De herfstdip, wie kent m niet? Er zijn allerlei volkenkundige theorieën over. Uit onze noordelijke streken dan. Hij zou met name voortkomen uit onze angst dat we die onzekere winter, die potentieel barre winter, met mogelijk voedseltekort en kou, niet zouden overleven. Je overleeft alleen als je voldoende voedsel hebt opgeslagen, als dat door overvloedige herfstregens tenminste niet verrot voor je er aan toe bent… Als je voldoende hout hebt voor vuur, als je voldoende huiden hebt om onder te slapen en je in te kleden…. Als je voldoende solidaire mensen om je heen hebt die jou te eten geven als je voorraad tekort schiet en je je laten warmen bij hun vuur. Angst, je roept je voorvaderen aan, de goeie dan, om je bij te staan (Allerheiligen) en je denkt aan al die mensen die de vorige winter het niet hebben gehaald (Allerzielen). De herfstdip. Hij komt dan voort uit onze primitieve verbondenheid met de natuur. Minder licht en dalende temperaturen. Er is een stramheid bij het opstaan die er s zomers niet is. Ik vraag me dan altijd af of ze op het zuidelijk halfrond een lente-dip hebben en rond de evenaar een regentijd-dip… o.i.d. Hebben we soms minimaal één periode per jaar als mens een toestand nodig die onze zorgen aanwakkert? Om daarna in de winter of tijdens de overstromingen na de regen een tijd mee te maken van meditatie en contemplatie als oplader voor het voorjaar, als je de ellende overleeft tenminste…?
Ik heb me een tijdje in astrologie verdiept en ook daar kwam ik sterk met de seizoenen samenhangende verklaringen tegen voor de betekenis van de tekens van de dierenriem. Ik zou als Ram een schoolvoorbeeld zijn van de pure drift om me te manifesteren, kijk naar de manier waarop een bolgewas als een crocus o.i.d. zich door een laag kiezels heen wrikt naar het licht. En zo zou de spaarzaamheid en de aanleg voor bezorgdheid over de gezondheid van de Maagd ook samenhangen met de tijd waarin mensen hun oogsten opslaan en zorgen voor voldoende vet op de botten. De Leeuw koestert de uitbundigheid van de oogstfeesten en is tegelijkertijd onzeker of het wel genoeg is. Nooit geweten dat de betekenis van planeten zich zo zou beperken tot het noordelijkste deel van het noordelijk halfrond… Ik heb dan ook over veel theorieën over de ontwikkeling van leven en betekenissen van fasen in het leven en de natuur een gezonde scepsis. De mens is een verhalenverteller en hij vertelt over dat wat hij kent… En die verhalen zijn alleen waar als je je ernaar gaat gedragen, toch?
Ik vraag me dan ook altijd af of ik m ook heb of merk, die herfstdip. Gedurende het leventje van school en werk kan een modern mens daar eigenlijk normaal gesproken makkelijk langsheen leven. En dat heb ik dan ook altijd gedaan. Eigenlijk is de herfst en de winter je drukste tijd. De zomer, bedoeld om hard te werken, van zonsopgang tot zonsondergang, om te wieden en te oogsten en zo voorts in ons stuk van de wereld, is nu de periode waarop we op vakantie gaan, bruin worden en uitrusten. In de herfst stellen we de begroting en het werkplan voor volgend jaar vast, onze ambities dus en niet onze bezorgdheid. We hebben ons werkende en lerende leven eigenlijk anti-cyclisch ingericht. Zelfs onze belangrijkste vermaak-industrie is in het najaar en de winter het meest actief, zie de tv, podiumkunsten e.d. Alleen de populaire muziek zit in de zomer met z’n festivals op het hoogtepunt. Dat zou ook nog eens de vraag kunnen oproepen of dat anti-cyclische leven niet erg ongezond is en daarom bij meer gevoelige naturen juist de psychologische rem en druk oplevert om neerslachtig te worden uit zelfbescherming, om een nog veel diepere dip van de burnout te voorkomen? .
Als pensionado is die anticyclische druk weg… En dan?
Ik merk nu een toenemende luiheid en neiging om te sudderen over het leven. Ik geniet verschrikkelijk van de herfst, de rijkdom in kleuren. Ik hou erg van het voorjaar, met het uitlopend groen en de voorjaarsbloeiers, de uitbundigheid van de levenskracht die je dan tegemoet knalt buiten, maar ook in de herfst is de natuur prachtig en indrukwekkend. En ik vind het triest, dat al die mooi gekleurde blaadjes vallen en verdorren… Ik begin, nu ik in deze tijd niet meer elke dag ‘van de baas’ in het donker hoef op te staan, de neiging te krijgen om uit te slapen en nog kalmer op gang te komen dan ik altijd al deed. Maar ik krijg vooral steeds meer de neiging om vragen te stellen over van alles. Zoals de herfstdip. Je zou er een van krijgen. Zeker als je je als “ouwe man” -dat ben je ook alleen maar als je jezelf zo noemt, verhalenverteller- gaat identificeren met zo’n vallend blad. Contemplatie is gevaarlijker dan je denkt… Hij bestaat dus, dan, soms….