Hineni, ‘hier ben ik’, het antwoord van Abraham als God hem roept en hij klaar staat om zijn zoon te offeren. Iets anders dan hoe we de telefoon opnemen, of ‘Ja, wat is er en wat mot je’…. Hineni gaat over “ik ben” op een diep zijnsniveau.
“Hier ben ik”, het laatste boek van Foer dat ik nu aan het lezen ben. Zo’n boek over Joden in Amerika, dat met een zekere luchtigheid en spot lijkt geschreven, maar intussen stelselmatig blootlegt dat wij mensen eigenlijk gewoon niet weten hoe te leven. Hier ben ik. alsof erna alleen een bedremmelde stilte past. Een stilte die zegt dat je niets weet…
Leven we om te leven? En doden we desnoods om in leven te blijven? Leven om een rechtvaardig leven te leiden, is rechtvaardigheid het waard om voor te sterven (en te doden)? Als je het oude testament leest zou je zeggen van wel. Als je nadenkt over de mensen die bereid waren hun leven te geven voor de bestrijding van het Nazisme, zou je denken van wel. Leven we om lief te hebben, of om dat te leren en te proberen? Als je het nieuwe testament leest (maar dat komt in Joodse boeken nauwelijks voor) zou je zeggen van wel.
Midden in het krijgen van dit soort gedachten over een dik boek, stuurde onze vriendin Annemarie een mail over een blog waarin ze het begrip “menselijke waardigheid” centraal stelde. Met de vraag “In crisis en conflicten versmalt onze blik….de draden van ons lot raken verward en kunnen makkelijk breken. Hoe herkrijgen we dan onze menselijke waardigheid?”. Hineni Annemarie, er volgt nu een bedremmelde stilte….
………
Ik weet niet goed wat dat is, menselijke waardigheid…. Om met de eerste alinea te spreken, gaat het om puur “zijn” en is dat “bewust zijn”, of leidt juist dat bewustzijn af van wat “zijn” is? Of, het begrip waarde in waardigheid zegt dat misschien al, herkrijg je pas je waardigheid als je je leven in dienst stelt van een waarde als rechtvaardigheid, liefde, eerbied voor en geloof in een God, of zoals het in het Midden-Oosten vaak wordt begrepen, de eer van waar je bij hoort, “not loosing face”…
Annemarie zette haar vraag midden in het spanningsveld van conflicten en crises. Mijn primaire reactie verwijst wel wat naar waarden als liefde en rechtvaardigheid. Mensen die ik op dit moment als beslist onwaardig wens te (blijven) zien, zijn mensen die het voortbestaan van de planeet in de waagschaal stellen uit eigenbelang en economisch gewin, mensen als Trump, Kim en Erdogan die bereid lijken het leven van velen op het spel te zetten ter verheerlijking van hun eigen ego. Er zijn meer voorbeelden te geven. Er zijn grenzen aan de wijze waarop ik vind dat ze bestreden moeten worden maar die hebben te maken met mijn waarden en niet met hun waardigheid.
Maar er is meer. Ik heb geprobeerd om, vaak en oprecht, te werken vanuit het begrip “Dialoog”. Dialoog is “de kunst van het ‘samen denken’, ook en vooral op momenten dat belangen en zienswijzen over de situatie sterk verschillen”. In normale situaties leven we vaak zo dicht mogelijk langs dat soort verschillen heen, omdat het blootleggen pijnlijk is, machtsstructuren blootlegt en dus continuïteit in de waagschaal stelt, etc. Dat doen we lang totdat ‘de pijn van het zwijgen groter wordt dan de pijn van het spreken’. Dan is het de kunst om oordelen op te schorten, antwoorden op te schorten, je te verdiepen in de belangen, de positie, de zienswijzen van de ander, je te verdiepen in de bron van haar gedrag, over en weer, en vervolgens samen te gaan zoeken naar de vraag of er iets is dat de tegenstellingen kan overstijgen of oplossen en verbinden. Maar ik heb ook geleerd dat er een grens is, een grens aan de effectiviteit ervan. Die grens heeft te maken met waarden, met integriteit. Dat luisteren en onderzoeken maakt kwetsbaar en wie kwetsbaar is, is te misbruiken. Ik heb het zien gebeuren dat een narcistisch en opportunistisch leider vervolgens zijn mede-zoekers en dialoogpartners eruit wist te werken op basis van wat hij leerde over hun werkelijke motieven en zorgen. Dialoog is een manier om in waardigheid uit conflicten en crises te komen, maar veronderstelt een minimum aan waardigheid op voorhand. En een begeleiding van het proces van dialoog dat is gebaseerd op waarden…
Maar als ik het woord “waarde” in waardigheid letterlijk neem… Wat is de waarde van een. of beter “De mens”? Zoals ik al eens eerder met enige relativering schreef: “De mens is een betrekkelijk toevallig ontstane op koolstof gebaseerde vorm van leven op een lullig planeetje behorend bij een minuscuul sterretje in een derderangs sterrenstelseltje in een uithoek van het universum? Een levensvorm die zichzelf zo belangrijk vindt dat hij een God/Schepper heeft uitgevonden die op hem lijkt. Hij is in zijn eigen ogen het grootste en hoogste wat die God heeft geschapen, God’s Magnum Opus, Hij schiep een God die hem op voorhand al zijn onvolkomenheden vergeeft en daarbij vergeet hij dat hij daarmee diezelfde God als bron heeft neergezet van al die onvolkomenheden. Kortom een wezentje in het licht van de tijd en het universum zonder enig belang is en van alle begrip van wat er eigenlijk “is” gespeend lijkt. Voor wie en wat hij werkelijk is heeft hij in een laat stadium van zijn evolutie een woord uitgevonden dat hij niet op zichzelf betrekt maar op anderen: een narcist… dus”. Eigenlijk heb ik met dit besef van nietigheid in tijd, ruimte en betekenis (als dat ‘betekenis’ al iets is dat bestaat en niet door ons is uitgevonden om nietigheid te kunnen verdragen) meer dan met waardigheid. Ik kan beter leven met de nietige in mij dan met de narcist, met ‘de geslaagde waardige’. Alleen, datzelfde besef van nietigheid gaat gepaard met een grote verwondering voor het vermogen dat ik, als mens, en dus zal ik de enige niet zijn, heb om die grootsheid waar tegenover mijn zijn niets dan nietigheid wordt, te bevatten. In mijn ogen gaat waardigheid in essentie hierom, het gelijktijdige besef van nietigheid en ervaren van grootsheid. De rest is flauwekul. Liefde en rechtvaardigheid, compassie, broederschap, niet of minder of ook?
Als ik de ‘waardigheid’ moet zien van Trump en Kim, van Jan Roos en Thierry Baudet, van neofascisten en klimaatontkenners…. dan kan ik dat eigenlijk alleen goed als ik ze strip (zoals ik vind dat ik mezelf moet strippen om mijn waarde en waardigheid te vinden van allerlei ego-onzin) van de waardigheid die ze zichzelf toekennen als wereldleiders, als intellectuelen nieuwe stijl, als heruitvinders van democratie en beschermers van hun volk tegen vreemde smetten. Zoals ik mezelf probeer te strippen van de verhalen die tot zelfverheerlijking en schade voor anderen leiden, moet ik, om hun waardigheid te zien ze van hun verhalen strippen. Verhalen waarvan ze waarschijnlijk zelf vinden dat ze juist hun waarde uitmaken. De ander in ‘zijn waarde laten’, kan dat dan? Kan dat, als die waarde een egocentrische luchtballon vertegenwoordigt? Uiteindelijk in essentie flauwekul is? Of zelfs, zoals in de tweede wereldoorlog bleek, zo slecht en gevaarlijk dat het de moeite waard is om je leven te geven in de strijd ertegen?
Kortom, ik eindig weer, zoals zo vaak, in een treurige contradictie. Hineni en een bedremmeld zwijgen past niet alleen mij, maar een ieder…., nee laat ik het maar bij mezelf houden. Hineni….