Wat maakt het toch een boel uit wat je doet en waar je bent voor wat er in het hoofd omgaat. De laatste dagen was dat bijvoorbeeld, de schoonheid van een landschap vol wit bloeiende struiken, meidoorn (waarom dat geen aprildoorn heet als ie nu bloeit?), krent en spirea. De Ardense glooiingen in een bruidssluier. Of, bospaadjes met bloeiend klein hoefblad en bos-anemoontjes. Al die heksenbezems en Maretak die in de nog grotendeels onbebladerde bomen goed zichtbaar waren. Zon op het water. Of al die vogels die een paar-maatje zoeken en hun longetjes uit hun lijf zingen. Of, de vier doodgereden vossen die we gisteren langs de weg zagen, ook op zoek naar een paar-maatje, anders hadden we ze nooit gezien. Of de stijfheid in de beenspieren en de gloeiende voetzolen, de zonsondergang. De muizenissen waren vervangen door frisse lucht en natuurlijke schoonheid langs de Ourthe en de Semois.
De dagen ervoor tolden er verschillende blog-onderwerpen door mn hoofd en soms weet ik niet eens waar die dan vandaan komen. Mijn aandrang om iets te schrijven over de kans dat een narcist als Trump de wereld naar de derde wereldoorlog voert bijvoorbeeld was niet erg groot. Ik bedwing die aandrang al weken met succes. Maar hij zeurt wel, niet in de Ardennen, maar ervoor wel, en nu is ie terug. En sterker dan voor hij kruisraketten op Syrië afvuurde. De wereld wordt gedomineerd door narcisten, die extremisten gebruiken voor hun machtsbasis. Maar wij hebben onze narcist Baudet dus we spelen ook een rol, toch?
Ik herinner me uit mijn jonge jaren heftige discussies of je martelende dictators nou alleen met oorlog mocht bestrijden, want daar was wetgeving over, of dat het vanwege het aantal doden dat bij oorlog valt beter was om ze met onwettige middelen als een op de persoon gerichte aanslag uit te schakelen. We zagen daar toen geheime diensten zonder meer toe in staat. En ik moet toegeven dat die herinneringen niet voor niets boven komen. Ik dacht aan een blog in dialoogvorm… Maar dan nog, waarom komt dat soort herinneringen ineens frequent boven? En niet tijdens het wandelen in de Ardennen of bij het uitrusten ervan?
Of aan het verschil en de overeenkomst tussen het racisme en fascisme in de 30-er jaren en dat van nu. Er zijn veel overeenkomsten, maar geen van de huidige schreeuwers heeft plannen om een heel volk uit te roeien, toch? Valt het dan mee?
En dan was er Faust. Faust als een van de sterkste verhalen over het niet monotheïstisch zijn van het Christendom. Mensen hebben altijd al moeite gehad met het toeschrijven van niet alleen de verlossing en het goede aan “God”, maar ook alle ellende. We vonden de straffende God uit. Maar dat hielp niet echt. Mensen hebben hun hele geschiedenis lang meerdere goden gehad. Er was er misschien eentje die boven alles verheven was, maar die was dan onbenaderbaar. Dus ging je voor gezondheid naar de ene en voor een goede oogst naar de andere. Zo hebben de katholieken Maria als intermediair neergezet en vereerd en bidden ze tot haar en zijn er honderden heiligen voor allerlei onderwerpen des levens. Maar, in de oudheid was er ook veelal ook een God die het slechte belichaamde. Die als de slang aan de wortel lag van de zondeval en de menselijke onvolmaaktheid, die honger en ziekte bracht. Een God die van het sterfelijke lichaam was, terwijl de “echte God” van de eeuwige ziel was. In het oude testament is er maar zeer spaarzaam sprake van de duivel (1 keer), Satan (enkele keren) en soms onder andere namen zoals Belial. De hardnekkigheid waarmee de duivel in onze tegenwoordige cultuur nog steeds een rol speelt is dan ook moeilijk uit Bijbelse gronden te verklaren. En toen kwam Goethe met Faust, een variant op het verhaal van Job wellicht? Sindsdien zijn er bijvoorbeeld tientallen muziekstukken geïnspireerd op dit wedstrijdje tussen God en de Duivel verschenen, zelfs Randy Newman schreef er een opera over. Ik moet er nog induiken. Maar waarom dat me plotseling interesseert, al sla je me dood (niet doen, ik ben nog niet toe aan een vrijwillig levenseinde, nog een onderwerpje dat ik met succes uitstel)
Maar voorlopig zingt mijn gemoed nog in het Frans en Vlaams, in het groen met geel en wit, met dartelende vogeltjes en voel ik mijn hamstrings trekken van de voorbije fysieke inspanningen. Veel leuker dan die intellectuele inspanningen. Nog wel. Wie weet.