Ik heb lang gedacht dat het over mannen in uniform ging.
Gedenken, alle doden, door slechte mannen in uniform.
Gedenken, alle goede dode mannen in uniform.
Gedenken, vrijheid, niet meer bang zijn voor mannen in uniform.
4 en 5 mei, voor mij, als kind
Ik kende geen Roma en geen Jood.
Alleen een schoonzus van mijn opa vond de dood,
door een Engels bombardement vlak voor het einde van de oorlog.
Gedenken, geen concreet mens.
Maar een idee.
Pas veel later zag ik dat om mannen in pakken ging.
Mannen in uniform doden pas als ze opdracht krijgen van de mannen in pakken.
Mannen in uniform onderdrukken en deporteren pas als ze opdracht hebben van mannen in pakken.
Mannen zonder geweer maar met een microfoon.
Mannen die haten.
Mannen die vinden dat ze en we rechten hebben, ook al zijn die soms verzonnen om anderen hun rechten te ontnemen.
Mannen die vinden dat ze een sterke man zijn.
Mannen die hopen dat wij dat ook vinden en hen volgen.
Mannen met een idee
Mannen met een idee, dat Joden, de moslims, Oost-Europeanen, de Grieken, de Afrikanen, de Chinezen, de Mexicanen en de Irakezen de schuld zijn van alles.
Mannen die vinden dat alleen mensen met ons bloed recht hebben op onze bodem. Al hebben ze daar eerst Indianen of Palestijnen en andere stammen van verjaagd.
Mannen die vinden dat iedereen die in onze buurt komt zich aan ons moet aanpassen.
Mannen die roepen dat ze U van Uw angst en armoe komen bevrijden.
Je struikelt erover. Nog steeds.
We trappen er in grote getale in. nog steeds.
Mannen die straks bevelen dat uw zoon een uniform aantrekt en zijn leven geeft.
Niet voor concrete mensen.
Maar voor een idee.
We gedenken de gevallenen en morgen de vrijheid.
De mensen die spreken zijn mannen in pakken,
die zichzelf belangrijk genoeg vinden om te spreken.
Ik gedenk, maar dan andersom, de mannen in pakken.
En vraag mij in de spiegel af hoe recht mijn rug zou zijn geweest.
Geen idee