Kwaliteit is hard werken… (zomergast de Waal, o.a.)

Stel, ik heb gelijk, er bestaat geen door God geschonken moreel kompas. Waarvandaan komen dan die glimpen van besef hoe we met elkaar moeten omgaan?
Stel, ik heb gelijk, wie we “zijn” is een door ons zelf verzonnen verhaal dat “beter” is dan we in werkelijkheid zijn, waar komen dan die glimpen van besef vandaan die richting geven aan dat “beter”?

Eerst maar even het individuele niveau. Ik word ouder. Dat gaat gepaard met gebreken. Met verlies. In gesprekken met leeftijdsgenoten ontdek ik steeds vaker dat we dan zoeken naar meer dan alleen “ermee kunnen leven”. We leggen ons er niet alleen bij neer, we proberen er meer dan tevreden mee te zijn. Iets te ontdekken dat het leven mooier en waardevoller maakt dan het was. We spreken elkaar moed in bij wijze van spreken. We hebben het over wat we nog wel kunnen in plaats van dat wat we verloren en misschien zelfs wel beter dankzij dat verlies. Gelukkig oud worden gaat niet vanzelf. Het is werken. Niet bij de pakken neerzitten, niet toegeven aan luiheid, stramheid of desinteresse. Blijven bewegen. In het leven blijven staan. Zoeken naar je wijsheid en die delen met anderen, bijvoorbeeld. Schrijf nog eens een blog!
Zo af en toe heb ik de sensatie dat ik mezelf van een afstandje kan gadeslaan en ik vraag me af of dit “natuurlijk” is of “gekunsteld”, geforceerd. Dat kan ik nou weer van dat afstandje niet zien. Misschien van allebei wat? En is dat Menschliches, alzu Menschliches?

Een relatie is ook werken. Je houdt van iemand, je deelt je leven, maar het gaat niet vanzelf. Er is ergernis ook, onbegrip ook. Je gunt hem of haar van alles maar je wilt ook wel eens je zin. Hoe meer je natuurlijk jezelf bent, hoe meer kans dat je iemand pijn doet op een gevoelige plek die is ontstaan door anderen, al voor je in elkaars leven kwam. In een relatie zoek je een soort balans, zonder dat je van te voren weet hoe dat is en waar het steunpunt van die balans ligt. Maar waar komt de gedachte vandaan dat het zo moet? Gebeurt dat ook in culturen waar de man sterk dominant is? Is dit iets universeels?

En op collectief niveau is het minstens zo gecompliceerd. Zomergast Frans de Waal legde zondagavond uit dat de alfa-mannetjes bij de chimpansees zich alleen kunnen handhaven als ze vrede bewaren en anderen wat gunnen. Als ze coalities kunnen sluiten en actief geven aan anderen en vrede stichten. Dan staan ze qua beschaving al een complete trede op de ladder hoger dan Trump dus. Harari toonde aan dat het evolutionair succes van Homo sapiens samenhangt met zijn vermogen tot verhalen bedenken en abstracties rond samenleven in een breder verband dan mensen die we kennen uit de stam, als regels en geld als ruilmiddel, abstracties als eigendom en fair trade. Dat zou betekenen dat er iets is dat biologisch wordt ondersteund en dat wellicht ook samenhangt met het “religie-gen”. (Men zou de verhalen die met religie samenhangen heel goed kunnen zien als onderdeel van het bredere pakket aan verhalen die met samenleven samenhangen, religie als zingevend onder de verhalen, zoals het is in het Midden-Oosten waarschijnlijk verstandig om te besnijden of geen varkensvlees te eten. Het werkt maatschappelijk beter als een God zoiets oplegt dan een vorst of generaal). Alleen, we zijn ook chimps, “in-group-dieren”, we hebben een sterke drang om “ons soort mensen” belangrijker te vinden dan anderen; alleen, we hebben kennelijk een al te menselijk relatief gemak om anderen niet als menselijk te zien, te “ontmenselijken”, zoals de Joden in WOII, de zwarten rond apartheid en nu nog steeds door veel witte Amerikanen, de moslims als bron van alle geweld en zelfs van alle antisemitisme al zijn we daar zelf als witte christenen historisch de kampioenen van… Die drang is minstens zo sterk, zo fundamenteel menselijk. Er is geen natuurlijk of goddelijk moreel kompas. We zijn opportunisten. Je suis Trump, soms, als het er op een bepaalde manier op aankomt, al was het maar in de diepte waarin hij mijn walging oproept. Het spannende van de gedachte van de Waal is, dat hij gaat over één groep chimps en de leider. Maar wat gebeurt er bij meerdere groepen? Moord en doodslag. Daar gaat mijn biologentheorie. Ons collectief als mensen is zo groot dat er duizenden groepen chimps in passen. Het moreel kompas moet beter zijn dan de alfa-chimp en dus nog beter dan de alfa-trump.

Wat wij mensen, en met name in het rijke westen, hebben gedaan in duizenden jaren ontwikkeling is langzaamaan een systeem ontwikkelen dat rust op een stapel afspraken. Democratie, one man one vote, de meerderheid regeert, maar de meerderheid mag minderheden niet uitbuiten of uitmoorden of verjagen, men moet rekening houden met…. Burgers moeten worden beschermd tegen de staat voor het geval er leiders komen die dat vergeten. Die bescherming vinden we bij onafhankelijke rechters. We hebben de burgerrechten en de fundamentele vrijheden bedacht. We hebben overheden gebouwd die burgers niet alleen moeten beschermen tegen de leiders zelf, maar ook tegen de scherpe kanten van het bestaan. We verdelen rijkdom en beschermen het zwakke. Maar daarbovenop, we maken ook regels over hoe landen met elkaar omgaan. Over elkaars grenzen en integriteit respecteren, we bedachten het oorlogsrecht en de VN. We hebben daarmee een systeem gemaakt dat ons, burgers, ons bozen en verongelijkten, ons angstigen voor de vloed aan moslims en Afrikaanse gelukzoekers, ons dus, remt in onze neigingen om te gaan vechten, onze grenzen te sluiten en mensen met moeilijke namen terug te sturen naar waar ze vandaan kwamen. We hebben een systeem dat ons beschermt tegen onze eigen sociale zwakheden. En we overleven de wereld alleen als we dat abstracte systeem van regels en instituties koesteren en beschermen. Of eh, gedraag ik me nu al te bekeerd? Het overleven in collectief verband is dus meer dan alleen omgaan met de mens in jezelf en in de ander: het is ook en vooral koesteren van abstracties, procedures en instituties. Onafhankelijk van de vraag hoe erg de ander op een hufter lijkt.

Zo lang er geen natuurlijk of goddelijk moreel kompas is zullen we het moeten doen met wat we in onze menselijke beperktheid de laatste honderden jaren hebben opgebouwd. Ik ben er “meer dan tevreden” mee dat ik daar een groot deel van mijn leven en energie aan heb gewijd (om de oude-mannen-cirkel waarmee ik begon rond te maken). En dus Geert, Donald, Recip, Polen: rechters zijn ook mensen, maar ze verdienen respect en bescherming. Ze zijn niet “fake” als ze tegen je maatregelen zijn of je gedrag veroordelen. En dus Mark, “PLeurt op” tijdens de laatste verkiezingen, behoort tot de liberale dieptepunten uit onze recente bestuurlijke geschiedenis, omdat je daarmee als “ons feitelijk staatshoofd” je menselijke veroordeling boven het staatsrechtelijk bestel dat je moest leiden en beschermen plaatste.

Alleen, ik begrijp nog steeds niet goed waar die sterke drive vandaan kwam, die drive om me te wijden aan, met vaak ook zoveel emotie die daarmee gepaard ging, me in te zetten voor die abstractie, om iets “te dienen” dat nooit over concrete anderen ging, (al zaten er vriendschappen tussen) maar om dat principe, om die abstractie. Ik heb dus, ondanks dit lange verhaal nog weinig antwoord op mijn beginvragen…. Toch dat religie-gen?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *