Extreme parallellen

Heb ik nou een déjà vu of lijkt het maar zo? Ik vraag me dat al een dag of tien af. Met verwondering heb ik gekeken naar de treitervloggers, zoals ze inmiddels heten, en de reacties vanuit pers en politiek, maar ook aan de storm van, soms zogenaamde, humor eromheen. Wat is hier aan de hand dat het gedrag van een stel knapen zo belangrijk kan worden?

Weet ik veel… Ik krijg inderdaad déjà vu-gevoelens bij de reacties. Ik was 14 in 1960. Rock en Roll kwam. “Apenmuziek” was de liefste kwalificatie. Na de vetkuiven kwam het langere haar. Student was ik en begin twintig. Een van mijn kennissen had tegen zijn vader gezegd dat het haar van Jezus volgens de zondagsschoolplaatjes nog langer was. Zijn studietoelage werd gestopt. En met de seksuele vrijmaking waren Sodom en Gomorra inclusief de zoutpilaren, onder het woestijnzand uit gekomen. We gingen ten onder.
Er gebeurde iets, en de ouderen, ouders, gevestigde orde, politici en opiniemakers, ze reageerden op hetgeen gebeurde zelf. Lang haar, vrije seks, kraken, protesten tegen Claus… En nu weer, op het pesten, op het hangen, op hun wens om een buurthuis terwijl ze er een hadden gesloopt, op hun gedrag richting politie…

De vraag is, gaat het om wat er concreet gebeurt of is er iets anders aan de hand? Toen, 1960/1970, ging het niet om wat er concreet gebeurde, niet om jongens die een gaatje in hun schedel boorden en of die veel navolgers zouden krijgen? Ben je gek… Het was een periode van grote maatschappelijke economische en politieke veranderingen en een van de signalen daarvan was dat de jeugd ging zoeken, uitdagend experimenterend ging zoeken, signalen afgevend dat er iets voorbij was dat nooit meer terug zou komen. En daar ging erg veel bij mis, was veel dom of van korte duur. Ook. Maar er veranderde ook veel echt.

En nu, wij zitten als ouderen, ouders, gevestigde orde, politici en opiniemakers te kijken naar uit de hand lopende Amerikaanse verkiezingen, spanningen tussen de Turkse gemeenschappen in ons land, gewelddadig verzet tegen AZC’s en vragen ons af wat er in de wereld gebeurt. We zien geweld tegen hulpverleners. We zien politici die zich voortdurend oordelen aanmeten over de rechterlijke macht. En is dat wat anders, nou misschien en voorzover wel wat anders, au fond niet veel erger dan een beetje treitervloggen? We zien politici die hun volk besodemieteren om uit de EU te kunnen. En ik vraag me dan ook af of niet in alle generaties tegelijk nu, onder leiders en volgers tegelijk nu, onder kansarmen en kansrijken tegelijk nu, iets aan de hand is dat duidt op grote maatschappelijke veranderingen. Gaat het dan om die groeiende “kloof” tussen kansrijken en achterblijvers? En om de brutalen onder de achterblijvers die zich roeren en iets spiegelen dat we nog niet goed kunnen zien? Wie weet. Hoe komt het dat links, vroeger de stem van de achterblijvers, zo ongeveer dood is?
Het leven heeft mij geleerd dat ergernis gaat over mij en niet over waar ik me aan erger. Als we zo boos worden over iets dat vervelend is, maar ook veel speelse trekjes heeft, ludiek noemden wij dat toen, waar prikken ze dan precies in? In iets dat we graag zo willen houden maar niet houdbaar is? En sjonge, wat kunnen we goed hypen en allemaal dezelfde kant op rennen in onze nieuwe geïndividualiseerde wereld. En geef nou niet direct sociale media de schuld want die reaguurders reageren nog steeds heel vaak op wat de tv hen heeft voorgeschoteld.

Ik vraag mij af waarom ik meer dan een jaar zo intensief moet meegenieten met de stupiditeit van de verkiezingen in de VS en waarom tien dagen lang op journaals en talkshows het moet gaan over een paar uit de hand lopende jongens in Zaandam. En waarom de pers zich niet openlijk afvraagt of haar doorgeformatteerde nieuws-entertainment niet mee onderdeel is van een beweging die model staat voor en flink bijdraagt aan de crisis waarover men rapporteert en die niet anders dan tot meer idioterie moet leiden. Alleen, als ik me afvraag hoeveel navolging al die media-aandacht bij de volgende golf treiteraars oproept realiseer ik me weer dat er volgens mij toch maar één was die een gaatje in zijn schedel boorde tegen het roken en het establishment. Er is hoop. Het werd na 1975 niet echt maatschappelijk veel beroerder, toch? Moeten we wel een beetje het hoofd koel houden vrees ik

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *