten wordt steeds korter. De “time-to-market” ook. Maar ook het klimaat en onze leefomgeving verandert sneller, ijskappen en gletsjers smelten sneller, het bestand aan insecten en bijen loopt steeds sneller terug, de biodiversiteit neemt sneller af… zelfs in de politiek kan het snel gaan, niet alleen schommelen de uitslagen van verkiezingen sterker dan ooit, komen er nieuwe partijen en gaan ze ook weer snel, ik heb nog nooit een partij zo snel van koers zien veranderen als de VVD tijdens Rutte 3

2. Onzekerheid: voor een flink deel wordt de onzekerheid voor beslissers gevoed door die veranderlijkheid. Als consumentenvoorkeuren snel veranderen, als je concurrentiepositie  met start-ups en pop-ups in je omgeving snel verandert, duidelijk. Prognoses moeten daardoor steeds grotere onzekerheidsmarges inbouwen. We zien ook dat prognoses over het klimaat onzekerder worden, niet of de zeespiegel zal stijgen en niet of we de verwachting jammer genoeg naar boven moeten bijstellen, maar met hoeveel…. wordt het 84 cm in plaats van 40cm of een meter of twee meter? Maar niet minder dan 40cm.  Bedrijven “volgen de vraag” niet alleen, ze creëren hem ook, zie Apple bijvoorbeeld. Maar hoeveel investering vraagt dat niet? Steeds meer? En in de politiek, hoeveel onvoorspelbare ongeleide projectielen bevinden zich onder onze wereldleiders? Hoeveel invloed heeft dat op de houdbaarheid van beleid?

3. Ingewikkeld: complex betekent meestal dat we ons wel enigszins bewust zijn van de samenhang van trends en gebeurtenissen, maar die onvoldoende kunnen doorzien en overzien. Wanneer werken factoren versnellend op elkaar in en wanneer vertragend? In de klimaat en biodiversiteit blijken steeds meer verbanden te bestaan die versterkend op elkaar inwerken en sneeuwbaleffecten kunnen bewerkstelligen die we niet hebben zien aankomen. Besluitvorming wordt in de politiek steeds complexer door de grote aantallen stakeholders die in het openbaar meewerken en meedenken. We zien dat Rutte1 en 2 allerlei beleid hebben vastgesteld dat we nu moeten bijsturen omdat de werkelijkheid ingewikkelder was dan men vooraf wenste toe te geven. De Brexit bleek een factor 1.000 complexer dan Cameron dacht toen hij zijn referendum uitvaardigde. Je kunt je afvragen trouwens of een referendum geen afschuwelijk fake-middel is in een wereld waarin de vertegenwoordigende democratie de complexiteit van het leven nauwelijks aan kan. Bestaan ja/nee vragen in deze arena eigenlijk wel?

4. Ambigu: ja er zijn nooit groter leugens geweest dan statistiek, waar, we beginnen te leren dat koopkrachtplaatjes altijd niet alleen tekortschieten maar dubbelzinnig kunnen zijn. Is het nou gunstig of ongunstig dat er meer ZZPers zijn dan vroeger? Rekenmodellen leiden tot negatieve rente van de ECB, maar zijn economen het eens over de effectiviteit van dit soort pakketten? En wat betekent dreigende taal van Trump tegen Irak? En wat is zijn steun aan Israël waard? De man blijkt altijd iets anders te bedoelen dan hij twittert…  en hoe erg fake is fakenews als het breed wordt geloofd en een self-fullfilling prophecy wordt? En ja veel van wat wij over ons en de wereld roepen, zoals economische groei moet, religie speelt een steeds kleinere rol in de wereld, de techniek schrijdt steeds sneller voort en kan veel oplossen, het zijn verhalen, ideologieën, die als ze al waar zijn een qua tijd en plaats zeer beperkte geldigheid hebben. Als we ons bewust worden van de dubbelzinnigheid van onze zogenaamde zekerheden, kunnen we er ook omheen denken….

