Maandelijks archief: april 2018

Op een overwoekerd pad in de mist

Het was in de Torridonmountains. We hadden ze een dag eerder zien liggen aan de overkant toen we op het eiland Skye rondreden. Voor Schotse begrippen betrekkelijk spectaculair. Schotse bergen zijn meestal wat rond en met weinig steile stukken. Wandelbergen, geen klimmersbergen. Ze beginnen wel op zee-niveau. Voor je boven bent heb je een stevig hoogteverschil overwonnen.
Vanuit het dorpje Torridon liep een gemarkeerd pad, stond in onze info. Inderdaad, de eerste twee kilometer was er een pad, zonder zijpaden en dus geen markering nodig. Toen hield het pad op en kwam de markering: om de paar honderd meter stond een keurig piramide-vormig stapeltje stenen van een meter hoog. Er waren geen bomen en het was goed weer. Op sommige stukken kon je vijf stapeltjes ver vooruit zien waar je heen moest, je weg zoekend tussen de plantjes en bemoste stenen. Af en toe ruiste een miniatuurbeekje naast de route. Op een gegeven moment werd het vlakker en wat moerassig. Bijna boven. Echt goed uitkijken waar je loopt dus. Voor ons uit doemde een steile rotswand op van een meter of vijftig hoog. Rechts naast ons zagen we een kloof met een van bovenaf onzichtbare waterval. Het moeras werd dus waarschijnlijk gevoed vanuit bronnetjes. Om die waterval te kunnen zien zouden we nog twee uur moeten lopen, om een vrij stijl uitgesleten bedding heen. Het was een mooi plekje, We namen wat brood en een slok water. Ineens werd het fris. Meer wind. En wolken. Wolken niet boven ons, maar om ons heen. Mist dus, dichte mist, geen 20 meter zicht.

En dat is een vreemde ervaring. Na een minuut of tien begon tot me door te dringen dat we geen flauw idee konden hebben hoe lang dit ging duren. Misschien wel meer dan een etmaal. We waren op zoiets niet voorbereid en niet gekleed. Onderkoeling dreigde, zeker als we ook de nacht op deze onbeschutte plek zouden moeten doorbrengen. Maar je kon niets. Geen stapeltje stenen te zien. Geen pad, geen oriëntatiemogelijkheid. Je kon niets dan zitten op een steen en wachten, hopen op wind die de wolken uiteen zou blazen. Desnoods dan maar af en toe zodat je in etappes terug kon. Weer zo’n moment dat tot je doordringt dat het normale referentiekader over wie jij bent, wat je kunt, waar je wel en geen controle over hebt, wat je omgeving is, hoe je daarin je weg vindt, desnoods met navigatie, een construct is dat erg gebonden is aan je gebruikelijke routinematige leventje. Een construct, een illusie misschien wel. We zaten daar, voor elkaar net te doen of we niet bang waren en gerust op de bekende schotse plotselinge weeromslagen: “meerdere weertypes binnen een paar uur”.
Ik herinner me dat op dat moment een soort beeld in me bovenborrelde, een metafoor, voor de ontdekkingsreis naar weten wie je bent en wat je kunt. Ik zag een peuter voor me, een van mijn eigen kinderen. Het kind stapelde braaf drie of vier blokjes op elkaar en gooide dat toen met een vreugdekreet om. Volwassenen stapelen veel blokjes, maar gooien nooit meer iets om. Ze hechten aan hun stapeltjes, vereenzelvigen er zich mee, roepen dan “dat ben ik”, zoals we ons aan elkaar voorstellen met het noemen van onze naam en vervolgens een van onze stapeltjes: ons beroep, onze functie, onze familierelatie. De stapeltjes worden een soort identiteit. We gaan vinden dat we dan typisch de eigenschappen hebben die horen bij dat beroep of die rol, of de plek waar we geboren zijn. We gooien geen stapeltjes om, nee, we beschermen ze met alles wat we in ons hebben. Totdat er iets verandert. Dat je baas ontevreden wordt en afscheid van je wil nemen. Je een burn out krijgt. Je huwelijk vastloopt, je verliest, fundamenteel verliest van een concurrent, dat blijkt dat wat je wilt kunnen gewoon jou niet gegeven is, dat dingen steeds de andere kant opgaan dan jij wilt, of iets anders waardoor je torentjes omvallen. En dan vinden we meestal dat het niet aan ons ligt, maar aan de baas, de collega’s, je partner, of in ons geval daar bij Torridon, aan het weer. Ik zat daar met het gevoel dat al dat gestapel een illusie is. En dat ik veel vaker terug moest naar dat kind van en in me, dat blij haar torentjes ommepte, om ze anders weer op te bouwen met als enig doel de vreugde van het omgooien en weer overnieuw beginnen.
Gelukkig klaarde het na drie kwartier weer op en bleef het verder helder. We gingen wel terug.

De titel “op een overwoekerd pad in de mist” is van de componist Janacek. Hij maakte een piano-cyclus van korte stukjes, die uitdrukking moesten geven aan zijn gevoelens. Gevoelens nadat hij zijn dochtertje had verloren. Zijn torentjes waren allemaal om, hij maakte zijn zoektocht tussen angst, herinneringen aan liefde en tederheid, en van melancholie naar opstandigheid en terug. Hij heeft er jaren over gedaan om die zoektocht af te maken. De eerste stukjes hadden titels, van emoties of herinneringen, de laatste niet meer. Ik luisterde naar die muziek en had steeds sterker het gevoel dat ik naar een metafoor over het leven zat te luisteren. Ja het is vaak een tocht over een overwoekerd pad in de mist, geen controle over de vraag of je op het pad bent en waar het heen leidt. En onze voortdurende hoop om wel pad, houvast, doel en richting te vinden. En dan, als je denkt dat je dat ook hebt, overlijdt een kind, is er weinig ander houvast dan de herinnering aan de tijd dat je dacht dat je het wist en had. En plaatst het leven je weer voor de noodzaak om toch door te lopen, dan maar geen of veel minder controle over hoe en waarheen. Of gewoon even stilzitten en wachten op opklaringen….
En ook dat beeld kwam terug, van toen we daar zaten te wachten. Met de vraag of we niet gewoon veel vaker zelf het torentje moeten omgooien in plaats van hopen dat alles altijd blijft staan. Vaker nadenken of we niet leven in een illusie over wie we zijn en wat we doen en betekenen in de wereld. Ouder worden helpt. Ik heb geen beroep meer, geen baan, nauwelijks functie. Met terugwerkende kracht torentjes omgooien door ze te relativeren is makkelijker dan toen ik ze net had gebouwd. Sterker nog: waarschijnlijk had ik twintig jaar geleden dit een deprimerende metafoor gevonden. Waarschijnlijk had ik als leidinggevende een medewerker die me vertelde dat hij het leven ervoer als een tocht op een overwoekerd pad in de mist, geadviseerd om hulp te gaan zoeken. Nu ervaar ik er bijna troost in. Waarin eigenlijk? In de erkenning van mysterie? Mist, mysterie…. Ik schreef al eens eerder, ouder worden is een voortdurend her-uitvinden wie je bent, misschien leidend tot ..???. Ook een illusie? Het is er nu in ieder geval een waar ik me goed bij voel…

Eiland van gezond verstand

Ik weet niet. De laatste tijd loop ik vaker dan de laatste jaren gebruikelijk was op tegen verhalen over neergang van beschavingen en economische systemen. Bas van Bavel, Tomás Sedlácek, Margaret Wheatley citeert er ook een paar. Er is iets aan de hand. Harari hield een scherp betoog over het feit dat Homo Sapiens Sapiens beter dan zijn voorgangers in staat was om grootschaligheid en complexiteit te hanteren. Maar al die andere schrijvers betogen zo ongeveer dat als een cultuur/economisch systeem aan zijn eind raakt, dat dit te maken heeft met (te grote) grootschaligheid en complexiteit.
Die neergang kent een aantal symptomen. Wat nu volgt is een algemene typering en niet eens zozeer een beschrijving van wat we nu meemaken. Macht, extravagante rijkdom, slavernij, brood en spelen, ze zijn van alle tijden. Alleen de mondiale schaal waarop de drijvende krachten zich nu voordoen is tot nu toe uniek:
– een schaal zo groot dat de mensen in die samenleving(en) het gevoel hebben er niet meer toe te doen en hun identiteit te verliezen. Er groeit steeds meer angst in de samenleving. En angst is te gebruiken en wordt gebruikt door mensen die aan de macht willen komen en blijven.
– om de grootte en complexiteit te kunnen hanteren worden twee verschijnselen dominant: controle en beheersing enerzijds en despotisme anderzijds. Dat dit niet hetzelfde is bewijst Nederland: steeds meer contracten en controle terwijl we Mark Rutte moeilijk een despoot kunnen noemen. De opkomst van fascistoïde dictatorachtige politieke figuren, als in Turkije, Oost Europa, Rusland, China en zelfs Amerika zou wel als symptoom kunnen worden gezien
– binnen de economieën worden rijken steeds rijker en de armen blijven relatief arm. Vermogen cumuleert steeds meer bij een kleine groep. Om het schrijnende ervan af te halen is er wel wat groei van inkomen en consumptie. Mensen worden met amusement en sport bezig gehouden. Zie het al jaren toenemende aandeel van artiesten en sportmensen bij de koninklijke onderscheidingen
– de verbinding tussen samenleven, economie en spiritualiteit wordt losser, tot uitdrukking komend in decadentie bij de rijken, genotzucht en sensatie bij de burgers, korte termijn-denken, -succes en -bevrediging winnen het van “zin”. De verhalen waarmee de elite zichzelf legitimeert worden steeds aardser en meer onwaar. Geen heldendom, geen spiritueel voorbeeldgedrag, maar stoere bescherming tegen angst en ook angst als metafoor om alle maatregelen die het volk arm en onmachtig houden te legitimeren.

Zwelgen? Ik wel. Ik erger me al jaren. Aan van alles:
– de scheve en steeds schever groeiende vermogensverdeling
– de complexiteit en de bestuurlijke onmacht die mondiale instituties kunnen kenmerken door veto’s e.d.
– dictatoriale regimes
– bekende Nederlanders in plaats van verstandige Nederlanders als opiniemakers
– politiek op basis van idiote verzonnen frames, als zelfredzaamheid en controle op burgers, op verhalen dat als je WAO-ers kort ze vanzelf zullen gaan werken, dat privatisering in de zorg en onderwijs goed is voor de prijs/kwaliteit, dat de geestelijke gezondheidszorg stoornissen overdrijft en behandelingen onnodig lang maakt, mensen afhankelijk maakt, verhalen die we gebruiken als we erop willen bezuinigen.
Wat er nu bovenop komt is dat kennelijk het verzinnen van dergelijke frames en nonsense ook al naar de markt is vertrokken en de Googles en de Facebooks van deze aarde alle informatie monopoliseren waarmee burgers te manipuleren zijn.
En we zijn maf met zijn allen. Neem de reclamecampagnes van de brillenboeren. De een belooft “extra aandacht” alsof ie reclame maakt voor een bordeel (als ik twee warme aandachtige armen om me heen zoek ga ik in ieder geval niet naar een opticien) , de tweede laat een beachvolleyballer een meeuw uit de lucht slaan, omdat hij kennelijk iets met dierenmishandeling heeft en de derde teistert je oren met gemekker van Froger. Wie een beetje nadenkt over de vraag waarom je opticien bent en wat je wilt betekenen op deze aarde (waarden-gestuurd gedrag), dan laat je toch zien wat de ernst kan zijn van visuele handicaps en dat mee kunnen doen je doel is? Wie dat oprecht meent afficieert zichzelf toch zo niet als bordeel en meeuwenmepper….
De verhalen van al deze moderne varianten van der Untergang des Abendlandes van de heer Spengler hebben gemeen dat het lijkt alsof het tij niet meer te keren is als zoveel symptomen tegelijk optreden en het economisch krachtenveld zo sterk is geworden dat het alleen nog maar zelfdestructief kan zijn.

Margaret Wheatley propageert een terugkeer van mensen die het in zich hebben om te kunnen “leiden”, naar een waarden-gedreven, menselijk en geestelijk gezond gedrag. OK, misschien is het mondiaal sterke neo-liberaal-kapitalisme niet meer te redden, maar we kunnen toch, in onze eigen organisaties en leefomgevingen, wel eilanden maken waar de menselijke waarde, en nu eens niet de gek gemaakte, opgeklopte vorm van leven gestuurd door competitie (om populariteit ook) en consumptie de boventoon voeren. Islands of Sanity noemt ze dat. We kunnen toch om ons heen iets scheppen waar mensen zichzelf kunnen zijn en bijdragen wat ze in zich hebben? Waar je wordt uitgedaagd tot een natuurlijke manier van groeien als mens? Waar je niet de natuur vermoordt uit zelfzuchtigheid? OK geen mondiale omwenteling dan, maar doen wat je hand vindt om te doen in een omgeving die ertoe doet.

Ik vroeg mij af of dit niet eigenlijk is wat mij al het grootste deel van mijn werkende leven drijft. Nee, waar, mijn alarmbellen over politiek en economie klinken pas een paar jaar zo luid, maar ook, dat waarden-gedreven zijn, die menselijke maat, dat respect, ook voor wat mensen niet kunnen en bijdragen omdat ze zo verschillend kunnen zijn, dat zit er eigenlijk al langer. Alleen dat ging tot een jaar of 15 geleden gepaard met een grote hoeveelheid optimisme dat we met zijn allen in de wereld de goeie kant op gingen, met steeds meer democratie, vrouwenrechten, eerlijker verdeling van inkomen, opkomende economieën waarvan we wat konden leren…. Dat optimisme is wel flink getemperd moet ik zeggen.

Ik leid nu, als voorzitter, de Muziekbank Overijssel. Inmiddels zijn we een volledig op vrijwilligers draaiende organisatie van zo’n 70 mensen. Van die 70 zijn er wat gepensioneerd, hebben er 5 tot 10 een normale baan. De rest is volgens Ruttiaanse maatstaven niet zelfredzaam: dat wil zeggen, ze redden zich prima, alleen de arbeidsmarkt zoekt wat anders. Bijna de helft van die mensen zonder baan heeft echt een rugzakje. Hebben een psychiatrische diagnose of iets met hun bewegingsapparaat. Sommigen hebben veel structuur en duidelijkheid nodig, anderen willen afgeschermd zijn van hectiek. Het gemeenschapje van 70 mensen draait, geeft de structuur en afscherming, de veiligheid en de warmte waarin al die volgens de huidige kabinetten onvolmaakte en niet-zelfredzame mensen wel kunnen functioneren. Die volgens liberaal politiek gelovigen nodig marktgericht moeten worden aangepakt en tegen minder loon dan in de sociale werkvoorziening aan de slag moeten in de kapitalistische ratrace. We draaien een complex logistiek bibliothecair uitleenbedrijfje, beheren de op een na grootste muziekcollectie van Nederland en hoe doen we dat: Door als waarden muziek, collegialiteit, klantvriendelijkheid en samenwerking voorop te stellen. Door niet competitief te zijn maar naar elkaar open te zijn over de vraag op welk terrein we hulp van de ander nodig hebben. Door met elkaar te praten als de wereld verandert en wij een beetje moeten meeveranderen. Door ons niet als despoten en geldgedreven ondernemers te gedragen, maar mensen graag het geluk gunnen dat genieten van muziek brengt. Ik koester mijn eilandje. Het kost nauwelijks iets en levert veel moois op, cultuur, menselijke warmte, groei van menselijkheid. Er zijn er nog veel meer…. Koester mee…