Murakami: Loslaten in verantwoordelijkheid voor de weg

Murakami behoort tot mijn favoriete schrijvers. Ik heb bijna alles gelezen wat van hem is uitgebracht hier. Ik beveel hem ook vaak aan. Ik vraag me vaak af waarom. Aan de oppervlakte is er iets structureel hetzelfde in vrijwel alles wat hij schrijft:
1. Zijn hoofdpersonen zijn saai, willen saai zijn en kiezen voor een voorspelbaar leven
2. Er gebeuren dingen die “niet kunnen”, er ontstaan parallelle werkelijkheden, er komen personages die bijv. alleen de hoofdpersoon kan zien en horen
3. De saaie persoon gaat met behoud van een stevige portie nuchtere saaiheid een avontuur aan in die parallelle werkelijkheid, soms langs het randje van de dood.
Je zou zeggen, dat heb je na een paar keer toch wel gezien. Maar nee, er is iets onder die oppervlakte wat steeds weer trekt. Ik denk dat het iets is dat te maken heeft met psychologie, ethiek en filosofische thema’s.

Ik schreef nog niet zo lang geleden in een van mijn blogs dat ouder worden betekent dat je jezelf steeds opnieuw moet uitvinden. En hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik vermoed dat er daar iets zit. Maar dan complexer. Niet een oude jas uittrekken en een andere aantrekken, dat zou de wet op behoud van iets veranderde saaiheid zijn. Maar meer iets als ‘ontdekken dat je met behoud van wie je bent een boel ruimte om je heen hebt om te groeien, te veranderen, mee te stromen met het leven’. Ik kom er op terug.

De saaiheid van de hoofdpersonen is zelfgekozen. Soms komen ze het huis niet of nauwelijks uit, zitten ze achter een muur, in een put. Ze trekken zich terug. Het is niet de saaiheid van een boekhouder in een bedrijfje of zo. Meestal zijn ze zelfstandig en vrij. Ze hebben als vrijgezel oppervlakkige relaties (met een oudere getrouwde vrouw bijvoorbeeld, relaties die bewust zonder perspectief zijn op een confronterend “meer”) of een huwelijk waarin de echtelieden elkaar nauwelijks echt raken. De saaiheid heeft te maken met controle en zelfbescherming vaak. Veel hoofdpersonen hebben een trauma uit de jeugd, een overleden zusje, gepest zijn, een dominante vader, of zelfs een Oedipale vloek van de vader. De hoofdpersoon identificeert zich enerzijds sterk met dat trauma en verschuilt zich achter de muurtjes waarachter hij enigszins heeft geleerd met dat trauma te leven. Controle en zelfbescherming. Anderzijds proberen ze juist hierdoor zo weinig mogelijk te voelen van dat trauma. Een aantal keren wordt in zijn boeken het perspectief van een dergelijk leven getekend: een opslagplaats vol flipperkasten die wachten om aangeraakt te worden, een stad aan het einde van de wereld waarvan de inwoners zonder geest zijn en alleen leven om hun dagelijkse behoeften te bevredigen. Waar je je leven laat bepalen door het zelfbeeld , de “identiteit” rond dat trauma, leidt deze vorm van beheersing door gedeeltelijke terugtrekking uit het leven en pijnvermijding tot verstening en vernietiging van identiteit, tot geestloosheid en passiviteit.

Geketend door dat zelfbeeld is een dergelijk vredig en geestloos bestaan soms uiterst aantrekkelijk. Maar meestal gebeurt er dan iets waardoor de hoofdpersoon zich bewust wordt van een zekere ruimte om zich heen. De echtgenote vertrekt, hij wordt verliefd op de oren van een onbekend meisje, hij ontdekt een schilderij met een levend raadsel, hij ontmoet een oude vriend of die raakt juist zoek. Hij krijgt intensieve dromen. Soms ontstaan echte zwangerschappen uit gedroomde seks, soms overlijden mensen door een gedroomde moord. Heel vaak ontstaat bij mij als lezer na verloop van tijd onder de verwondering over het verhaal een langzaam besef dat andere figuren uit het verhaal deels personages zijn die onderdeel zijn van de mogelijkheden, de potentialiteit die de hoofdpersoon zelf in zich heeft. Er ontstaat soms strijd op leven en dood waarbij de keuze om de oude ketenen te breken steeds dichterbij komt en soms iets onvermijdelijks krijgt. Het is een strijd tussen het “kristal” van de gekozen en zelf doordachte oude identiteit en de mogelijkheden om die te transformeren tot iets levends. Allee tot zover de psychologie.

In een aantal boeken komen religies en ideologieën voor. Soms ook een beetje ijl a la de Little people uit 1Q84. Soms concreet als een organisatie die mannen doodt die hun vrouw mishandelen (ook 1Q84) of sektes met leiders met speciale dwingende gaven. Er zijn dan leiders die een alibi zijn voor de ethische passiviteit en de ethische leegte van de hoofdpersoon. Er lijken dan dwingende krachten aan het werk. In Kafka aan het strand, meen ik, leest de hoofdpersoon Hannah Ahrendt en het relaas van Eichmann die zonder veel visie de ideologie van het Nazi-dom overnam en gewoon zijn plicht deed. De grootste schurk bleek iemand te zijn met een talent tot volgeling zijn. Er is een parallel met de psychologische duiding hierboven, alleen dit is minder door trauma’s gestuurd, maar hier draait het om een ander idee. Het heeft volgens mij te maken met een soort levenshouding van Murakami zelf, die wars is van ideologie en religie. Nietzsche beschreef rond het thema “God is dood” het verval van de onbewuste kennis van religie en de symbolen daaruit die het handelen van mensen kunnen sturen. Wie het scheppingsverhaal een dom verhaaltje vindt met de zeven dagen en het paradijs, niet echt gelooft dat Jezus is gezonden om jouw zonden, dat Mohammed echt met Allah heeft gesproken, die moet elders, in zichzelf bijvoorbeeld, op zoek naar zin en ethiek. Liberaal egoïsme ligt op de loer, verblinding door consumptiemogelijkheden, stress door gewenstheid van een succesvol image. Murakami gelooft in die vrijheid van (het bevrijd zijn van bedoel ik) religie en ideologie. Het behoort al tot de reddingsboeien in het verstenende bestaan van pijnloosheid door controle. Maar ook hier vind je in zijn boeken allerlei signalen dat het meedoen aan de stroom van het leven, het betreden van de ruimte om je muurtjes heen, iets vraagt. Er is sprake van (gedeeltelijk) loslaten van dat oude kader maar tegelijkertijd het nemen van een soort verantwoordelijkheid. En niet alleen voor het eigen leven, ook of juist voor het leven van anderen waarmee je je bent gaan durven verbinden. Liefde is vaak een van de motoren voor het avontuur, het (onder-)zoeken van de ruimte om je heen. En bij die liefde hoort trouw tijdens en aan het proces en volhouden. Een verbinding kan alleen ontstaan als het muurtje gedeeltelijk opengaat en je dus iets van je oude veiligheden loslaat. Maar dan ontstaat ook verantwoordelijkheid voor de ander en wat je samen met die meemaakt en opbouwt. Soms lijkt het of de nieuwe bron van ethiek, zin en richting in die verantwoordelijkheid voor het gezamenlijke moet worden gevonden. Maar dat kan nooit “definitief” zijn. Geen kristal, als Islam of socialisme, want het leven zelf vloeit en stroomt. Murakami bouwt nergens een nieuw ethisch gebouw. Wat uit alle transformatieprocessen voortkomt blijft altijd open.

Ik zei al, het gaat niet om een oude jas uit en een nieuwe aan, zo’n transformatieproces. Je moet wel door je trauma heen durven, maar het trauma verdwijnt niet. Je moet wel door je schuldgevoel heen van dat je misschien je zusje had kunnen redden, of van je fouten gemaakt door passiviteit en volgzaamheid. Maar ze blijven onderdeel van het stromende leven. Een boom wordt misschien niet bepaald, maar wel een beetje getekend door de moeilijke jaren en de goede. De daar uit voortvloeiende dunne en dikke jaarringen blijven in zijn stam bestaan. Maar hij groeit alleen door als hij open blijft voor zijn biotoop. Je bent een kind van je tijd, plaats en eigen keuzes. Waar het om gaat is om met die bagage aan angsten, pijntjes, schuldgevoelens trots of wat ook, samen met anderen de ruimte te betreden die het leven elke dag weer biedt. Ruimte om je muurtjes heen, maar ook nog steeds in jezelf voortgaand in de stroom van het leven.

Jezelf steeds opnieuw uitvinden dus. Als ouder wordend mens moet dat ook. Je houdt van wandelen in de bergen, maar je wordt stram, je houdt van muziek, maar lijdt aan gehoorverlies. Er is geen werk dat automatisch je agenda vult en je energie stuurt. Daar kan je je in wijsheid bij neerleggen en een leven zoeken dat verglijdt in een ritme dat de tv nodig heeft om te horen welke dag van de week het is. Je consumeert misschien wat minder…. Je kunt proberen de pijntjes die bij dat verlies horen op te lossen in versteviging van oude rituelen en opvattingen. Maar…
Het leven schotelt je met enige regelmaat een boel ruimte voor die ontstaat door het “niet meer” of “steeds minder” ten opzichte van het oude leven. Je kunt in die ruimte gaan zoeken naar “je ware zelf” of zoiets, of naar “de” zin van het leven. Maar wat als die nou niet bestaan? Als er geen ander ware zelf is dan het zelf dat die ruimte vult samen met de anderen die hij of zij in het hart heeft gesloten? Als “de” zin van het leven bestaat uit het samen met die anderen elke dag weer opnieuw de weg te bewandelen die zich al wandelend ontvouwt? Beetje trager en strammer misschien, met wat meer behoefte aan steun misschien?
Als dat waar is ontdekt de Taoïst in mij de liberale Taoïst in Murakami. Want ook dat is een vloeiend etiket…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *