Brexit en Borexit: crisis in de traditionele politiek?

Het is veel meer dan een soap. Ja waar, ik krijg de neiging tot besmuikt gniffelen. Eerst roept Cameron dat hij de premier is die het regelt ongeacht de uitslag, dan laat hij het opruimen van de shit over aan degene, Bam Bam Boris, die het hardst heeft gewerkt bij het veroorzaken ervan en dan duikt Boris ook. De complottheorie van “ze wilden allemaal helemaal geen Brexit, ze wilden alleen een beetje paniek zaaien in Europa en zichzelf op de kaart zetten bij de kiezers” krijgt langzamerhand realistische trekjes.

Er is een puberaal/studentikoos spelletje gespeeld. Ala, rotzooi trappen in de kroeg en dan hard wegrennen, de schade ligt bij anderen. Het bleek een erg hoog spelletje. De vraag rijst dan, hoe komen serieuze politici in 2016 ertoe om zichzelf en hun land zo te kijk te zetten. Hoe hoog is de nood? Of komt het door de populariteit van House of Cards?

Nou kan je roepen dat Europa hier een les te leren heeft. Kennelijk is het allemaal zo stroperig en weinig inspirerend, zo ineffectief en zo bemoeizuchtig dat zelfs Cameron er niet doorheen komt en als een boze puber aan de noodrem trekt en/of zijn vriendje Boris uitdaagt om dat te doen. Waar. Europa is doordat niemand zijn souvereiniteit op deelonderwerpen wil opgeven een ongelofelijk onmachtig en traag vehikel geworden van 27/28 landen. Ik roep al jaren dat Europa waarschijnlijk “smaller” moet, op minder terreinen bezig, maar waar ze wel taken hebben doorzettingsmacht moeten hebben over de lidstaten heen en een dito machtig controlerend parlement. Wat we nu hebben is van alle vormen de slechtste en een zo langzamerhand volkomen onwerkbaar compromis. Allemaal waar dus. De crisis in het Verenigd Koninkrijk is mede de crisis van Europa. Maar daar ligt de bron niet. Het probleem gaat m.i. veel dieper. Het is een probleem van het langzamerhand achterhaald raken van de institutie “politieke partij”.

In onze bestuurlijke beschaving bestaat het instituut politieke partij nog niet zo lang. Het is iets dat eigenlijk pas is gaan leven na de invoering van het algemeen kiesrecht een eeuw geleden.
De partij heeft in ons westers stelsel een aantal functies:
1. ze vertegenwoordigen een “waardenset”, een denkrichting. Waarden die gaan over markt/samenleving/overheid, over solidariteit, over economische structuren en beginselen, over de ruimte en het milieu, internationale verhoudingen.
2. politieke partijen werken die waarden en richtingen uit in een “agenda”, met doelstellingen over energie, banen, zorg.
3. partijen zijn een plek waar de in politiek geïnteresseerde burger naartoe komt, waar hij kan deelnemen in het proces van agenderen en richting bepalen
4. partijen selecteren politiek talent en zijn een carrière-kanaal voor mensen met ambitie die de agenda uiteindelijk moeten vertalen in bestuurlijke beslissingen en politieke controle.
5. partijen zijn het kristallisatiepunt in verkiezingen. Ze organiseren campagnes, maken “lijsten”, vormen achterbannen voor gekozenen

Nou er is vast meer. Je kunt concluderen, dat we sinds het begin van de vorige eeuw eigenlijk een groot deel van wat politiek is in democratieën in de wereld zijn gaan bouwen rond dit instituut, deze organisaties die we politieke partijen noemen.
Alleen is er in de actualiteit langzamerhand iets mis met de bindende kracht van deze institutie. Er zijn steeds minder mensen lid van een politieke partij. Er zijn steeds minder mensen actief lid van een partij. Steeds meer partijen hebben moeten concluderen dat de politieke veren waarmee ze groot zijn geworden (liberaal, sociaaldemocratisch, confessioneel) hulzen zijn geworden die inhoudelijk leeg raken. Steeds meer burgers hebben de indruk dat politici hun partijbelang zwaarder laten wegen dan het belang van het land en zijn burgers. Politici die sterk hun partij vertegenwoordigen verliezen steeds meer hun geloofwaardigheid.

Maar wat nog sterker is, partijen moeten het als rekruteringskanaal en opleidingskanaal voor politiek talent steeds vaker afleggen tegen de media. Pim Fortuyn was de eerste in Nederland die partijen naar zijn hand liet dingen en er uiteindelijk zelf één oprichtte. Pim die mediageniek was. Toen Rita Verdonk populair werd en het toch van Mark Rutte verloor, richtte ze Trots op Nederland op. Wilders, met de PVV, ook een eenmanspartij eigenlijk. Trump, half binnen, half buiten de Grand Old Party, uiteindelijk erin, wint het door de media. Grillo in Italië. Boris Johnson’s populariteit had meer te maken met zijn extravagantie en zijn stunts dan met zijn bindende en inspirerende ideeën over de toekomst van de UK en Europa, sterker nog, een paar maanden geleden schreef hij tegelijkertijd twee artikelen, één voor en één tegen Brexit, want hij was er niet uit.
Wat deze mensen gemeen hebben is extreem narcistisch gedrag. Politici moeten sowieso een iets meer dan gemiddeld narcistisch profiel hebben, anders ga je niet in schijnwerpers staan met de mededeling dat je beter bent en meer zult kunnen dan je opponent. Daar is het merendeel van de mensheid te geremd voor. Politici zonder partij (of met de partij als ballast, als Johnson en Trump) roepen eigenlijk “En ik ben ook nog eens veel belangrijker dan de partij en het hele politieke systeem dat jullie zo beu zijn. Ik hoor hier eigenlijk niet eens bij, ik kom schoon schip maken”. Dan is narcisme geen “eigenschap” meer, maar een “stoornis”.

Wat we nu hebben gezien in Engeland met name, want de politici in de buitengewesten in de UK hebben wat minder het verstand verloren, is de opkomst van leiders die het spel via de media spelen, zich verzetten tegen deskundigen, in net iets te veel gevallen verdeeldheid brengen, en, ala House of Cards politiek meer zien als een spel om macht (en van stabiliteit van het verkalkte systeem zo lang ze er in aan de macht zijn), dan als het dienen van de natie en de wereld. Het volk blijft op dit moment even openlijk belazerd achter. Het hele politieke systeem kraakt in de UK, de UK kraakt zelf. En waardoor? Door Europa? Ook, wellicht. Maar vooral door de onmacht van de laatste generaties politici om politiek op een faire manier als een boven de individuele politieke machthebbers uitstijgend waardevol systeem levend en in stand te houden. Het volk agendeert, via splinterpartijen en social media: angst voor buitenlanders, bijvoorbeeld, angst tegen het verlies van de eigen identiteit en munt, angst voor schaalvergroting, verlies aan banen door verplaatsing van arbeid naar lagelonenlanden, politici die het agenderen met hun verdwijnende achterbannen verleerd hebben nemen uit electorale overwegingen de verkeerde agenda over. Partijen graven door aan hun eigen graf door die te volgen en niet eigenstandig hun waardensets en hun richtinggevende keuzen tijdig te vernieuwen. De UK, één van de oudste democratieën in de wereld, maakt het verval van de instituties nu het scherpst duidelijk. Niet alleen het Brexitkamp verbrokkelt, ook het leiderschap in de oppositie is in crisis.

En waardoor is die crisis dan gegroeid? Is het toch de prediking van “verdeeldheid” bij gebrek aan inspiratie over wat een samenleving bijeenhoudt? Wij tegen de banken, wij tegen de Grieken, wij tegen de vluchtelingen, wij tegen dat bureaucratische en bemoeizuchtige Europa? Wij tegen….? Wij tegen de politiek….?
Is het de voortdurende aandacht voor de verdediging tegen “de andere”, is het dat spinnen, het imago, de PR, (op de plaats waar Boris Johnson meedeelde dat hij zich niet kandideerde als conservatieve premier was het bordje “Nooduitgang” afgeplakt om te voorkomen dat er foto’s zouden verschijnen van Boris onder dat bordje als symbool van zijn afgang, dat moet met een beetje fotoshoppen te verhelpen zijn) die ertoe bijdraagt dat ze steeds verder het drijfzand inzakken?

Maar misschien nog belangrijker, wat moeten we doen om te voorkomen dat we geleid worden door psychiatrische patiënten straks?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *