Brexit en beschaving: waar blijft het aanpassend onderhoud?

Als socioloog in de dop leer je in je eerste jaar al dat het bij beschaving gaat over iets dat zo verinnerlijkt is dat je niet weet dat je hem hebt en wat het is. Zoals het spreekwoord luidt: een vis is de laatste die snapt dat hij in het water leeft. Tegelijkertijd is er de les dat een beschaving, (een set gedragsregels, waarden, diepe overtuigingen en normen) onderhouden moet worden. Met educatie, voorbeeldgedrag, rituelen, selectiemechanismen voor belangrijke posten, etc. Dat is het soort onderhoud om het “te houden zoals het is”, het conserverend onderhoud. Er is ook een ander soort onderhoud en dat heeft te maken met aanpassen aan een veranderende wereld. Aan nieuwe technieken, een veranderend klimaat, andere verhoudingen met de volken om je heen, bijvoorbeeld. Adaptief onderhoud.

De kern van wat we “beschaving” noemen is waarschijnlijk gebaseerd op een aantal gedragsbeheersingsmechanismen die er altijd bij horen.
Het eerste is “uitstellen van de primaire reactie”. Als iets je stoort, roei het niet onmiddellijk uit, maar kijk wat het is, waar het vandaan komt en wat het je te zeggen heeft.
De tweede is “reguleren van agressie en geweld”. Zowel in verbale zin als in fysieke zin.
De derde is “respect en compassie”, Je laat dingen die anderen storen, maar ook: we kunnen wel regels maken, maar het stelen van een brood uit honger is iets anders dan uit hebberigheid en daarmee:
Deze derde vloeit voort uit een vierde en dat is “nuance”. Iets of iemand is nooit definitief en volledig goed of slecht. Misdadigers hebben ook rechten. De wereld is niet zwart/wit, alleen voor borderliners.
De vijfde is, het organiseren en handhaven van reguleringsmechanismen. We vechten dingen niet zelf onderling uit, maar we scheppen een rechterlijke macht met institutionele procedures, etc.

Het onderhoud dat nodig is om een beschaving opgewassen te laten blijven tegen veranderingen die van buiten op een volk afkomen, mag nooit ten koste gaan van dit soort principes en mechanismen.

Tachtig jaar geleden veranderde de wereld ook snel. Techniek, nieuwe geopolitieke verhoudingen, de industrialisatie leidde tot een snelle verstedelijking en afbraak van feodale verhoudingen aan de ene kant, nieuwe politieke verhoudingen met emancipatie-partijen, de vorming van de sovjetmacht… het ging hard en er was leiderschap nodig voor “adaptief onderhoud”. Wat er gebeurde was de opkomst van leiderschap dat angst voedde, racisme en xenofobie, de behoefte aan “het eigene eerst”. Men meende er goed aan te doen het onzekere volk te binden door hun angst te versterken en er externe partijen de oorzaak van te noemen en de schuld van te geven. Het conserverende onderhoud gebeurde op een manier die haat, minachting en tweespalt bracht. Het fascisme heeft Europa verscheurd.

De overeenkomst tussen toen en nu is dat het op bijna alle mechanismen aan het fout gaan is. We zoeken dingen niet uit, we gebruiken voortdurend fact-free politics, we slaan om ons heen. Internet staat vol met onuitgestelde haat-reacties, Wilders, Trump, Farage en Bam Bam Boris voeden dat ook. Laten we het over het geweld maar niet hebben. Trump roept zijn volgelingen zelfs op om protesterenden mannelijk op afstand te houden. Respect voor vluchtelingen, moslims; een groot deel van het beschaafde volk heeft het. Maar er zijn overal “leiders” met de boodschap dat de ander vooral geen respect verdient. Compassie wordt sterk gedoseerd. Het is vervelend als ze verdrinken in de Middellandse zee, maar verrekken in een kamp mag wel. En nuance? SyriĆ«rs en Afrikaanse vluchtelingen zijn “ze” voor de mensen die tegen de instroom van vluchtelingen zijn, tegen de islam, tegen de oost-europeanen die onze banen inpikken en die op de markt onverstaanbaar met elkaar praten.
Wilders bewijst al zo lang hij rondloopt dat hij geen ontzag heeft voor onze reguleringsprincipes. De rechterlijke macht is tegen hem. Trump vecht aan dat een Hispanic rechter ooit een onafhankelijk oordeel kan vellen omdat Trump wel eens iets over een muur heeft gezegd.
Wat we de laatste jaren hebben gezien is de opkomst van “leiders” die de beschaving niet dienen en onderhouden, maar richting willen geven aan politieke processen op een manier die tegen de grondbeginselen van beschaving ingaat. Dat je wilt nadenken over regulering van de instroom aan vreemdelingen is een terecht agendapunt. Als dat gepaard gaat met het voeden van angst en haat, van disrespect voor de rechterlijke macht en de staat, van racisme en xenofobie dan is er sprake van een anti-beschaving-offensief.

Een andere overeenkomst is dat we kennelijk meemaken dat de tijden angst en de behoefte voedt om je veilig te voelen in je eigen warme gemeenschap van gelijksoortigen. Het internationale bedrijfsleven schuift niet alleen grenzenloos met geld, belastingconstructies, machtsstructuren en dergelijke, maar ook met banen en milieugevolgen. Banken dienen zichzelf en de superrijken. Pensioenen verdampen, hypotheken komen onder water, de zorg verschraalt en dan staan ook nog eens Afrika en Oost-Europa voor de deur op een moment dat onze rivieren overstromen en de riolen de regen niet meer aankunnen. Wie komt er eigenlijk nog voor ‘ons’ op? Wie beschermt ons tegen werkloze moslimjongetjes die “hoer” roepen tegen onze vrouwen en dochters? Een groeiend deel van het oude electoraat van links voelt zich bedrogen en bij de neus genomen, verraden door de doctorandussen. Net als tachtig jaar geleden is er leiderschap nodig, dat luistert, serieus neemt, zoekt en vernieuwt. Maar dat doet met inachtneming van, “uitstellen”, “nuance”, “respect en compassie”, “handhaving van de rechtsstaat”

Wat we hebben gezien de laatste vijf jaar is dat de gevestigde orde, de groeiende populariteit van populisten ziend, uit angst is gaan meehuilen. Halbe Zijlstra werpt zich met verve op als spreekbuis van iets letterlijk onmogelijks als “het beschaafde populisme”. Cameron heeft zich uit electorale angst voor UKIP steeds kritischer betoond tegen Europa. Tegen immigratie. Tegen de regels die de financiĆ«le sector op het pad van de beschaving moesten houden. Engeland (Het Verenigd Koninkrijk moet ik zeggen) heeft sinds Thatcher (“We want our money back”) zich tegenover Europa publicitair steeds als de straatvechter opgesteld. Achter de schermen zal het allemaal wel zijn meegevallen, gezien Camerons felheid van de laatste vijf maanden voor “Remain”, maar in de vijf jaar er voor heeft hij net als Thatcher de indruk naar de morrende kiezer gevestigd, dat Europa dringend een stap terug moet doen en dat zulks alleen lukt als je dreigt eruit te stappen. “Geen dialoog maar dreigen”. Als dit politiek concept uiteindelijk het monster van het referendum (en met deze uitslag) heeft gebaard kan hij niet anders meer dan vol aan de bak, maar die abortuspoging kwam te laat. Het kind van het wantrouwen was voldragen. Wantrouwen dat ook nog eens van beide zijden dagelijks werd gevoed door het moedwillig verdraaien van feiten en doen van valse beloften.

De oude Engelsen hebben gekozen voor een soort revival van het oude “Splendid Isolation”. Het conservatieve en conserverende onderhoud, niet begrijpend dat het Pond, de pensioenen, de vluchtelingen en het klimaat hiermee achterop worden geholpen. Ze hebben de jeugd die andere perspectieven op de wereld koesterde de pas afgesneden. En dat als volgers van leiders die het voor zichzelf doen en niet voor hen. Leiders die uit schaamte de komende vijf jaar het recht op slapen hebben verspeeld als ze gaan nadenken. Conservatief Engeland en VS kiezen voor geweld en naar binnen kijken, voor stoer doen tegen de veranderingen alsof ze daarvan weggaan. Ze kiezen voor oude concepten en meer dan tachtig jaar oud gedrag, om de problemen van nu te lijf te gaan. Moderne liberalen hebben kennelijk niet meer het leiderschap voor een adaptief, aanpassend onderhoud van onze beschaving. Links lijkt in de ogen van de kiezer al een tijdje langer uitgepraat.
Of?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *