Maandelijks archief: juni 2016

Brexit en Borexit: crisis in de traditionele politiek?

Het is veel meer dan een soap. Ja waar, ik krijg de neiging tot besmuikt gniffelen. Eerst roept Cameron dat hij de premier is die het regelt ongeacht de uitslag, dan laat hij het opruimen van de shit over aan degene, Bam Bam Boris, die het hardst heeft gewerkt bij het veroorzaken ervan en dan duikt Boris ook. De complottheorie van “ze wilden allemaal helemaal geen Brexit, ze wilden alleen een beetje paniek zaaien in Europa en zichzelf op de kaart zetten bij de kiezers” krijgt langzamerhand realistische trekjes.

Er is een puberaal/studentikoos spelletje gespeeld. Ala, rotzooi trappen in de kroeg en dan hard wegrennen, de schade ligt bij anderen. Het bleek een erg hoog spelletje. De vraag rijst dan, hoe komen serieuze politici in 2016 ertoe om zichzelf en hun land zo te kijk te zetten. Hoe hoog is de nood? Of komt het door de populariteit van House of Cards?

Nou kan je roepen dat Europa hier een les te leren heeft. Kennelijk is het allemaal zo stroperig en weinig inspirerend, zo ineffectief en zo bemoeizuchtig dat zelfs Cameron er niet doorheen komt en als een boze puber aan de noodrem trekt en/of zijn vriendje Boris uitdaagt om dat te doen. Waar. Europa is doordat niemand zijn souvereiniteit op deelonderwerpen wil opgeven een ongelofelijk onmachtig en traag vehikel geworden van 27/28 landen. Ik roep al jaren dat Europa waarschijnlijk “smaller” moet, op minder terreinen bezig, maar waar ze wel taken hebben doorzettingsmacht moeten hebben over de lidstaten heen en een dito machtig controlerend parlement. Wat we nu hebben is van alle vormen de slechtste en een zo langzamerhand volkomen onwerkbaar compromis. Allemaal waar dus. De crisis in het Verenigd Koninkrijk is mede de crisis van Europa. Maar daar ligt de bron niet. Het probleem gaat m.i. veel dieper. Het is een probleem van het langzamerhand achterhaald raken van de institutie “politieke partij”.

In onze bestuurlijke beschaving bestaat het instituut politieke partij nog niet zo lang. Het is iets dat eigenlijk pas is gaan leven na de invoering van het algemeen kiesrecht een eeuw geleden.
De partij heeft in ons westers stelsel een aantal functies:
1. ze vertegenwoordigen een “waardenset”, een denkrichting. Waarden die gaan over markt/samenleving/overheid, over solidariteit, over economische structuren en beginselen, over de ruimte en het milieu, internationale verhoudingen.
2. politieke partijen werken die waarden en richtingen uit in een “agenda”, met doelstellingen over energie, banen, zorg.
3. partijen zijn een plek waar de in politiek geïnteresseerde burger naartoe komt, waar hij kan deelnemen in het proces van agenderen en richting bepalen
4. partijen selecteren politiek talent en zijn een carrière-kanaal voor mensen met ambitie die de agenda uiteindelijk moeten vertalen in bestuurlijke beslissingen en politieke controle.
5. partijen zijn het kristallisatiepunt in verkiezingen. Ze organiseren campagnes, maken “lijsten”, vormen achterbannen voor gekozenen

Nou er is vast meer. Je kunt concluderen, dat we sinds het begin van de vorige eeuw eigenlijk een groot deel van wat politiek is in democratieën in de wereld zijn gaan bouwen rond dit instituut, deze organisaties die we politieke partijen noemen.
Alleen is er in de actualiteit langzamerhand iets mis met de bindende kracht van deze institutie. Er zijn steeds minder mensen lid van een politieke partij. Er zijn steeds minder mensen actief lid van een partij. Steeds meer partijen hebben moeten concluderen dat de politieke veren waarmee ze groot zijn geworden (liberaal, sociaaldemocratisch, confessioneel) hulzen zijn geworden die inhoudelijk leeg raken. Steeds meer burgers hebben de indruk dat politici hun partijbelang zwaarder laten wegen dan het belang van het land en zijn burgers. Politici die sterk hun partij vertegenwoordigen verliezen steeds meer hun geloofwaardigheid.

Maar wat nog sterker is, partijen moeten het als rekruteringskanaal en opleidingskanaal voor politiek talent steeds vaker afleggen tegen de media. Pim Fortuyn was de eerste in Nederland die partijen naar zijn hand liet dingen en er uiteindelijk zelf één oprichtte. Pim die mediageniek was. Toen Rita Verdonk populair werd en het toch van Mark Rutte verloor, richtte ze Trots op Nederland op. Wilders, met de PVV, ook een eenmanspartij eigenlijk. Trump, half binnen, half buiten de Grand Old Party, uiteindelijk erin, wint het door de media. Grillo in Italië. Boris Johnson’s populariteit had meer te maken met zijn extravagantie en zijn stunts dan met zijn bindende en inspirerende ideeën over de toekomst van de UK en Europa, sterker nog, een paar maanden geleden schreef hij tegelijkertijd twee artikelen, één voor en één tegen Brexit, want hij was er niet uit.
Wat deze mensen gemeen hebben is extreem narcistisch gedrag. Politici moeten sowieso een iets meer dan gemiddeld narcistisch profiel hebben, anders ga je niet in schijnwerpers staan met de mededeling dat je beter bent en meer zult kunnen dan je opponent. Daar is het merendeel van de mensheid te geremd voor. Politici zonder partij (of met de partij als ballast, als Johnson en Trump) roepen eigenlijk “En ik ben ook nog eens veel belangrijker dan de partij en het hele politieke systeem dat jullie zo beu zijn. Ik hoor hier eigenlijk niet eens bij, ik kom schoon schip maken”. Dan is narcisme geen “eigenschap” meer, maar een “stoornis”.

Wat we nu hebben gezien in Engeland met name, want de politici in de buitengewesten in de UK hebben wat minder het verstand verloren, is de opkomst van leiders die het spel via de media spelen, zich verzetten tegen deskundigen, in net iets te veel gevallen verdeeldheid brengen, en, ala House of Cards politiek meer zien als een spel om macht (en van stabiliteit van het verkalkte systeem zo lang ze er in aan de macht zijn), dan als het dienen van de natie en de wereld. Het volk blijft op dit moment even openlijk belazerd achter. Het hele politieke systeem kraakt in de UK, de UK kraakt zelf. En waardoor? Door Europa? Ook, wellicht. Maar vooral door de onmacht van de laatste generaties politici om politiek op een faire manier als een boven de individuele politieke machthebbers uitstijgend waardevol systeem levend en in stand te houden. Het volk agendeert, via splinterpartijen en social media: angst voor buitenlanders, bijvoorbeeld, angst tegen het verlies van de eigen identiteit en munt, angst voor schaalvergroting, verlies aan banen door verplaatsing van arbeid naar lagelonenlanden, politici die het agenderen met hun verdwijnende achterbannen verleerd hebben nemen uit electorale overwegingen de verkeerde agenda over. Partijen graven door aan hun eigen graf door die te volgen en niet eigenstandig hun waardensets en hun richtinggevende keuzen tijdig te vernieuwen. De UK, één van de oudste democratieën in de wereld, maakt het verval van de instituties nu het scherpst duidelijk. Niet alleen het Brexitkamp verbrokkelt, ook het leiderschap in de oppositie is in crisis.

En waardoor is die crisis dan gegroeid? Is het toch de prediking van “verdeeldheid” bij gebrek aan inspiratie over wat een samenleving bijeenhoudt? Wij tegen de banken, wij tegen de Grieken, wij tegen de vluchtelingen, wij tegen dat bureaucratische en bemoeizuchtige Europa? Wij tegen….? Wij tegen de politiek….?
Is het de voortdurende aandacht voor de verdediging tegen “de andere”, is het dat spinnen, het imago, de PR, (op de plaats waar Boris Johnson meedeelde dat hij zich niet kandideerde als conservatieve premier was het bordje “Nooduitgang” afgeplakt om te voorkomen dat er foto’s zouden verschijnen van Boris onder dat bordje als symbool van zijn afgang, dat moet met een beetje fotoshoppen te verhelpen zijn) die ertoe bijdraagt dat ze steeds verder het drijfzand inzakken?

Maar misschien nog belangrijker, wat moeten we doen om te voorkomen dat we geleid worden door psychiatrische patiënten straks?

Brexit en beschaving: waar blijft het aanpassend onderhoud?

Als socioloog in de dop leer je in je eerste jaar al dat het bij beschaving gaat over iets dat zo verinnerlijkt is dat je niet weet dat je hem hebt en wat het is. Zoals het spreekwoord luidt: een vis is de laatste die snapt dat hij in het water leeft. Tegelijkertijd is er de les dat een beschaving, (een set gedragsregels, waarden, diepe overtuigingen en normen) onderhouden moet worden. Met educatie, voorbeeldgedrag, rituelen, selectiemechanismen voor belangrijke posten, etc. Dat is het soort onderhoud om het “te houden zoals het is”, het conserverend onderhoud. Er is ook een ander soort onderhoud en dat heeft te maken met aanpassen aan een veranderende wereld. Aan nieuwe technieken, een veranderend klimaat, andere verhoudingen met de volken om je heen, bijvoorbeeld. Adaptief onderhoud.

De kern van wat we “beschaving” noemen is waarschijnlijk gebaseerd op een aantal gedragsbeheersingsmechanismen die er altijd bij horen.
Het eerste is “uitstellen van de primaire reactie”. Als iets je stoort, roei het niet onmiddellijk uit, maar kijk wat het is, waar het vandaan komt en wat het je te zeggen heeft.
De tweede is “reguleren van agressie en geweld”. Zowel in verbale zin als in fysieke zin.
De derde is “respect en compassie”, Je laat dingen die anderen storen, maar ook: we kunnen wel regels maken, maar het stelen van een brood uit honger is iets anders dan uit hebberigheid en daarmee:
Deze derde vloeit voort uit een vierde en dat is “nuance”. Iets of iemand is nooit definitief en volledig goed of slecht. Misdadigers hebben ook rechten. De wereld is niet zwart/wit, alleen voor borderliners.
De vijfde is, het organiseren en handhaven van reguleringsmechanismen. We vechten dingen niet zelf onderling uit, maar we scheppen een rechterlijke macht met institutionele procedures, etc.

Het onderhoud dat nodig is om een beschaving opgewassen te laten blijven tegen veranderingen die van buiten op een volk afkomen, mag nooit ten koste gaan van dit soort principes en mechanismen.

Tachtig jaar geleden veranderde de wereld ook snel. Techniek, nieuwe geopolitieke verhoudingen, de industrialisatie leidde tot een snelle verstedelijking en afbraak van feodale verhoudingen aan de ene kant, nieuwe politieke verhoudingen met emancipatie-partijen, de vorming van de sovjetmacht… het ging hard en er was leiderschap nodig voor “adaptief onderhoud”. Wat er gebeurde was de opkomst van leiderschap dat angst voedde, racisme en xenofobie, de behoefte aan “het eigene eerst”. Men meende er goed aan te doen het onzekere volk te binden door hun angst te versterken en er externe partijen de oorzaak van te noemen en de schuld van te geven. Het conserverende onderhoud gebeurde op een manier die haat, minachting en tweespalt bracht. Het fascisme heeft Europa verscheurd.

De overeenkomst tussen toen en nu is dat het op bijna alle mechanismen aan het fout gaan is. We zoeken dingen niet uit, we gebruiken voortdurend fact-free politics, we slaan om ons heen. Internet staat vol met onuitgestelde haat-reacties, Wilders, Trump, Farage en Bam Bam Boris voeden dat ook. Laten we het over het geweld maar niet hebben. Trump roept zijn volgelingen zelfs op om protesterenden mannelijk op afstand te houden. Respect voor vluchtelingen, moslims; een groot deel van het beschaafde volk heeft het. Maar er zijn overal “leiders” met de boodschap dat de ander vooral geen respect verdient. Compassie wordt sterk gedoseerd. Het is vervelend als ze verdrinken in de Middellandse zee, maar verrekken in een kamp mag wel. En nuance? Syriërs en Afrikaanse vluchtelingen zijn “ze” voor de mensen die tegen de instroom van vluchtelingen zijn, tegen de islam, tegen de oost-europeanen die onze banen inpikken en die op de markt onverstaanbaar met elkaar praten.
Wilders bewijst al zo lang hij rondloopt dat hij geen ontzag heeft voor onze reguleringsprincipes. De rechterlijke macht is tegen hem. Trump vecht aan dat een Hispanic rechter ooit een onafhankelijk oordeel kan vellen omdat Trump wel eens iets over een muur heeft gezegd.
Wat we de laatste jaren hebben gezien is de opkomst van “leiders” die de beschaving niet dienen en onderhouden, maar richting willen geven aan politieke processen op een manier die tegen de grondbeginselen van beschaving ingaat. Dat je wilt nadenken over regulering van de instroom aan vreemdelingen is een terecht agendapunt. Als dat gepaard gaat met het voeden van angst en haat, van disrespect voor de rechterlijke macht en de staat, van racisme en xenofobie dan is er sprake van een anti-beschaving-offensief.

Een andere overeenkomst is dat we kennelijk meemaken dat de tijden angst en de behoefte voedt om je veilig te voelen in je eigen warme gemeenschap van gelijksoortigen. Het internationale bedrijfsleven schuift niet alleen grenzenloos met geld, belastingconstructies, machtsstructuren en dergelijke, maar ook met banen en milieugevolgen. Banken dienen zichzelf en de superrijken. Pensioenen verdampen, hypotheken komen onder water, de zorg verschraalt en dan staan ook nog eens Afrika en Oost-Europa voor de deur op een moment dat onze rivieren overstromen en de riolen de regen niet meer aankunnen. Wie komt er eigenlijk nog voor ‘ons’ op? Wie beschermt ons tegen werkloze moslimjongetjes die “hoer” roepen tegen onze vrouwen en dochters? Een groeiend deel van het oude electoraat van links voelt zich bedrogen en bij de neus genomen, verraden door de doctorandussen. Net als tachtig jaar geleden is er leiderschap nodig, dat luistert, serieus neemt, zoekt en vernieuwt. Maar dat doet met inachtneming van, “uitstellen”, “nuance”, “respect en compassie”, “handhaving van de rechtsstaat”

Wat we hebben gezien de laatste vijf jaar is dat de gevestigde orde, de groeiende populariteit van populisten ziend, uit angst is gaan meehuilen. Halbe Zijlstra werpt zich met verve op als spreekbuis van iets letterlijk onmogelijks als “het beschaafde populisme”. Cameron heeft zich uit electorale angst voor UKIP steeds kritischer betoond tegen Europa. Tegen immigratie. Tegen de regels die de financiële sector op het pad van de beschaving moesten houden. Engeland (Het Verenigd Koninkrijk moet ik zeggen) heeft sinds Thatcher (“We want our money back”) zich tegenover Europa publicitair steeds als de straatvechter opgesteld. Achter de schermen zal het allemaal wel zijn meegevallen, gezien Camerons felheid van de laatste vijf maanden voor “Remain”, maar in de vijf jaar er voor heeft hij net als Thatcher de indruk naar de morrende kiezer gevestigd, dat Europa dringend een stap terug moet doen en dat zulks alleen lukt als je dreigt eruit te stappen. “Geen dialoog maar dreigen”. Als dit politiek concept uiteindelijk het monster van het referendum (en met deze uitslag) heeft gebaard kan hij niet anders meer dan vol aan de bak, maar die abortuspoging kwam te laat. Het kind van het wantrouwen was voldragen. Wantrouwen dat ook nog eens van beide zijden dagelijks werd gevoed door het moedwillig verdraaien van feiten en doen van valse beloften.

De oude Engelsen hebben gekozen voor een soort revival van het oude “Splendid Isolation”. Het conservatieve en conserverende onderhoud, niet begrijpend dat het Pond, de pensioenen, de vluchtelingen en het klimaat hiermee achterop worden geholpen. Ze hebben de jeugd die andere perspectieven op de wereld koesterde de pas afgesneden. En dat als volgers van leiders die het voor zichzelf doen en niet voor hen. Leiders die uit schaamte de komende vijf jaar het recht op slapen hebben verspeeld als ze gaan nadenken. Conservatief Engeland en VS kiezen voor geweld en naar binnen kijken, voor stoer doen tegen de veranderingen alsof ze daarvan weggaan. Ze kiezen voor oude concepten en meer dan tachtig jaar oud gedrag, om de problemen van nu te lijf te gaan. Moderne liberalen hebben kennelijk niet meer het leiderschap voor een adaptief, aanpassend onderhoud van onze beschaving. Links lijkt in de ogen van de kiezer al een tijdje langer uitgepraat.
Of?

Ik DENK

Ik voel het, de wereld zit te wachten op een mening, mijn mening. Er is diepe nood en grote behoefte…
Ik denk dat DENK de uitkomst is van (en de voortzetting zal zijn van) een spel met alleen verliezers.
Ik denk dat jarenlang de achteruitgang van de PvdA onder hun traditionele kiezers is gemaskeerd door een vrijwel automatische keuze van eerste- en tweede-generatie Turken en Marokkanen voor de PvdA. Ik vraag en vroeg me wel eens af (en ik heb daar zelf als voormalig lid van een groslijstcommissie ook boter bij op het hoofd) of het kader wel voldoende aandacht heeft besteed aan wie er binnen kwam, licht verblind door de gedachte dat de mensen hun eigen achterban massaal meebrachten.
Ik denk ook dat er jarenlang te weinig aandacht is geweest voor wat deze nieuwe politieke Nederlanders nodig hadden. Ze namen een politieke cultuur mee van elkaar dingen gunnen in eigen kring. Wat was er nou nodig om de twee politieke culturen meer open met elkaar in gesprek te laten gaan. Toen die cultuur in de Turkse gelederen in Rotterdam Zuid een paar jaar geleden op tafel kwam volgden diepe veroordelingen, en althans niet in het openbaar, geen gesprek over wat nodig is om van A naar B te groeien, samen met de achterban.
Ik denk dat veel jongens en meisjes met islamitisch klinkende namen het moeilijker hebben op de arbeidsmarkt en scholingsmarkt.
Ik denk ook dat het voor slachtoffers met een “etnisch profiel” veel lulliger is om behandeld te worden als lid van een groep die het nou eenmaal beter doet op de criminele markt en slechter bij sollicitaties, dan wij als behandelaars denken. Ik vermoed dat zoiets bij mij tot iets dieps zou leiden, woede, slachtoffer-gevoel, whatever.
Ik denk dat het ontstaan van een partij die het eigene van immigranten wil benadrukken en de discriminatie wil zichtbaar maken dan ook een antwoord is op wat wij, als betweterige realisten veel allochtonen aandoen. Wij geven ze een etnisch profiel. Wij geven ze (daarmee) een grote aanleiding tot emancipatie…. Wij hebben zelf een traditie van politieke emancipatiepartijen, de PvdA was er één. Dat DENK zich nu zo profileert is m.i. een vergissing, maar wel één die past in onze eigen traditie. De PvdA is niet geslaagd in een echte “opname” van die andere politieke cultuur in de Nederlandse gelederen…
Ik denk namelijk dat het fout is als de huidige generatie mensen met ouders of grootouders uit Turkije, Marokko,, Suriname, Curacao of where-ever zich laten verleiden om met segregatie te antwoorden op onze profilering, maar ik snap het wel. Ik snap het zeker als vanuit de “oude” landen de banden warm blijven, al dan niet via de moskee…
En ja ik denk ook dat via die moskeeën veel weerstand wordt gepropageerd tegen onze moderne cultuur, onze seksuele moraal, onze omgangsvormen, onze ongelovigheid (we zijn zelfs nauwelijks christenen meer). Ik vermoed dan ook dat veel jonge mensen met buitenlandse wortels het soms niet makkelijk hebben om hun weg te vinden. Maar dan is het ook aan ons om de weg die DENK representeert wat minder voor de hand liggend te maken. Want ik denk dat DENK de verkeerde segregerende weg is die tot meer verliezers leidt.
Ik denk dan ook dat onze reactie op DENK veel te veel wijst en te weinig introspectief is. En te weinig uitgaat van de mogelijkheden van gesprek. Maar dat begint in de politieke arena een soort lachwekkende jeugdzonde vlak van na de twee wereldoorlogen te worden geloof ik. Introspectie en thee drinken met een ander… Zo 1950.

Ja ik DENK dat introspectie meer antwoorden oplevert dan wijzen en veroordelen… Maar ja dat kan ik nou wel denken, maar da’s ook maar een mening en geen reden om een partij op te richten.