En waar vinden we die hoop dan? ik vermoed in:
a. Ja erkenning dat die VUCA-beelden meer waarheid bevatten dan ons lief is
b. Transparant worden naar onze omgeving, onze werknemers, aandeelhouders… onze netwerken over de gevolgen ervan, over dat we minder weten en begrijpen dan ons lief is.
c. Opener worden over de dilemma’s die dat oproept bij de beslisser en minder stoer opereren
d. “Onconventioneel denken”, buiten de vertrouwde paradigma’s. Nieuwe wegen zoeken
e. Veranderingsprocessen starten die over de grens van de eigen organisatie heengaan.
Laten we eens wat verkennen.

a, b en c hebben een identieke grondtoon, erkenning, transparantie en openheid. Dat is een medaille met twee kanten, namelijk een persoonlijke, stoppen met ontkennen en er langs heen proberen te leven, je niet langer verliezen in de korte termijn-waan van de dag. En een strategische en dat is dat al het werk en geld dat je steekt in het imago van bedrijf en de leider ervan, dat dat neerkomt op het scheppen van een illusie waarvan iedereen weet dat het een illusie is. We zijn erg verknocht geraakt aan een soort ‘public relations’ die meer fake is dan vertrouwenwekkend. Ik vraag me heel vaak af of het gezamenlijk werken aan de oplossing van problemen niet heel erg wordt belemmerd door dit soort blazoenpoetserij. En zeker als dat poetsen gepaard gaat met het afgeven op de anderen. Ik kan me niet voorstellen dat ik uniek ben als ik mezelf beken dat ik liever energie steek in en met mensen optrek die zeggen “ik kan dit niet alleen” dan met lieden die vragen of ik hen maar wil volgen omdat ze het ‘weten’. En tegelijkertijd is daar ook enige ambiguïteit: het moet ook niet te lang duren, we moeten ook durven doorpakken. Maar misschien is dat ook wel iets dat je beter samen besluit dan als despoot oplegt, toch?

Zo zijn dilemma’s vaak een soort gevangenis als je er in je eentje probeert doorheen te denken. En als je erover gaat onderhandelen kom je vaak in een soort waterig midden uit waarover niemand tevreden is. Ja 130km per uur op snelwegen, we hebben het als VVD net bevochten en dus wil je niet inleveren en Ja 130 km per uur is slecht voor klimaat en natuurgebieden en dus moet het verboden worden. Het waterige compromis is alleen 130 als er geen Natura2000 gebied in de buurt is, maar we blijven het milieu wel belasten met CO2 en fijnstof in de rest van het land. Kunnen we het probleem oplossen door er omheen te denken? Of moeten we ergens ontdekken dat het probleem van de verschralende biodiversiteit en de opwarming van de aarde zo groot is dat het dit dilemma tot kleuterproporties terugdringt? En hebben we daar elkaar niet voor nodig? Moeten we het “botsen, waarbij we elk onze eigen kant opkijken” niet vervangen door “dansen waarbij we allemaal alle kanten van de zaak te zien krijgen”? We krijgen een verandering in onze voedselproductie niet voor elkaar als we niet ook luisteren naar de boeren en kijken wat er in hun wereld gebeurt (in de hoop dat de boeren ook mee willen blijven kijken en luisteren naar de andere kant natuurlijk). Het aanpakken van een dilemma vraagt dat we oude denksporen loslaten en nieuwe ontdekken. En daarvoor heb je je omgeving nodig. “Help, ik kan dit niet alleen”.

Ons beleid staat bol van dat soort oude denksporen. We zoeken kansen voor ons bedrijfsleven, we hopen op redding door technologie,  we geloven in de markt en in de zegen van stijgende arbeidsproductiviteit. We hebben jaren geroepen dat staatsschuld een hypotheek was die we niet bij onze kinderen mochten neerleggen en om die staatsschuld te verminderen hebben we tal van oude op solidariteit berustende systemen aangepakt, naar de markt gebracht en daarmee voor onze kinderen moeilijker bereikbaar gemaakt. En oh ja, nieuwe technologie zal zeker een deel van de problematiek oplossen. Nieuwe energievormen, energiezuinige oplossingen, zeker. Maar we ontdekken ook met stijgende regelmaat de achterkant van eerdere technologische vernieuwingen, zoals van kunstmest, en kunststof (plastic eilanden in de stille oceaan en microplastic in ons voedsel) . Van bestrijdingsmiddelen en schaalvergroting in de veeteelt en visserij. Veel technologische vernieuwing is geboren uit een te beperkte manier van kijken en meten binnen vertrouwde denksporen als, ‘kunnen we iets natuurlijks vervangen door iets mensgemaakts’? We hebben ook nieuwe aanvullende inzichten nodig, waarbij bijvoorbeeld biodiversiteit een deel van de oplossing wordt in plaats van nu ongewenst want verminderd gevolg. We zouden moeten zoeken naar stuurmodellen, waarin niet economie en koopkracht leidende criteria leveren, maar welzijn en duurzaamheid. Bhutan en Nieuw Zeeland zijn daarmee gestart. Kunnen we als leidende westerse economieën niet een flink deel van onze economische kracht in dit soort ‘denkvernieuwing’ investeren? Ook innovatie als beleidstheorie wordt misschien wel bekneld door oude paradigma’s over wat dat is en waar dat toe moet leiden… we hebben kunstenaars, kluizenaars en filosofen nodig wellicht? Vandaag kopt de NRC dat Nederland ingrijpend moet veranderen om de zeespiegelstijging op te vangen. Nou, waar zullen we eens beginnen? Drijven?

Als we iets nederiger, meer samen, de beddingen van onze rivieren van denken moeten verleggen, dan hebben we veranderingsprocessen nodig die ook breder zijn dan de bedding van onze eigen organisatie. Organisaties zijn dingen die we hebben uitgevonden om het gedrag van mensen te sturen en te controleren. Maar wat is er dan als die sturing, die beheersing en controle blijken te rusten op een falend paradigma… ik zag deze week de CEO van een groot farmaceutisch bedrijf roepen dat zijn financiers meer invloed hadden op zijn beleid dan de nood van de patiënten die wat aan zijn producten moesten hebben. En ook nog dat dit goed was. Dat is een Bastille waar nodig een nieuwe revolutie moet beginnen. Laten we een vreedzame doen.

Ik zie een paar modellen voor veranderingsprocessen in dit soort complexe situaties, die je ook nog eens gefaseerd of parallel kunt inzetten:

1. We maken creatieve vrijplaatsen, met wetenschappers, kunstenaars, vluchtelingen, verhalenvertellers, ethici, verzin het. Het gaat dan om “verkennen”. Wat is het en wat is mogelijk. Maar ook om “vertellen”. Zodat er iets meer doordringt tot de hoofden van mensen die er onvoldoende over dachten en naar handelden. In de overheid werkt men soms met door loting samengestelde burgerraden die een vastzittend probleem aanpakten. De nieuwe Ierse abortuswet is misschien wel het meest spectaculaire voorbeeld van zo’n verkenning met ondersteuning van wetenschap e.d. uit deze sfeer.

2. We organiseren een gezamenlijke zoektocht van meer invloedrijke stakeholders, naar hoe zij het veld waarin ze opereren zien en wat zij als hun belangrijkste bijdrage aan de oplossingen zien. Het gaat daar om “scheppen van beweging door nieuwe impulsen aan het krachtenveld”. Gedrag is als water, het kiest de weg van de minste weerstand. Wie wat wil veranderen moet zorgen dat die weg verandert, andere krachten organiseren. Scharmer heeft met zijn TheoryU daarvoor modellen en hulpmiddelen ontwikkeld. Er zijn daarmee vernieuwingen ontstaan in de chaos die in de Amerikaanse gezondheidszorg heerste die de moeite waard zijn.

3. We hebben inmiddels ervaring met onze klimaattafels. In een proces als dit worden belanghebbenden bijelkaar gezet om te onderhandelen en tot wederzijds verplichtende deals te komen. Daaraan gaat iets vooraf, een fase waarin het probleem wordt verkend en belanghebbenden worden geïdentificeerd. Opdat niet gebeurt dat bijvoorbeeld de luchtvaart buiten schot blijft. Ook dient duidelijk te zijn dat zwakke partijen moeten worden beschermd, opdat niet de individuele burger die niet aan tafel zat het haasje wordt.

4. Dit is in mijn geweten de lastigste. We zijn met het ter ziele gaan van de klassieke politieke ideologieën “het bindende en activerende verhaal” kwijtgeraakt. Onder 1 haalde ik de verhalenverteller al aan. Ik ken op dit moment voornamelijk foute sprookjesvertellers als Johnson en Farage rond de Brexit. Foute sprookjes rond belastingen en hebzucht aan de top die nu kennelijk ook door de VVD worden doorgeprikt. We hebben verhalen nodig die inspireren en binden. Geen verhalen met fictieve gezamenlijke vijanden, bijvoorbeeld waarin de Islam het heeft gedaan. Maar kunnen we verhalen maken die niet ook manipuleren? Die breder zijn dan geloof in nieuwe ingenieurs, kunstmatige intelligentie? Kunnen we bijvoorbeeld met verhalen en beelden mensen leren op een nieuwe manier te leren? Minder reductionistisch, want dat leidt tot kortzichtigheid en meer inclusief? Ik wou dat ik het wist….

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *