Kerstster

Vandaag heb ik de kerstviering van de school van mijn kleinzoons bijgewoond. Ik vroeg me van tevoren al af of het ooit nog zou wennen, luisteren naar het kerstverhaal, en nee. Tsjonge.
Na afloop, we lopen met z’n vieren naar de auto, zeg ik lichtjens grinnikend tegen m’n lieve dochter, ik sprak zachtjes dacht ik, “dat van die ster en die herders en die koningen, dat kan alleen als die ster max zo’n 50m boven die stal hangt, dat ze aan die ster kunnen zien waar ze moeten zijn. En dat soort onderwijs betalen wij met ons belastinggeld…”. “ssshhht”, zegt Nynke. “Nee mam”, zegt Cem. 9 is ie, “opa heeft gelijk, als je in de auto rijdt, lijkt het net of de zon met je meerijdt, zo is het met de sterren vast ook”. Bedoel ik, tsjonge.

In mijn inborst strijden meerdere beelden. Ik vind dat onderwijs geen sprookjes moet vertellen en ik vind dat onderwijs veel sprookjes moet vertellen, maar er dan wel bij zeggen dat het sprookjes zijn. Geen sprookjes bijvoorbeeld, als het om begrijpen van horizonnen en perspectief gaat. Om onze goede inborst in de gouden eeuw toen we IndiĆ« leegroofden en in slaven handelden (en daar kreeg ik er nog veel van toen ik op school zat). Maar, bijvoorbeeld. Verhalen als bindmiddel voor levenskunst, er is weinig beter en meer leerzaam voor kinderen. Verhalen om de fantasie van kinderen te prikkelen. Verhalen om in de buurt te komen van de meer pittige thema’s in het leven, als vrede en strijd en wat dan goed is en slecht. Verhalen als appelboor naar binnen, om je te helpen kijken naar wat er in je omgaat. Maar met een stalen gezicht vertellen dat koningen, die van honderden kilometers ver naar het westen reizen vanwege de ster (waarschijnlijk een vrij unieke samenstand (conjunctie) van meerdere planeten) dankzij die ster de stal vinden… Ammehoela.

Moet je dan ook kinderen de magie ontnemen? Het geloof in Sinterklaas -nee, nu even niet zwarte Piet- is best intens en vertederend en gaat vrijwel altijd zonder diepe trauma’s over. Er is een wereld tussen de werkelijkheid en de magie. Kinderen komen aan het eind van hun kleutertijd uit de animistisch-magische fase. Dingen zijn bezield, beesten kunnen praten. Als kinderen 7 zijn geloven ze niet meer in Sinterklaas, totdat ie komt. Ze staan met een been in het ene wereldje en een been in het andere. We raken dat eerdere been nooit helemaal kwijt trouwens. We blijven verhalen boeiend vinden, van Potter en tovenaars van Oz, van de ban van de ring, van Bommel en Tom Poes, van helden die zich verzetten tegen de corrupte bovenwereld als Robin Hood en Tijl Uijlenspiegel of het A-team. En veel in die verhalen kan niet of is zeer onwaarschijnlijk. Geeft niet. Noren en IJslanders kregen in de Edda hun visie op de wereld en het leven aangedragen, Wagner vond die verhalen zo boeiend dat hij heeft geprobeerd er oer-duitse verhalen van te maken. Een boeiend verhaal met magie is altijd een weg geweest om mensen iets in zichzelf te laten openzetten voor hun spirituele leven. Maar er is iets mis als mensen niet wordt geleerd om verder te reiken dan het verhaal op zich. Ik heb veel volwassenen gekend die het verhaal van de onbevlekte ontvangenis, van de hemelvaart, net zo letterlijk namen als het verhaal van “de ster”. En dat onderwijs subsidiĆ«ren we dan.

Moet het dan, ook op zo’n christelijke school, want daar zitten de apen, worden ontluisterd? Moet je dan aan kinderen gaan vertellen dat Jezus, als we al sporen van zijn bestaan zouden kunnen vinden, maar reconstruerend uit het evangelie van Lukas, waarschijnlijk 4 tot 5 jaar voor Christus is geboren? Taalkundig is het al iets om op te kauwen… Moeten we dan al die twijfel over de vraag bij welke volkstelling/registratie, uitgevaardigd door Augustus om belastingredenen (de relatie tussen Apple en Ierland moest toen nog tot bloei komen) Jozef en Maria op reis gingen? Die van het jaar min 7 of het jaar plus 7? Enig idee hoe groot Bethlehem toen was en hoeveel herbergen dat telde, het paar werd nogal eens de deur gewezen… Een paar honderd zielen voor een nederzetting in die tijd… en dan een hele rits volle herbergen, tsjonge Ik twijfel over die ontluistering, als je al vindt dat, bijvoorbeeld omdat we nou eenmaal toch in een joods-christelijke cultuur leven het best met joods-christelijke verhalen naar onze spiritualiteit kunnen reiken, moet er ook een aura omheen van wonderen, nee, ja, nee, in de Edda bijvoorbeeld, ook zo’n bron van spiritualiteit die dicht bij onze wortels ligt, er is veel ervan het christendom ingeslopen, kerst als lichtfeest bijvoorbeeld, zijn de goden prominent aanwezig, is er een slang die de aarde kan omvatten… Maar dat het een metafoor is, is zo duidelijk in de Edda. Priesters hebben eeuwen lang onderling gestreden om de letterlijkheid van veel bijbelverhalen en veel christenen….

Nee. Het went niet meer, zo’n kerstster. Ik voel mee met Cem

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *