Maandelijks archief: mei 2017

Ja Pa, jouw woede en tolerantie

Het is alsof er kieren zijn waardoor licht binnenkomt, vreemd licht, licht dat niet bij mij hoort, mij vreemd is, licht dat haaks staat op hoe ik mijn leven leid en op mijn overtuigingen. En toch is het licht dat bij mij hoort, bij mijn familie, bij de tijd waarin ik werd geboren en kind was. Het is ook mijn licht maar het is licht dat ik liever weer. Maar de kieren laten zich niet dichten. Ze lijken zelfs met de tijd wijder te worden en zich te verplaatsen als ik denk dat ik met ze heb afgedaan.

Ach Zuidema, zeur niet, lees een goed boek…. In elke roman die ertoe doet zitten verhaallijnen over weggedrukte karaktertrekken en dito impulsen. Ik herinner me een grote extravagante man, Louis, die zich maar heel zelden iets leek aan te trekken van wat zijn omgeving van hem verwachtte. Juist dat eigenzinnige non-conformisme had hem geholpen om het ver te schoppen op de maatschappelijke ladder. Toen we tijdens een gezamenlijke training laat aan de bar naar onze slaap zochten met een whisky bekende hij me plotseling dat hij zag dat hij elk jaar meer ging lijken op zijn vader, een wat bange medewerker (klerk noemde hij het) op een administratiekantoor die thuis een grote werkkamer had met een groot bureau waaraan hij grote sigaren rookte en lang en diep over van alles nadacht waar hij nooit iets over vertelde. “Ik voelde vaak minachting voor hem” zei hij, “misschien wel het meeste om van die futiele vaste patronen en hoe hij dingen opborg, de volgordes waarin hij dingen deed. En het verstoppertje spelen… Eigenlijk maar twee woorden, star en bekrompen”. Hij schudde zijn vader even van zich af. “en dan kom ik straks thuis, zoek ik de post bij elkaar, loop naar mijn bureau, neem mijn vaders brievenopener, leg de post op logische stapeltjes, steek een sigaar op…. Ik ben precies zo’n bekrompen conformistische lul als die ouwe, ik zit op dezelfde manier achter mijn bureau, pak dingen op dezelfde manier aan…wat jullie ook van me mogen denken. Hij verstopte zich, zijn behoefte aan non-conformisme, op zijn werk en rookte pas met brede gebaren voor zich uit filosoferend achter een groot bureau als hij thuis was. Ik verstop mijn conformisme op mijn werk.. “Louis de klerk is nooit zichtbaar op het werk”, een rijmend motto… En wij hier op zo’n cursus over leiderschapspatronen maar net doen of we wat van het leven begrepen hebben… Leiderschap, heeft dat niet ook iets te maken met vaders en zonen? Over veroordelen, verzetten en volgen en snappen wat je doet?”.

Deze anekdote borrelde weer op toen ik de eerste alinea schreef, over die kieren. O ja, het licht van mijn ouders schijnt zeker ook. Mijn vader die overal te tolerant voor was, iedereen zag leven en liet leven zoals ie was (en dat beschouw ik ook als “mijn licht”), maar wel ooit bijna een tv kapot gooide toen hij een politicus hoorde oreren die volgens hem de kluit belazerde. Die woest kon roepen dat iemand een gaatje in het hoofd moest schieten van een bepaalde dictator. Ik betrap me met enige regelmaat op vergelijkbare moorddadige neigingen, alleen met minder heftigheid. Maar ja, ik heb ook geen oorlog meegemaakt, geen gevangenkampen, geen honger, geen verzet, en ik heb ook nooit geweigerd om te praten over belevenissen die me pijn bezorgden. Ik wijt de uitbarstingen van mijn vader nog regelmatig aan het feit dat hij een vulkaan probeerde dicht te metselen over de oorlog, zodat er af en toe aan de zijkant plotseling stoom en puin moest ontsnappen.
Mijn vader was misschien wel een bijna voortdurend woedende man die liefhebbend naar de mensen in zijn omgeving keek. Maar het volk buiten dat kringetje… Hoewel hij soms ook binnen die binnenkring onmachtige woede kwijt moest op een destructieve manier.
Mijn moeder had een lichte vorm van autisme, zag veel dingen zwartwit en probeerde soms eigenwaarde te ontlenen aan het nadoen van mensen op een manier waarmee later kopspijkers succes kreeg. Ik heb enig imitatietalent van haar geërfd, en dat is niet erg, maar ik betrap mezelf, of liever en vaker, laat me door mijn echtgenote steeds vaker betrappen op het meesmuilend bekken trekken als mislukte imitatie van bekende Nederlanders in reclame e.d. “Zuidema, je bent af en toe nog erger dan je moeder….” hoor ik dan onverhoeds naast me. En haar gelijk bekennen? Ho maar. Ook zo’n straal licht die niet bij me wil horen omdat hij bij me hoort.

Mijn kindertijd was een tijd met grote intolerantie tegenover homo’s en vrouwen die iets probeerden te bereiken. Ik heb daar op de meest vreemde momenten echo’s van. Alles in mij wordt boos als ik hoor dat mensen menen dat homoseksualiteit iets is dat te genezen is of aanstekelijk, dat ze hulp nodig hebben en in de war zijn over hun identiteit, ja soms wel, maar mijn god, genezen en op het rechte heteropad helpen… . Ik haat die intolerantie die vooral nog onder streng gereformeerden en moslims schijnt te bestaan. Maar misschien was het de uitgesproken irritatie die Albert Mol opriep bij de volwassenen in mijn omgeving, maar ik kan nog steeds slecht tegen nichterige toontjes. Het stoort me als ik Michiel van Erp hoor praten en ik hem direct denigrerend wil imiteren, terwijl ik niet eens weet of Michiel… Het is een licht dat niet weg wil. Ik denk soms dat ik er klaar mee ben, maar dat ben ik niet. De kier blijft open.

Maar misschien stoort me het meest, toch, die woede van de ouwe Hero die ik in me heb. O wat zou ik graag nuchter, relativerend, onderzoekend reageren op Trumpjes en Erdogans. Ik heb hem wel hoor, die vraag, bijvoorbeeld “waar komt die behoefte van Trumpo vandaan om de wereld toe te spreken alsof we kleuters zijn: Germans are bad people (met tuitmondje, een “O”-tje maken met duim en wijsvinger en die onderstrepende gebaartjes), very very bad people. They produce an awful lot of cars en bring them to America. That is bad. They should stop that”.
Twee dagen later roept hij dan dat hij een buitengewoon succesvolle toer heeft gemaakt en bij de G7 grote vooruitgang heeft geboekt, terwijl hij nu datzelfde protectionisme dat leidde tot die very bad Germans in de slotverklaring heeft veroordeeld (Merkel heeft hem dus een lesje geleerd) en tegelijkertijd alle klimaatafspraken heeft geblokkeerd. Hij heeft alle klimaatgeld uit de federale begrotingen laten schrappen en zelfs kankeronderzoekfondsen worden extreem gekort in zijn mallotige haat tegen wetenschappelijk onderzoek. Hij liegt over zijn kontakten met Rusland. Hij beschermt met nepotisme benoemde schoonzoons die dat ook doen, verzamelt idioten om zich heen ….Sloopt de rechtsstaat als hij de kans krijgt. De ouwe Hero in mij brult om geweld. Ik kan niet meer nieuwsgierig luisteren en kijken naar die man. Als ik me geamuseerd voel is dat metselwerk dat uiteindelijk niet helpt om me rustig te houden. Ik ben vooringenomen tegen hem en alles dat hem (nog) steunt. Ik wil een Amerika-boycot op mijn rustige glimlachmomenten en eigenlijk gvd een total economic war to say the least… Die man moet weg, geëlimineerd als president… Ja Pa… Niks Ja Pa, waarom hebben we je een academische opleiding laten volgen, om ons duystere licht te verjagen toch? Er is 72 jaar van jouw 71 jaar vrede hier… Ja Pa… Maar jouw woede leeft ook in mij, nog… Omdat we een rechtvaardige wereld willen en gewoon de ruimte en rust willen hebben om van mensen te kunnen houden, daarom zijn we woedend, toch? Ja Pa…

Formeren

Het hebben van een regering is natuurlijk in het landsbelang. België is ooit ruim een jaar niet geregeerd en daar bleef het uitstekend gaan. Het was een goed moment kennelijk in de economische cyclus. Er zijn van die momenten van “vast is vast, niets meer aan doen, hij gaat lekker zo”. Het was op dat moment kennelijk ook in het gemiddelde partijbelang om niet in de regering te zitten, om niet datgene te doen wat de verkiezingsuitslag van iedereen leek te vragen. En het heeft er alle schijn van dat Nederland nu ook in zo’n fase zit. Het gaat goed met de economie en de banen en alle voor de hand liggende combinaties ketsen af. Het lijkt niet in het partijbelang van zeg maar zes of zeven partijen om nu een regering met elkaar te vormen. Even geen pluche, Het spel van de formatie is belangrijker. Het land kan het lijden.

Formeren is een spel. Een spel met de regels van de speltheorie, met de regels van de onderhandeling en met trends en data over eerdere formaties. Voor sommigen het belangrijkste en leukste spel dat er in de politiek kan worden gespeeld. En het is precies dat spel-idee waardoor stemmers zich afvragen voor wie dat spel wordt gespeeld. Voor de kiezer of voor de gekozenen. En wie daaraan twijfelt moet zich voor de geest halen hoe belangrijk het is voor de PvdA om niet nog meer van haar voortbestaan op het spel te zetten. Hoe storend je het ook vindt beste kiezer. In de vorige formatie is er te weinig gespeeld en te snel verantwoordelijkheid genomen (zeggen de historische analyses) en je ziet aan Samsom waar dat eindigt. Dit hoort er nou eenmaal bij, ook al lijken we ons straks net zo belachelijk te maken als de Belgen een paar jaar geleden.

Uit de historie lijkt een aantal wetten te destilleren, zoals:
– over aantallen partijen en of deelname “nodig” is. Rutte 2, een twee-partijen-kabinet, werd gedomineerd door de VVD, PvdA ging onderuit. D66 heeft een keer in een drie-partijen-kabinet gezeten zonder dat ze nodig waren voor een meerderheid, ze gingen onderuit, toen ze later een keer wel nodig waren ging het beter. Met meerdere partijen en met grotere programmatische verschillen is het lastiger om onderling vertrouwen te hebben, lijnen zijn langer en ingewikkelder, en dus moet er meer worden vastgelegd. Bij dat vastleggen heeft de grootste partij vaak weer het voortouw en voordeel.
– over de volgorde waarin mogelijkheden worden afgevinkt. Iedereen weet dat de grootste de premierbonus kan opstrijken, maar ook dat die partij moet beginnen met de partners tegemoet te komen. Als een kleine iets (snel) inlevert is ie dat kwijt, als de grootste iets inlevert kan dat op een ander punt met macht worden teruggepakt. Maar ook, bijvoorbeeld nu: Jesse lijkt klaar. De positie van de ChristenUnie is daarmee prompt sterker. Dus gaat Pechtold spartelen. Als dat niet wordt opgelost, Roemer en Asscher blijven weigeren, komen ze weer terug bij Jesse, die dan plotseling weer veel sterker staat. Wat er nu gebeurt is niet in het belang van de VVD, hoe langer dit spel duurt, hoe meer alternatieven achter de horizon verdwijnen, hoe meer er moet worden ingeleverd. Daarom was Rutte ook zo blij met Samsom vier jaar geleden. Die noodzaak tot inleveren gaat straks in sterkere mate voor Buma op vermoed ik, maar dat hangt weer af van andere regels uit de speltheorie.
– een belangrijke is onderling vertrouwen. In het motorblok zit nu één partij die zich in de afgelopen jaren buiten het spel heeft gehouden, het CDA. Buma blokkeert van alles uit Groen Links. Dat maakt hem als partner wellicht voorspelbaar, maar dat is wat anders dan weten dat je op hem rekenen kunt als het moeilijk wordt. Positioneel gezien heeft Wilders de beste papieren voor deelname aan de formatie. Qua vertrouwen, zelfs al levert hij de kern van zijn programma in, scoort hij onder het vriespunt. Aan dat vertrouwen kan je bouwen. Buma kan vier jaar tegenspartelen nuanceren en compenseren door nu te bewegen, maar zijn voorspelbaarheid ligt juist in de onbeweeglijkheid. Als Buma niet hard gaat bewegen op klimaat en inkomensverdeling of baanzekerheid, of misschien zelfs wel ruimte voor wetgeving over vrijwillige levensbeëindiging, wordt hij één van de volgende vertrekkende partijen. en precies door dat idee dat er wel een rechte rug staat, maar geen maatje die naast je gaat staan als het nodig is.
– een belangrijke wet is de wet van de tijd. In de onderhandelingstheorie geldt als wet dat de grootste stappen worden gezet als er tijdsdruk is. De vraag is dan, wie kan die tijd en tijdsdruk het best beïnvloeden en wie blijft het kalmst en wakkerst als de nood hoog wordt en de vermoeidheid dwingt tot zakendoen. Wat we nu zien is dat alle partijen, behalve de VVD en de (in-)formateur vinden dat er tijd zat is. We hebben nu twee maanden, achttien werkdagen “verkend”. Alsof ambtenaren van Rutte en Dijsselbloem dat niet al in kaart hadden voordat de gesprekken begonnen, de analyse van de verschillen zal op tafel hebben gelegen. Maar dat gaan we eerst rustig 18 werkdagen verspreid over twee maanden uitdiepen. Geen mens die er tempo in krijgt. Bij de eerste poging tot druk van Schippers en het eerste onderhandelen ging het in de eerste ronde gelijk mis. De boodschap is duidelijk: VVD, wij hebben meer tijd dan jij, als jij wat wilt, ben jij aan zet. Men gniffelt handenwrijvend over de impasse. We graven nog aan de loopgraven joh, nog niet schieten. En Oh ja, het spel is zo belangrijk en we vertrouwen elkaar zoveel dat we er niets over naar buiten brengen. Eerst nog even graven jongens….

Ik vrees dat dit nog minstens tot ver na Prinsjesdag gaat duren. of misschien zelfs wel tot in 2018. En is dat erg? De economie draait prima zonder bewegende overheid. Zit er iemand in Europa nu te wachten op een missionaire Rutte die iets roept over de Brexit? Of over Turkije? Zou Trump minder brokken maken als wij wel een regering hadden? Zou het gesprek tussen Merkel en Macron anders verlopen met Rutte in de buurt? Ik denk het niet. Rutte had een positie op een toneel dat vlak voor de verkiezingen door de Brexit totaal veranderde en vlak na de verkiezingen door een nieuwe relatie tussen Duitsland en Frankrijk weer zal verschuiven. We zullen ons opnieuw moeten invechten. Op het wereldtoneel spelen andere spelers. En bijvoorbeeld ook: Draghi heeft meer invloed op onze pensioenen met zijn rentebeleid dan Klijnsma, dus….
In ons land wachten de bejaarden, de kinderen die jeugdzorg nodig hebben, onderwijzers en advocaten op het moment dat er een regering aantreedt die de schade herstelt die ze in de afgelopen vier jaar hebben opgelopen. Dat wel, er is iets te besturen. In ons land wachten de partijen die het land willen verduurzamen op steun van een regering met een duidelijke lijn. Ja er is iets te regeren. In ons land wachten mensen die een huurwoning zoeken op een regering die de schade herstelt van jaren afbraak van corporaties en goedkope contingenten. Ja er is iets te besturen.

Maar, wachtenden, heb geduld. Het spel is nu belangrijker en dat lijkt tot mijn verdriet volstrekt onvermijdelijk. En de kans dat het spel meer invloed heeft op het eindresultaat dan de inhoud van de bestuurlijke problemen (bijv, ja het onderwijs moet nodig beter betaald worden en meer speelruimte krijgen, maar ja D66 heeft al zoveel zijn zin gekregen…) lijkt ook groter naarmate het spel langer duurt. Na de verlenging krijgen de penalty’s altijd een beetje het karakter van een loterij. Het is niet anders. Teveel partijen hebben belang bij een verlenging. Wij niet, maar ja…. Laten we hopen op een golden goal…

13 mei 2000

Het zou een memorabele dag worden. Voor veel mensen veel ingrijpender dan voor mij. Hij begon zo mooi. Een mooie zomerse zaterdag. De mensen waren vrij, Veel mensen waren buiten, genieten van winkelen of van de natuur, veel kinderen waren aan het buiten spelen.

De zaterdagse boodschappen waren binnen. We zaten in de tuin. Ik herinner me dat ik wel een uur met lege blik voor me uit heb zitten staren terwijl langzaam een steeds scherper beeld in me opborrelde. Ik was consultant bij KPMG. De accountants hadden in hun ethische code de opdracht gekregen om een zakelijke splitsing te maken tussen accountantsdiensten en adviesdiensten: “geen consultancy verkopen onder dreiging van de onthouding van de handtekening onder de jaarrekening” kort samengevat. De sfeer in het bedrijf was er niet beter op geworden. De consultants moesten goed worden verkocht en dus werd vrij plotseling het financieel resultaat nog een stuk belangrijker dan ervoor. Het wrong met mijn beelden over kwaliteit voor de klanten. Ik was de strijd aan het verliezen. De momenten waarop ik dacht dat ik het wel eens verkeerd zou kunnen zien werden talrijker. Nu in de tuin, zei ik tegen half drie plotseling, meer tegen mezelf dan tegen mijn echtgenote, maar toch, ook tegen haar: “Ik pas daar niet meer. Ik word er ongelukkig. En ook als ik denk dat ik het niet goed zie nu, dat gevoel dat het me leeg zuigt gaat niet weg. Er zit maar één ding op. Ik neem ontslag. Ik moet daar weg. Ik ga wel praten met de jongens van interim-management. Ik moet zelfstandig worden. Het is klaar.” Het was een erg ingrijpend beeld. Vier en vijftig, geen financiële buffers die groot genoeg waren voor de rest van het bestaan, geen garantie of strategie voor succes. Ik had een geweldige knoop van spanning, verlies en bevrijding in mijn maag. Zo’n drie kwartier later, na wat inleidend geknetter, volgde de eerste grote knal.

Bij de eerste vuurwerkgeluiden was ik naar de zolder gelopen om te kijken of ik kon zien waar het vandaan kwam. Ik stond voor het open raam. Het was een onwaarschijnlijke lokatie, ergens achter de brouwerij, in een woonwijkje. Er leek ook geen systeem in te zitten. Het was niet zoals het wezen moest. ik liep naar beneden. Mijn twee jongens wilden weg met mijn auto. Ze zouden onderweg wel even kijken. M’n dochter meldde dat ze met man en kind naar de binnenstad gingen om schoenen te kopen. Ik ben niet zo’n waarschuwer. Ze hebben misschien wel iets gemerkt van ongerustheid. Maar in ieder geval niet veel. Toen iedereen een kwartier weg was, kwart over drie ongeveer, kwam de eerste klap. En vrijwel direct een orkaan aan sirenes van politie en brandweer. Wat er dan gebeurt is misschien al wel duizenden keren door onderzoekers waargenomen. Ik stapte van de ene werkelijkheid in een andere. Mijn ontslag was ver weg ineens. Wat een life-changing decision leek, was futiel geworden. Het zal adrenaline zijn, maar er was zowel angst (niet zozeer om ons, want ik had gezien dat het vuurwerk betrekkelijk ver weg was, anderhalve kilometer, maar om de kinderen die misschien zouden zijn gestopt om naar het vuurwerk te kijken) als een immense nieuwsgierigheid. Misschien moet je om te weten wat je moet doen, vechten, vluchten, helpen, de situatie wel eerst goed verkennen. Ik moest terug naar de zolder. Intussen bellen naar de mobieltjes van de kinderen. Niets.

Een andere werkelijkheid ja. Tijd bijvoorbeeld. Tijd loopt normaal lineair. Je kunt normaal best aardig schatten hoeveel tijd er tussen twee momenten ligt. Nu heb ik geen idee hoeveel tijd er verstreek tussen de eerste en de tweede grote klap. Of hoeveel later Koen, een vriend van mijn oudste zoon en zoon van een brandweerofficier, langskwam om te vertellen dat we weg moesten gaan, desnoods lopend omdat we met de auto de straat niet uit konden. De Grolschfabriek stond in brand en als de tank met koelvloeistof zou ontploffen zou alles ten noordwesten ervan -“kijk de rookpluim staat ook over jullie huis heen”- sterven aan verbrande slijmvliezen. Terwijl we de katten zochten om mee te redden kwam Jan Mans op tv vertellen dat het niet hoefde. Iemand had de tank al leeg laten lopen. (Er was de week ervoor toevallig een oefening geweest. De jongen die dat bij de oefening ook had gedaan zat op de camping bij zijn ouders en is op de brommer naar Enschede gereden en heeft de boel opgelost. Zelfstandig. Hij kon niemand bereiken om te vragen of het nodig was en of hij er wel in zou kunnen of later, om het te vertellen tot hij klaar was en later aan een agent met ramp-communicatie vertelde wat hij had gedaan). Of hoeveel tijd er verstreek tot m’n oudste zoon terugkwam. Hij had zijn broer ergens anders in de stad afgezet. Was teruggereden en heeft een stel licht gewonde jongens opgepikt en naar het ziekenhuis gereden. Met de tweede lichting kwam hij naar huis, naar de verbandtrommel van ma. Het was al bijna avond toen m’n dochter zich meldde. Tijdens het passen van schoenen was de winkelruit over hen heen naar binnen geslagen. M’n schoonzoon heeft zijn dochter gepakt en vluchtte naar buiten. Dochter zoekt kind in de winkel en vindt niets. Ze vinden elkaar later buiten. Hun auto kan het parkeerterrein niet af. Alle hoofdroutes zijn dicht ten behoeve van brandweer en ambulances. Ze moeten ruim een uur omlopen, om het ruim afgezette rampgebied heen, schoonzoon op één eigen schoen en één gepaste uit de winkel.

Een andere werkelijkheid ja. Normaal heb je het idee, misschien wel de illusie, dat je ertoe doet en invloed hebt. Dat je huis veilig is. Dat je beslissingen kunt nemen, zoals ontslag nemen, die ertoe doen en gevolgen hebben. Nu is alles wat je meemaakt groot, groter dan normaal en alles lijkt willekeurig toe te slaan. Ik maak mee, maar ben geen slachtoffer. Ik ben bang, maar alles kwam goed. Langzaam dringt door hoe groot de schade moet zijn. Niet alleen van de klappen. Maar vooral ook van de erop volgende brand. Maar het is niet mijn schade. De wereld is groot en tegelijkertijd klein. Mijn katten waren even belangrijker bij wijze van spreken dan de buren die misschien van de koelvloeistoftank niets wisten. Maar er bleken veel illusies te zijn die dag. Kinderen die moesten vluchten omdat hun huis niet de veiligste plek bleek. Van een gezin dat niet vluchtte overleefden er drie het niet.
Maar ook emoties waren er in andere volgordes en combinaties. Was ik nou opgelucht dat mijn zoon terugkwam? Was ik boos dat hij twee keer was teruggegaan en de held had gespeeld, of juist trots dat hij daar de moed voor had? Was ik jaloers dat ik verlamd thuis zat en niets had gedaan en hij wel? Bij de tweede ontploffing voor het open zolderraam kon ik niet blijven staan. Je ziet op films mensen bij een explosie achteroverslaan door de drukgolf. Anderhalve kilometer van die explosie af voelde ik de klap zo hard dat ik achteruit moest lopen om niet te vallen. Mijn trommelvliezen deden zeer. Hoe bang werd ik? Of ging ik schoolnatuurkunde na om mij iets voor te stellen over knopen en buiken in een golf en dat dit een buik moest zijn geweest? En hoe hard de klap moest zijn geweest voor de brandweerlieden en de eerste rijen kijkers. Schakelde de lichaamschemie emotionele circuits uit of om? Op de tv werd gemeld dat het een vuurwerkfabriek was. Ik wist niet eens dat er daar één zat. Daar werd ik weer wel erg boos van. En later pas, ’s avonds pas echt, kwamen al die mensen binnen, binnen in mijn hoofd, die dood moesten zijn en gewond en dakloos. Of uit preventieve overwegingen niet naar huis mochten. Ik kan me nog steeds niet voorstellen dat er maar 20 doden zijn gevallen.

Een andere werkelijkheid ja. Die nog tijden de normale werkelijkheid grotendeels verdrong. Aan het eind van de avond, toen de knallen wat minder frequent werden en het aantal sirenes minder, de helikopters niet meer vlogen, herinnerde ik me ineens weer mijn besluit tot ontslag nemen. Ik weet nog dat ik vloekend riep: God, zo’n groot uitroepteken achter dit besluit hoefde nu ook weer niet!!” Op momenten dat je nietigheid voorin in het bewustzijn raakt is er kennelijk de behoefte iets te zeggen tegen een “hogere macht”. En tegelijkertijd wat te grinniken om mezelf. Ik zou overigens nog geen drie weken later ZZP-er zijn met een klus van een jaar.
Ik heb nog maanden sirenes in mijn hoofd gehad. Ik kon van slag raken als ik een echte hoorde. In Enschede Noord waren vier supermarkten. Twee ervan verwoest en één nog tijdelijk gesloten. Van de vier kwamen bijna alle klanten naar de Appie in Noord. Ook ik kwam daar eigenlijk haast nooit en wist de weg niet in de winkel. Het was er druk dus, niet gewoon druk dus. Maar overal stonden mensen aan elkaar te vragen waar de koffie en waar de wasmiddelen lagen en vielen elkaar dan soms huilend in de armen. Ze moesten hun verhalen aan elkaar kwijt. De stad stonk. De mensen zijn elkaar soms dagen kwijt geweest. Leden van een gezin in verschillende sporthallen opgevangen en niet direct vindbaar voor elkaar. Een van de vriendjes van mijn jongste zoon kon plotseling niet meer tafeltennissen bleek na een paar dagen. Hij zag telkens weer voor zich hoe een rondvliegend brok beton een man op een fiets had gedood. Bijna duizend gewonden en net zoveel daklozen. Veel huizen met schade (inderdaad kon je in een lange straat de knopen en buiken van de schokgolf zien aan de afwisseling van kapotte ramen en scheuren in muren en dan weer schadevrije panden). Alles wat ik aan schade had, was dat in één van de verbrande supermarkten mijn beste pak hing. Net terug van de stomerij. Ik had zo weinig, het was allemaal zo indirect en toch zoveel reactie, zoveel ontreddering, beklemming en verwondering… Zoveel hardnekkigheid van die ontredderende andere werkelijkheid waar toeval heerst en individuen niet tellen. Hoe zwaar moest het zijn voor al die anderen die wèl… ?

Ze zeggen wel eens dat een stad dan zijn onschuld verliest. Een vreemde uitdrukking. Maar ik weet geen betere. Alleen, die onschuld keert dan geleidelijk weer terug. Er wordt hier weer net zoveel vuurwerk verkocht als voor 2000. De wijk is vernieuwd. De krater van de explosie van de opslag ligt er nog. Er staat een monument. We herdenken nog jaarlijks. Maar de kinderen die nu de rotjes afsteken hebben het niet meegemaakt en zullen het nooit meer zo kunnen ervaren. Life goes on…
Tot het weer een zaterdag is die erg lijkt op die van nu 17 jaar geleden. En ik me herinner dat ik nog aantekeningen heb van toen… Maar of ik dan de volgende keer dat 13 mei op een mooie zaterdag valt met songfestival en moederdagvoorbereidingen weer iets zal doen met blogs of sociale media?
En de volgende dag werd Feyenoord kampioen, precies 77 jaar na 14 mei 1940, toen de Duitsers het centrum van Rotterdam platgooiden, Nederland capituleerde en nu mensen dat stonden te herdenken. Life goes on…