Maandelijks archief: mei 2015

Puberkramp

And I hope that I don’t fall in love with you. Falling in love just makes me blue.**
Het was druk. Er was ook weer een dixielandband. Bij het podium stonden wat tafeltjes met stoelen en ook langs de muur stonden wat stoelen. De meeste mensen stonden langs de kant of dansten. Hij stond zelf met zijn vrienden in het midden van de lange muur. Zij zat met een jongen in een donkere trui aan een tafeltje met koffie. Ze was er vaker. Jurkje met petticoat tot de knie, blote armen, donkerblonde krullen. Er was iets aan haar, iets magnetisch. Zijn ogen werden naar haar toegezogen. Elke lijn, van haar armen, haar hals de bewegingen van haar handen, alles werd deel van zijn aanwezigheid, de muziek verstilde. Er leek zich een licht gekleurde cocon, een slurf te vormen, om hen samen heen, samen maar ver uit elkaar. Het was warm in hun eigen wereld. Of hun eigen wereld, zijn wereld waarin zij wat verder weg zich onbewust van hem en zijn betovering in gesprek was met een ander. Warmer was het in hun samenzijn in hem, dan het al was in de zaal met al die mensen die dansten en dronken.
Ze had een ingetogen stijl van dansen. Ze werd een beetje stijf met een rechte rug. Ze keek haar danspartner niet aan maar hield haar ogen op zijn borst gericht. Het was niet zozeer afweer, maar gedeeltelijke afwezigheid, zo dicht bij de adem, de handen en de benen, de borst van een jongen of man. Het was die wat teruggetrokken manier van contact maken die hem hoop gaf, hoop dat ze wel met iemand was maar eigenlijk op iemand wachtte die haar zou losmaken, en die hoop deed de betovering dieper naar binnen slaan. Nu zat ze daar aan dat tafeltje met die jongen in die donkere trui, maar hij kon haar als ie zijn ogen sloot ook zien dansen.

And I hope that I don’t fall in love with you. Ze kon geen naam hebben. Een naam maakte haar een gewoon mens en zou de betovering verbreken. Ze kon niet op een school zitten –in ieder geval niet op de zijne want hij zag haar alleen maar hier. Niet in een winkel werken, daar was ze het type niet naar, dat stille en teruggetrokkene, dat paste niet. Ze kon geen echte vriend hebben. Ze zat ook nu weer ver van die jongen vandaan. Ze spraken wel, maar maakten geen contact. Er was geen aanraking van handen. Die sierlijke handen die op de zijne wachtten, alsof ze daar was neergezet voor hem, alleen wist ze het nog niet.
Hij kreeg een por in zijn ribben. De meisjes van zijn vrienden waren gekomen en nu stond hij alleen, zijn vrienden dansten nu. Als ze er ooit…. Als hij er ooit… Ze zou hem moeten zien, horen, ze moest zijn bestaan ontdekken. Hij zou haar ten dans kunnen vragen, die jongen deed niets. Nee het is te vroeg. Nee, hij heeft eigenlijk haar ogen nooit goed gezien. Weet niets van hun uitdrukking. Zijn benen doen zeer, plotseling. Zijn handen zweten en meisjes houden niet van zweethanden. Hij liep naar het toilet om zijn handen te wassen. Langs haar en dat was eigenlijk de verkeerde kant op. Ze keek op, afwezig, toen hij langsliep. Haar linkeroog was lichter dan het rechter, groener dan het rechtse bruine. Hij verdween in die verschillende ogen en struikelde over de voeten van de jongen een tafeltje verder…

And I hope that I don’t fall in love with you. Hij waste zijn handen en liet zijn voorhoofd rusten tegen de koele spiegel. Zijn hart klopte snel. Rustig blijven. Het leek of dat geen moeite kostte. Alsof hij er op twee manieren tegelijk was, gespannen opgenomen in iets beangstigend groters dat hij niet begreep en een beetje met m op de loop ging, en tegelijkertijd zo rustig en verstild, bijna verlamd. Die verlamming was geruststellend. Het maakte m ook een beetje stoer. Dat moest toch indruk maken, dat hij er een beetje boven stond of zoiets. Hij durfde in elk geval weer naar binnen. Zijn vrienden dansten nog. Zes weken geleden had hij gedanst met Gerda, het meisje van één van zijn vrienden. Ze had m uitgelachen om zijn gebrekkige manier van dansen. Hij kon het eigenlijk nog maar nauwelijks. Zijn zus had het m een beetje geleerd, vluchtig en ongeïnteresseerd, zoals oudere zussen dat kunnen doen. Gerda had gegrinnikt om zijn haar dat alle kanten op stond. Afwasborsteltje, zei ze. Ze praatte honderduit en hij ook. Tussen hem en Gerda zat die spanning niet. Gerda was van zijn vriend. Ze schaterden om elkaars grappen en toen de band iets langzaams begon te spelen legde ze haar armen om zijn hals en vlijde zich tegen hem aan. Hij voelde nog hoe zijn hoofd rood werd van alle zachts en ronds dat hij tegen zich aan voelde bewegen, hoe hij iets voelde kloppen in zijn keel en wilde kussen. Hoe hij zijn handen voelde verkrampen om van haar borsten te kunnen afblijven. “ik voel je gekkie” zei Gerda en liet hem los. Ze liep naar het toilet. Met ..haar, haar met de verschillende ogen, de donkerblonde krullen.. zou hij dat nooit … of juist wel? De jongen in de donkere trui was weg. Ze zat er nog. In haar kleine wereldje, teruggetrokken, maar toch met iets zelfbewusts. Keek naar een glas cola en was alleen…

And I hope that you don’t fall in love with me. Ze is vast net zo eenzaam als jij jongen, Net zo bang. Net zo onzeker. Ze wil vast net als jij gewoon, ja wat wil een meisje? Gewoon aandacht? Of begrepen worden, of zich veilig voelen en niet zo afstandelijk zijn? Of sterke armen om haar heen als ze de eigenaar ervan vertrouwt. Dat jij er niet driest op af stormt en gaat veroveren. Dan trekt ze zich juist vast terug. Wat wil ze dan en hoe benader je haar dan? Dat ze er nog zit moet iets betekenen, dat ze niet meeging met die jongen of gewoon anders gelijk met hem vertrok. Zou ze ook jouw ogen hebben gezien, of zachtjes hebben gegrinnikt om je afwasborstelhaar, al had hij daar nu vet in gedaan om het in bedwang te krijgen…. ? Je kan haar nu ten dans vragen… Nee dan lijk je te gretig, die andere knul is net weg. Stoer wachten nog.
Hij besloot ook een cola te gaan halen en liep weer langs haar en weer keek ze vluchtig op. Hij was er nu nog minder op voorbereid dan de eerste keer. Hij voelde de blos tot onder zijn boord kloppen en het zweet op zijn voorhoofd komen. Zijn stem deed het niet, hij moest de cola aanwijzen. Jezus, wie ben jij nou helemaal, wat stel je voor, wat bied je aan zo’n schoonheid, zo’n verstilde … ja, wat heb je nou te bieden? Blozen? Struikelen? Bij het eerste het beste dansje waar een vrouw dichterbij komt een voelbare …. ? Niks stoere beheersing. Maar die ogen die halen alle woorden uit zijn hoofd. Die lijn van die hals.. je kan alleen maar je vuisten ballen en verkrampen. Falling in love just makes you blue… Hij loopt met zijn cola terug naar zijn plekje aan de muur. Gerda zwijmelt nu zo in de armen van zijn vriend. Zou ze hem ook voelen?

And I think that I just fell in love with you….Toen hij weer opkeek zag hij haar nog juist weglopen met één van de jongens die bij de band hoorden. Waar de kunst op afstraalde. Die elke week wel een andere konden krijgen. Zijn hand losjes om haar schouder. Ze kwamen niet terug. Haar plekje bij het podium was leeg, het colaflesje halfleeg. Er was ineens iets absurds, iets leegs. Hij kon haar nu nog zo voor de geest halen. Hij zag die ogen, die nu naar hem keken en lachten, haar neus trok ze iets op als ze lachte. Hij zag haar wenken. Hij voelde hoe zijn stem terugkwam en hoe hij zachtjes zei hoe hij heette en luisterde niet naar haar naam. En hij wist dat hij haar nu veilig onder zijn jas mee naar huis kon nemen….

**Met dank aan Tom Waits

Persbericht Muziekbank 28-5

Voortbestaan Muziekbank Overijssel in gevaar

Omdat bibliotheken in Overijssel moeten bezuinigen, komt ook de uitleen van muziek (diverse muziekdragers) in gevaar. Om dit risico af te wenden, heeft het bestuur van de Muziekbank Overijssel een tweetal initiatieven genomen.

Voor de korte termijn vraagt de Muziekbank voor de jaren 2015 tot en met 2017 in totaal 50.000 euro van de gemeente Enschede voor het in stand houden van de lokale functies zoals het handhaven van de door vrijwilligers gerunde uitleen in de bibliotheek in Enschede, en voor de uitvoering van een aantal educatieve functies. Voor de langere termijn is er een overleg gestart met een aantal partijen om te bekijken hoe de uitleenfunctie van de Muziekbank op een duurzame manier kan worden ingebed in het bibliotheeklandschap van Overijssel. Mochten deze initiatieven niet tot het gewenste resultaat leiden, dan houdt de Muziekbank in 2015 op te bestaan.

Aantal uitleningen gestegen

De meeste mensen kennen de Muziekbank als de CD-uitleen in de bieb. De Muziekbank bestaat inmiddels bijna 50 jaar. Begonnen als voorziening voor en door studenten op de UT. De laatste vier jaar is de Muziekbank voor alle Overijsselse bibliotheken gaan werken. Met éénmalige steun van de Provincie is het aantal uitleningen gestegen van 40.000 naar meer dan 120.000 uitleningen per jaar. Muziek lenen is nu voor alle leden van de bibliotheek in Overijssel gratis. Vorig jaar heeft de Wereldomroep haar volledige collectie van zo’n 80.000 titels aan de Muziekbank geschonken. Zodoende is een unieke collectie van meer dan 150.000 muziekdragers (Cd’s, Dvd’s en vinyl) ontstaan. Die collectie is openbaar en voor iedereen via de openbare bibliotheken ter beschikking.

Basis voor tientallen vrijwilligers

De Muziekbank vervult daarnaast een maatschappelijke taak voor haar 80 vrijwilligers, waarvan een aantal met een werkloosheidsuitkering die door hun inzet voor de Muziekbank hun kansen op de arbeidsmarkt hopen te vergroten. Deze vrijwilligers verzorgen en ontsluiten de collectie, runnen de logistiek en de praktische kant van het uitlenen en spelen een rol bij de uitvoering van educatieve functies. Vrijwilligers organiseren kleine tentoonstellingen rond artiesten, componisten en optredens op de diverse podia in Enschede. Daarnaast verzorgen zij een maandelijks ‘luisterrijk’ in de bibliotheek en cursussen over diverse muziekstijlen en –stromingen voor publiek. Bovendien zijn er drie medewerkers in dienst van de Muziekbank. De educatief medewerkster verzorgt samen met vrijwilligers cursussen en lezingen, alsmede tientallen workshops voor kinderen. Er is een inkoper/collectiebeheerder en de derde beroepskracht is bedrijfsleider die zorgt voor de professionele begeleiding van de vrijwilligers.

Inzet bestuur

Met de woorden van het bestuur: “Het voortbestaan van dit cultureel erfgoed dat in tientallen jaren door de inzet van honderden mensen is opgebouwd, dreigt verloren te gaan en daarmee wordt Enschede als Muziekstad weer een stukje armer. Tientallen vrijwilligers moeten elders onderdak zien te vinden en de betaalde krachten komen op straat te staan. De situatie is zo nijpend dat ontslagprocedures reeds in gang zijn gezet.

“We zijn als Muziekbank niet ‘too big to fail’ zoals de echte banken in 2008 bleken te zijn, maar ‘too small to fail’, te waardevol, te leuk, te goedkoop en te belangrijk om zomaar te sneuvelen. Dat geldt voor al die muziek die uit Enschede dreigt te verdwijnen als voor die tientallen vrijwilligers die zich niet alleen bij ons thuis voelen, maar zich ook een beetje ‘eigenaar’ van de Muziekbank voelen.
“We doen een oproep aan onze vrienden en leners om ons in deze moeilijke tijden te blijven steunen. Als bestuur kunnen we het niet alleen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de voorzitter van het bestuur, Hero Zuidema

Heeft de politiek nog toekomst?

De politiek verandert in ieder geval van karakter. Ik begrijp lang niet alles, maar er beweegt van alles en de voorspelbaarheid lijkt af te nemen. Een handvol soms onderling op het eerste en misschien ook tweede gezicht strijdige bewegingen:

1. Besturen wordt technocratischer. Draghi heeft meer invloed op de Europese economie dan de Europese ministers gezamenlijk en die weer dan elke regering apart die zich aan de Europese regels moet houden. Nationale politici praten erg veel over economie terwijl ze er steeds minder over te zeggen hebben. Nederland komt om in het geld van het handelsoverschot, de spanning tussen het arme zuiden en het rijker wordende noorden in Europa neemt door die verschillen in handelsoverschotten steeds meer toe en toch mogen in Nederland de lonen niet omhoog (waardoor dat handelsoverschot daalt) omdat er zich dan een stijging van het begrotingstekort zou kunnen voordoen. We verliezen onze autonomie aan niet-gekozen officials en de druk op meer “unie” om de Euro te redden neemt toe en dus meer niet-gekozen officials aan het roer.
2. Veel politiek lijkt te gaan over houding en gedrag, over imago, over ethiek en verontwaardiging en steeds minder over inhoud en problemen. We nemen een Bed-bad-brood-en-Burka-besluit vanwege de sterke symboolwaarde voor één van de coalitiepartijen en niet omdat het veel oplost. Die emotionele kant van de politiek gaat over politici tegenwoordig en over misstanden en ongelukken. Vroeger zaten de emoties vast aan visie, aan politieke uitgangspunten. Nu lijkt de pers vaker de agenda te bepalen en ook de defensieve reacties te kleuren dan de ambities van partijen en gekozenen
3. Politieke partijen versplinteren en verliezen hun vaste aanhang, op de kleine christelijke partijen na dan. Het was te verwachten na de ontzuiling, na de ontkerkelijking, het uit elkaar vallen van christelijke organisatiestructuren, die werden gekopieerd door links. De kinderen (wij zelfstandige en zelfverantwoordelijke burgers) werden groot en die maatschappelijke families vallen uit elkaar. Dat betekent kiezers op drift, maar waarheen?
4. In die versplinterde individualistischer wordende wereld, waar veel veiligheid biedende verbanden met de zuilen zijn mee-verkruimeld lijken kiezers steeds vaker uit ongerustheid en wrok tegen wat teloor is gegaan te handelen. Ze blijven weg bij verkiezingen, ze stemmen op partijen die zoveel mogelijk bij het oude willen laten en niets willen veranderen (conservatieve partijen groeien in heel Europa), ze stemmen op partijen die de natiestaat weer in het centrum willen (PVV, UKIP, grenzen dicht, weg met de euro, weg met de EU, weg met Griekenland). De versplintering treedt bijna overal op. Zelfs in landen als Duitsland en Engeland met twee of hoogstens drie partijen die er toe deden groeit het aantal fracties. Ik hoorde mevrouw Barth (de Samsom van de 1e kamer) uitleggen dat wegblijven bij verkiezingen een vorm van partijliefde is. Je wacht tot je weer meer reden hebt om op je partij te stemmen (sic met een sterretje). Ik vermoed dat de politiek zich niet alleen heeft vervreemd van de man in de straat, de man in de straat denkt “ze zoeken het maar uit” en trekt zich terug van de politiek. De kloof, als ie er is en groeit, en dat doet ie volgens mij, is geheel wederzijds
5. In dat versplinterde en verder door-versplinterende landschap is het vormen van regeringen een crime. En na het vormen ervan is het doorregeren nog moeilijker. Steun voor het beleid wordt onvoorspelbaar. De gelegenheidscoalities, al dan niet op basis van constructieve oppositie, gedoogsteun of wat ook, worden ook door die breedte van het palet steeds minder ideologisch en steeds meer pragmatisch en technocratisch. Handhaven van de coalitie wordt belangrijker dan de oorspronkelijke afspraken. Het uitleggen van het resultaat ervan aan achterbannen wordt dus ook steeds moeilijker omdat “de lijn” steeds waziger wordt. Het is opvallend dat een partij als de VVD die nooit veel van staatsrechtelijke hervormingen moest hebben de laatste tijd spreekt over het afschaffen van de eerste kamer en het invoeren van hogere kiesdrempels. Als je niet meer steun krijgt van de kiezer voor je beleid en je coalitie, dan zorg je dat de dissidente kiezer je niet meer zo kan dwarszitten.
6. Plucheplakkers, dat was een uitspraak van vroeger. Pluche plakt dus niet meer zo. Het kan maar zo gebeurd wezen met je coalitie en politieke carrière. Door dat onvoorspelbare, lijkt ook iets te ontstaan dat ik maar even “de arrogantie van de haast” noem. Ik vermoed dat het niet eens gaat om minachting voor de uitvoeringsproblemen, men heeft als politicus en zeker de carrièrepoliticus die nog nooit iets anders heeft gedaan dan debatteren, er gewoon geen kijk op. Men vindt dat men er ook niet zo erg over gaat. De samenleving mag dan niet meer maakbaar zijn, met al die briljante managers moet de uitvoering en de uitvoerende organisatie maar maakbaar zijn in het tempo dat de moeizaam onderhandelende politici uiteindelijk hebben vastgelegd. Collateral damage dat zijn dan de bejaarden zonder hulp en de hulpverleners zonder baan of salaris. De basisidee was goed en democratisch gesteund immers? Kinderen met een vlekje die tussen wal en schip vallen door bezuinigingen en bij gebrek aan op hen afgestemd onderwijs… geduld, dat soort dingen moet zich settelen. We moeten op tijd hebben bezuinigd en de staatsschuld hebben teruggebracht en dus moet het moeizame politieke compromis zonder tegenspraak en hals over kop worden ingevoerd. En er lijkt nog wat aan de hand… door de druk op verantwoording en bijstuurbaarheid wordt elk stukje met de linkerhand gegeven ruimte voor vrijheid en experiment met de rechterhand gevat in regels, procedures en standaards. Dat leidt tot een geweldige toename van bureaucratie, waardoor de logheid van de organisatie en haar takenpakket ook alleen maar toeneemt. Volgens sommige organisatietheoretici verzandt uiteindelijk elk goed idee, elke innovatie in standaardisatie, protocollisering en vastlegging van een boel variabelen in nauwelijks geraadpleegde spreeadsheets. Een soort organisatie-entropie, veroorzaakt door beheersingsbehoefte en angst voor het afwijkende. De politici die willen bijsturen ergeren zich aan de inherente traagheid die door hun eigen eisen is ontstaan en gaan zich meer dwingend opstellen. Dat leidt tot arrogantie: Gij, ambtenaar en werknemer bij door ons betaalde NGO, zal doen wat wij bepalen, want wij hebben de democratische legitimatie die gij ontbeert”. Arrogantie dus, van iemand die in de spiegel kijkt en zijn eigen tweede gezicht niet herkent.

Maar waar gaan we nou heen? Wat ontstaat er nou? Gaat het oude politieke bedrijf dood, gaat het heel anders werken, of gaat het straks ergens anders over dan vroeger?
Ik vermoed dat er een paar dingen zichtbaar zijn:
a. De helft van ons nationale inkomen loopt via de overheid. De overheid doet erg veel heel belangrijke dingen die ons als burger niet of weinig interesseren zo lang het maar goed gaat. Dat is een wereld die bestuurd moet worden en waarin belangrijke keuzes moeten worden gemaakt, steeds weer. Er zal dus een mechanisme blijven dat politici en bestuurders rekruteert en opleidt, en afrekent als het slecht gaat. Politiek en de partijen zullen blijven en we zullen maatregelen nemen om die politiek voldoende sterk te maken om te kunnen sturen en beslissen. Kiesdrempels, gedeeltelijk districtenstelsel, democratiseren van Europa. Afschaffen of rechtstreeks kiezen van de 1e kamer, schaalvergroting bij gemeenten en provincies, whatever er zal iets veranderen dat de toenemende ineffectiviteit keert.
b. Wat burgers zelf erg belangrijk vinden in het sociale domein, de vernieuwing, hun idealen rond milieu en energie, hun solidariteitsgevoelens, ze zullen het in toenemende mate zelf gaan organiseren. Daarbij zullen ze af en toe verschrikkelijk en gedeeltelijk onbedoeld worden tegengewerkt door de regels van de overheid, maar de overheid zal zich waarschijnlijk langzaam verder uit dit “welzijnsveld” terugtrekken. Maar nooit helemaal. Het zou me niet verbazen als deze tendens tot vereenzaming en ellende leidt in de grote steden in de buurten waar de yuppen niet wonen. Er zullen vangnetten nodig zijn.
c. Mijn vermoeden is dat de belangstelling voor politiek verder zal afnemen (en dat dit tij pas kan worden gekeerd door een nog veel grotere crisis (waarvan je dus hoopt dat die zich niet zal voordoen)). Politiek als een soort desem dat de hele maatschappij doortrekt, dat onze ethiek stuurt en ons idee over wat vrijheid is en rechten zijn is voorbij, het wordt een maatschappelijk domein naast de economie, de kunst, de vrije tijd. Een domein waarvoor je iets gestoords moet hebben om het belangrijk te blijven vinden, een domein ook dat zo complex is dat het een vrijwel gesloten domein wordt van carrièrepolitici en carrièrejournalisten, zoals er meer domeinen zijn, zoals het bankwezen, of de krijgsmacht. En dat versterkt weer de afname van de interesse van de kiezer. Ik vermoed dat alle al dan niet gewenste vreemdelingen, uit landen waar democratie niet vanzelfsprekend is en rechten er zijn om met voeten te worden getreden, zich verschrikkelijk verbazen over deze politieke apathie, dat gebrek aan moed om via politiek te bouwen aan een betere samenleving. Wie weet draagt dat wat bij aan een revival?

En er is vast meer dat zich schoorvoetend aandient….