OK, ik ben dus opgegroeid als, opgevoed en opgeleid tot: racist en koloniaal. Er is even geen andere conclusie
Gek is dat. Ongeveer de helft van mijn blogs zit in mijn kop en schrijf ik zoals ik van tevoren dacht. 45% begint met een plan maar eindigt anders. 5% begint met een gedachte, een vraag, een emotie of een eerste zin die schuurt, zoals deze. En dat ik dan voor de rest niet verder weet wat er gaat komen.
Kan nauwelijks anders. Op school geleerd van de gouden eeuw, de Hollandse glorietijd. Koffie, thee, specerijen, slaven. De VOC-mentaliteit, TOOOCH??? Balkenende? Professor in de geschiedenis van de christelijke politiek… Wist je echt niet beter lulhannes??? Heeft iemand mij ooit op school verteld dat de Nederlandse koloniale autoriteit in 1740 ergens zo’n 10.000 chinezen heeft vermoord in Indië omdat ze teveel macht kregen? Nee he. O ja ze waren er niet helemaal blij mee in Amsterdam. maar de opdrachtgever is overleden voor hij gestraft kon worden. En dat begin 1900 toen de Indiërs het gevoel hadden dat de Chinezen hen in de weg zaten omdat ze weer een groot deel van de handel en de geldmarkt regelden, het nog eens dunnetjes hebben overgedaan en dat de Nederlandse koloniale autoriteiten braaf wegkeken toen? Leerden we op school dat kapitein Westerling na de overdracht aan Soekarno, alsnog 10.000 mensen op Celebes heeft laten ombrengen? Nee toch JP, ik heb het ook niet geleerd. Ik leerde dat we goed waren voor de Indiërs, niet dat we er 100.000en bastaards hebben gemaakt, (die we vaak niet eens erkenden, al werden ze wel Totok (Nederlands) opgevoed, die we later Indo’s zijn gaan noemen) omdat we niet van hun vrouwen konden afblijven. Niet dat we in de politionele acties na de Japanse bezetting, want oorlog mocht het niet heten, massa-executies hebben uitgevoerd. Oh en wat leefden we mee met Wim Kan die niet wilde dat de Japanse Keizer hier ontvangen zou worden, de oorlogsmisdadiger, en gelijk had ie. Maar heeft ie zich nooit afgevraagd wat die goddelijke keizer bij ons, slavenhandelaren, genocideplegers en uitbuiters kwam doen? Het is allemaal zo godverlaten dubbel…
Ja misschien is dat de centrale boodschap, dat we in Indië uiteindelijk zowel dader als slachtoffer waren, en dan niet van iets kleins als diefstal, maar van moord, van bezetting, uitbuiting en knechting, van oorlogsmisdaden. Zoals bijna elk volk. Heeft de mensheid een godgestuurd moreel kompas? Nou, wij in ieder geval niet, JP, geschiedenisfilosoof van christelijke politiek…
Is het daar mee begonnen? Met dat begin van twijfel aan de rechtvaardigheid van slavenhandel en onderdrukking, ergens op mijn 11e, nog net op de lagere school? Of met Debbie, toen ik 13/14 was en zij 12 en ik volslagen versuft haar schoonheid en gratie met volle teugen opzoog totdat haar broer me tegen de vlakte sloeg? Debbie de Ambonese. Is die betovering die met een doffe klap eindigde het begin geweest van nieuwsgierigheid en een lange reeks ontmoetingen? Dat ik niet begreep waarom die jongens blauwen werden genoemd, waar het woord plopper vandaan kwam dat ook ergens op dat moment in mijn jeugd opdook? Of was het Multatuli?
Wat wist ik nou van dat land? Er was een soort romantisch beeld van mensen die daar goed gingen doen, want de inlanders konden niet plannen en organiseren, kenden geen discipline. Konden niet lezen en schrijven. Omdat wij er waren ging het er goed. Een broer van mijn vader is er in de dertiger jaren onderwijzer geweest. Het waren gouden maar zware jaren, want tropenjaren telden dubbel. Dan mocht je op je vijftigste al met pensioen. Er ontstond bij mij bijna iets van trots op al onze opofferingen. En het was er mooi en warm en goed, want de inlanders zorgden er voor ons met baboes en kokkies en weet ik wat. Die Soekarno deugde niet, want dat volk was uiteraard niet rijp voor zelfstandigheid en vervolgens stal hij ook onze bronnen van rijkdom… Het heeft even geduurd voor ik als kind de contradictie voelde. Waarschijnlijk tot na Multatuli, die vlak na Debbie kwam, op mn 14e, vierde klas HBS. Literatuurlijst. Kinderen lezen tegenwoordig niet meer genoeg…
Racist en koloniaal, helemaal, met nog maar een begin van twijfel. Met een begin van ongeïnformeerd plaatsvervangend schuldgevoel. Hoogstens een kiem, of vage aankondiging van die kiem, van twijfel aan de rechtschapenheid van Nederlanders. Wij deugen immers. Want wij Hollanders gaan naar de kerk… Maar wat trekt me nou, wat trekt er aan me?
De eerste die dichtbij kwam was Wim, mijn vriend in mijn studietijd. Indo met gitaar en luchtbuks waarmee hij in de bouw in het weekend tijdens zijn middelbare schooltijd op ratten schoot om wat bij te verdienen. Hoe erg dat een cliché leek, gitaar en schieten, ontdekte ik later pas. Wim vertelde dat ergens in de tijd dat de japanners werden verslagen en de Indonesische bevolking niet nog eens de Nederlanders als bezetter terug wilde er erg veel is gebeurd. Nederlanders en Indo’s werden vermoord. Zijn vader had als jonge man in korte tijd zoveel gezien en meegemaakt dat hij “in één nacht grijs werd”. Veel wilde hij er niet over kwijt. Het was een echo van het beeld dat we op school kregen, dat plotseling in het machtsvacuüm de verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar begonnen. Maar Wim legde uit dat het anders was. Het was vrijheidsdrang en wraak. En vreselijk, maakt niet uit wie het waarom doet, zinloos moorden, vrouwen en kinderen…. wij deden het, zij deden het. Steeds meer raakte mijn beeld gemengd. Het romantische, Couperus-achtige beeld van het ongrijpbare, het mooie het mystieke Indië, het beeld van het geknechte Indië van Multatuli en het rauwe beeld, van moord, dood en verderf, van haat van uitbuiting.
En ergens suizelde de koloniaal dus ook nog steeds in het plaatje, de racist. Ik had intussen het woord mata gelap (ze spraken het toen voor me uit als “Mattaklap””) geleerd. De waanzinnige doorgedraaide. Het was een Maleis woord voor een Indonesiër die was doorgedraaid. De racist dacht nog dat het hun volksaard was. Lang. Toen ik een paar jaar geleden aan buurman Udo vroeg wat het letterlijk betekende, zei hij “Zwarte ogen, donkere ogen”. Hij wou er verder niet over praten, bezwerende handgebaren, omhooggedraaide ogen. Hij zag iets voor zich waarover hij zwijgen wou
Ja klopt. Later kwam ik te wonen tussen links een Indo die met een Nederlandse was getrouwd nadat hij hier vlak na de oorlog met zijn moeder en zus naartoe kwam om te studeren. En rechts een Indo die tandarts was met zijn Chinees-Indische vrouw. Udo praatte wel veel over zijn jeugd en de ontbrekende schooltijd tijdens de Japanse bezetting. Hoe hij daarvoor in een klas vol gemengdbloedige Indo’s over de blanke top der duinen (met die prachtige tempo-doeloe “ui” die ook als eu klinkt) moest zingen en “Wien neerlands bloed door d’ad’ren vloeit, van “freemde smettan frij”” in een klas vol smetten. Over het bijgeloof dat kokkie en baboes hen bijbrachten en nooit meer helemaal was overgegaan. Over de angst tijdens de bezetting en de represailles erna. Hoe na de Japanse bezetting de familie in stukken en brokken naar Nederland kwam. Vader van gezin gescheiden, andere familie in andere tussenkampen… Udo praatte er veel over, maar wou nooit meer terug. Hij koesterde iets waarvan hij zeker was dat de overgang van Indië naar Indonesië het had kwijtgemaakt, veranderd, gestolen…. hij wou zijn geheugen niet verzieken door het met nieuwe beelden te overschrijven. Wiek, de andere buurman, praatte nooit ergens over en ging rond 2000 wel terug naar Bandung, Surabaya en Batavia. Kwam terug met dozen vol dia’s die Udo vol afgrijzen heeft bekeken.
En dan nu, vrij kort na elkaar gelezen de Honolulu King en De tolk van Java. Het romantische beeld is wel gedoofd nu. Het zwijgen, de bezwerende handen, de gitaar, zij worden een beetje begrepen. De woede, de haat, de angst, de verkniptheid soms ook, de heimwee (vriendin Erie die nog steeds op haar 85ste praat over “luitjes” alsof ik Wieteke van Dordt hoor en geen Pasar Malam overslaat). Maar ik snap nog steeds niet waar de fascinatie zit. Niet met Suriname oid, maar Indië. Waarom? Kwam hierdoor voor het eerst scherp het besef dat “wij”, wij brave calvinisten, polderaars en verwelkomers van Hugenoten en Portugese Joden, niet zo tolerant waren, en ook niet deugden? Was Indië het zinnebeeld van begrijpen dat politiek fatsoen, dat ethiek, niet door een God aan mensen is gegeven maar moet worden bevochten op klootzakken, telkens weer, op klootzakken die ook onder ons leven? Dat de kwaliteit van een samenleving niet vanzelfsprekend is, maar moet worden beschermd… Of heb ik altijd gewoon genoten van mensen die mooi waren, charmant, elegant, gracieus, met lagen die ik niet begreep maar wel af en toe aan de oppervlakte kwamen? Had deze blog wel een boodschap?