Maandelijks archief: april 2015

KWAAKSPRAAK

Als er iets is dat me in toenemende mate ergert, is het wel dat politici en managers altijd lijken te weten hoe het moet en waar de oplossing ligt. Neem nou dat verhaal van de bootvluchtelingen op de Middellandse zee. Zolang het Midden Oosten zo instabiel is en dus gevaarlijk en idem Afrika en er zoveel armoede is ook, is dit een feitelijk onoplosbaar probleem. Als je kansen wilt voor jezelf of je kinderen moet je er weg, waar naartoe, nauwelijks interessant, als het maar ergens anders is, waar je niet wordt vermoord of omkomt van de honger. Er zijn geen politici die zich verantwoordelijk voelen die dat zeggen. Dat: mensen zet je maar schrap want we moeten ermee leren leven, we weten eigenlijk niet wat we eraan kunnen doen, we kunnen alleen een beetje aan symptomen morrelen, bootjes terugsturen en wat boefjes die te dichtbij komen vangen. We hebben geen James Bond in veelvoud die we achter de mensensmokkelaars kunnen aansturen. IS willen we niet echt op de grond aanpakken. We zetten geen leger neer in Libië want de kans is groot dat dit ook niet werkt, We weten het niet. Nee, wat je hoort is KWAAKSPRAAK: Rutte: de regeringsleiders van Europa gaan de oorzaken aanpakken. Kunnen ze niet en ze weten niet hoe: KWAAKSPRAAK dus

Neem nou het mini-regeringscrisisje over de uitgeprocedeerden. Een paar duizend mensen die van de rechter definitief geen verblijfsvergunning krijgen verblijft nog hier. Een flink deel ervan kan niet terug omdat ze daar niet meer welkom zijn. Die zouden alsnog op grond van overmacht een vergunning moeten krijgen. Dan hou je nog twee categorieën over, namelijk de mensen die beter snappen dan de rechter dat ze bang moeten zijn (en onderduiken) en enkele honderden gelukzoekers. Zoals oom Theo die na de 2e wereldoorlog naar Canada ging en tante Dora naar Australië en neef Gerrit naar Californië. Dat waren ook van die verschrikkelijke mensen. Hebben wij als burger hier nou een probleem? Nee. Waarom moeten we dan een crisis hebben als we niets hoeven op te lossen? Nou, Halbe Zijlstra vermoedt dat hij na de volgende verkiezingen Rutte wel eens zou kunnen willen moeten mogen opvolgen en gaat zijn punt maken, zijn vlag zetten en zijn plasje doen op een strategische plek. Halbe gaat dan op sentimenten spelen en oom Theo, neef Gerrit en tante Dora uit Libië, Syrië en Ghana met Willem Holleeder vergelijken en doet alsof wij allen gebukt zullen gaan onder een geknakte rechtsstaat als we hier niet strenger worden en forceert vervolgens een onuitvoerbaar akkoord dat in strijd is met Europese regelgeving: Halbe als redder van ons aller ongerustheid? KWAAKSPRAAK !! En dan Asscher en Samsom die trots zijn op het bereikte akkoord, omdat Burgemeesters nog altijd mogen ingrijpen en dus de mensenrechten niet definitief op de vuilhoop liggen? KWAAKSPRAAK

Datzelfde dat geknakte rechtsstaatgevoel moet het College van Bestuur van de UvA hebben gehad toen ze dwangsommen gingen eisen en uitzettingen forceerden tegen bezetters waar er inderdaad ook een paar tussen zaten die beter een draai meer om de oren hadden gekregen toen ze nog klein waren maar allee. Ivo Opstelten is weg nu, maar als er iemand was die dit genre beheerste was hij het. Als er iets gebeurde waarvan meer dan vijf burgers tegelijk verontrust raakten, riep hij “dat ze er bovenop zaten”. Ja op hun handen: KWAAKSPRAAK De centralisatie van de politie naar een Nationale Politie verliep volgens Ivo altijd voorspoedig. De werkvloer mort. Ziet kundigheid verloren gaan en alles ingewikkelder en minder effectief worden: KWAAKSPRAAK

Bijna alle regeringscommunicatie rond het gas in Groningen? KWAAKSPRAAK! Tot er een rapport ligt waar ze niet meer omheen kunnen? Managers van banken die hun eigen producten niet snappen maar bang zijn dat alle deskundige graaiers naar Londen vertrekken ? KWAAKSPRAAK er blijkt bijna niemand vanuit Nederland die kant op te gaan. Wellicht een enkele professional, maar niet de managers met hun bonussen.
Ik ken gemeenten waar men nu onder druk van de krapper wordende financiën met reorganisatie nummer vijf in 8 jaar bezig is. En elke keer hebben we een verhaal over programma’s waar het te doen is, of de buurten en de wijken, of de verantwoording en controle. De verhalen van het management daarover ronken van de betrokkenheid en consistentie. Niemand zegt tegen de werkvloer (die dat overigens meestal prima ziet en begrijpt) dat we het als management ook niet meer weten en proberen er het beste van te maken… KWAAKSPRAAK? Ondertussen werkt er in elke gemeente minstens één wethouder voor het kabinet (na de decentralisaties), proberen er afhankelijk van de gemeentegrootte tig ambtenaren greep te krijgen op de vraag naar zorg en inkoopprocessen, de risico’s daarbij en de verantwoording daarvan, terwijl het rijk met grote slokken op het gemeentefonds bezuinigt, EN op de overgedragen taken, maar nauwelijks op de departementen waar de taken vandaan zijn gedecentraliseerd. Wie deze heimelijke inlijving van legers knowhow en geld uit gemeenteland rond rijkstaken decentralisatie durft te noemen pleegt, juist ja KWAAKSPRAAK

Wat me zo stoort is dat de KWAAKSPREKERS denken dat ze ons die ernaar moeten luisteren ermee helpen. Dat we minder bang door het leven gaan en gelukkig worden als ze hun onzin over ons uitstorten. Een groot deel van de ongeloofwaardigheid van de overheid komt voort uit het feit dat de overheid probeert ons de illusie van veiligheid te verkopen om stemmen te winnen. Als er een incident is moeten er regels komen. Waarom? Omdat politici de opwinding zien die altijd onherroepelijk optreedt na een incident en er op reageren (en vermoeden dat wij burgers daarna permanent getraumatiseerd zijn of zo?) terwijl die ongerustheid net zo vluchtig is als de vreugde over de tweede plaats van de Common Linnets op het Songfestival. En die regels zijn bijna altijd regels waarmee wij tegen onszelf worden beschermd en die ons belemmeren in ons dagelijks functioneren en dus weinig oplossen. Een groot deel van het politiek bedrijf draait niet op aanpakken van structurele problemen maar op overnemen en uitvergroten van de ongerustheid van mensen na een incident. En wat burgers waarnemen is dat na de invoering van de regels de samenleving meestal niet veiliger wordt. En ze beseffen meestal als ze weer rustig zijn dat een zekere mate van onveiligheid en risico bij het leven hoort. OK ik doe dan mijn riem om in de auto, maar ik ga toch geen bon krijgen van €350 als ik op te dun ijs ga schaatsen volgend jaar met die opwarming van het klimaat hoop ik, als er weer tien in een dag door een wak zijn gegaan? En ze zien ook, die burgers, dat de echte grote dingen waar we ook ongerust over zijn niet worden aangepakt, maar we met bezwerende en verhullende taal moeten geloven dat ze het wél kunnen. Een deel van de populariteit van de PVV –die ook geen oplossingen biedt maar alla- komt er uit voort.

Het lijkt erop dat angst en kwaakspraak elkaar oproepen. De overheid suggereert ons dat ze het kunnen oplossen, zoals de drugs, de criminaliteit, de vereenzaming van bejaarden en het drinkgedrag van de jeugd maar kan het niet, de verontwaardiging (door angst en desillusie gevoed) wordt door burgers geuit en de politici beantwoorden dat met steeds meer KWAAKSPRAAK. Het antwoord zou moeten zijn oprechtheid over de beperktheid van wat we kunnen als het over structurele problemen gaat. We zouden kunnen ophouden met ons mooier, sterker en effectiever voor te stellen dan we ooit kunnen zijn, als manager en politicus, als bestuurder van een universiteit, als commissaris van de Nationale Politie. En dat we elkaar allemaal nodig hebben als het echt belangrijk wordt. Maar dat mag niet van de voorlichters vermoed ik. En van elkaar, want lees de columns van Heijne, ze zitten daar in hun eigen wereldje hun eigen mantra’s te versterken, en dus moet de politicus die durft te zeggen dat ie t niet weet ter plekke door zijn collega’s geslacht worden, met Pechtold en Wilders, elkaars gezworen vijanden maar meesters in het aanpakken van zwakheden van de ander in het debat, beiden, voorop…, je ziet het voor je……

Bron: Kwaakspraak is een woord van Marten Toonder. Wammes Waggel moppert dit als de heer Bommel of de Markies weer eens te hoog van de toren blazen… Het is al oud dus en we leren het niet af, in tegendeel

I want you to hurt like I do

Soms denk ik wel eens dat de mens eerder muziek maakte dan praatte. Je onthoudt songteksten beter dan gedichten, die weer beter dan aforismen en die weer beter dan langere stukken tekst. Songs, zeg maar woorden op muziek, kunnen je raken. Zo’n song was ooit “(Sonny)I (just) want you to hurt like I do” van Randy Newman. Ik heb al eerder songs van Tom Waits vertaald en dat moet voor een gewoon mens omdat Waits hermetisch dicht met allerlei onbekende metaforen en in een soort ‘streetslang’ en bovendien soms erg onduidelijk articuleert waardoor hij onverstaanbaar en onbegrijpelijk wordt. Daar heb je met Newman geen last van. Hij is buitengewoon simpel en helder in zijn taalgebruik. Zo simpel en direct dat het juist de eigen ontroerende kracht wordt. Zoals de tekst in het liefdesliedje Marie: Sometimes I’m crazy, but I guess you know. I’m weak and I’m lazy and I hurt you so. And I don’t listen to a word you say. When you’re in trouble I turn away. But I loved you, I loved you the first time I saw you and I always will love you Marie. I loved you the first time I saw you and I always will love you Marie. Geen moeilijk woord in, maar het is een prachtige rechtstreekse verwijzing naar het menselijk tekort in relaties en liefde.

Ik heb een flink aantal jaren door de week in het westen van het land gewerkt en alleen in de weekends en vakanties mijn gezin gezien. In die tijd kocht ik het album ‘Land of dreams’ waarin Randy Newman veel jeugdervaringen heeft verwerkt. Wat precies de verwijzing zou moeten zijn bij dit nummer weet ik niet. Zijn vader was componist en misschien legde hij wel uit dat hij zijn kunstenaarschap te danken had aan zijn eigen tekortkomingen en pijn rond een afwezige vader, maar in ieder geval riep de tekst veel op bij mij in die tijd. Veel weg van mijn kinderen en vrouw, veel op mezelf, veel vrienden en vriendinnen waarvan ik niet wist of kon voelen of het ‘lasting friendships’ zouden zijn, was ik er(gens) ontvankelijk voor. Mezelf soms afvragend of dit gekke gespleten leven nou iets met carrièrekeuzen te maken had of met iets diepers. Iets zoekends. De tekst is weer zo simpel dat hij bijna flauw is soms, maar wel met genoeg pregnantie om binnen te komen. En die rare eerlijke wens van de vader die beseft dat een kind niet zonder pijn groot kan worden was een omkering van veel gebruikelijke vadergevoelens in ieder geval. En dan die behoefte om er een boodschap voor de hele wereld van te maken… Is het iets in de joodse traditie? Ik zal m vertalen:

Ik liet mijn kinderen in de steek
en ook mijn vrouw
Ik ga ook jou vast weer in de steek laten lieverd
ik heb t mijn leven lang gedaan
Iedereen huilde de avond dat ik ging
Nou ja bijna iedereen dan
mijn kleine jongen boog zijn hoofd
Ik legde mijn arm, ja legde mijn arm om zijn kleine schouder
En dit is wat ik zei:
“Jochie ik wil gewoon dat je net zoveel pijn krijgt als ik had
ik gun je gewoon net zoveel pijn als ik had
ik gun je gewoon net zoveel pijn als ik had
Eerlijk, dat wil ik, eerlijk, eerlijk dat gun ik je”

Als ik één wens had, één droom waarvan ik wist dat die zou uitkomen
dan zou ik iets tegen alle mensen van de wereld willen zeggen
Ik zou op dat podium klimmen
Eerst zou ik een of twee liedjes zingen zo ken je me wel
En dan, ik zal je vertellen wat ik zou doen
ik zou met de mensen praten en ik zou zeggen:
“Het is een ruwe ruwe wereld, het is een taaie harde wereld
Nou, weet je en de dingen gaan niet altijd, niet altijd zoals we ze hebben gepland
maar dát is dat ene ding, ene ding dat we allemaal gemeen hebben
en het is iets wat iedereen kan begrijpen
Iedereen op de hele wereld, zing dit mee:
“Jochie ik wil gewoon dat je net zoveel pijn krijgt als ik had
ik gun je gewoon net zoveel pijn als ik had
ik gun je gewoon net zoveel pijn als ik had
Eerlijk, dat wil ik, eerlijk, eerlijk dat gun ik je”

Op de plaat, met orkest, in die typische Newman-arrangementen, twaalfkwartsmaat zoals ook in Guilty, klinkt het heel serieus. Ik heb Newman twee keer live zien optreden en bij de tweede keer zong hij het ook, alleen met zijn piano op toneel. In een blokje zonder conferences en grappen met de zaal. Ik heb hier onder een link naar een joetjoepje naar een concert in Berlijn waar het vermoedelijk in een fase van het concert zit waarin hij zoals gebruikelijk niet alleen God niet serieus neemt en de Amerikaanse politiek nog minder, maar vooral zichzelf niet, laat staan zijn leed. In ieder geval luidt het devies met Newman, als je naar zijn bedoelingen zoekt sta je meestal op het verkeerde been, de ontroering is “in the eye of the beholder”

Crisis in Enschedese cultuur? En wat doen we er zelf aan?

Wat doen wij er eigenlijk zelf aan? Wij van de cultuur in Enschede (en Hengelo en zo…). Wie op dit moment een beetje door de oogharen heenkijkt ziet Artez Enschede verschrompelen, ziet HET Symfonieorkest wankelen. Hoort dat de opera het alleen zal redden als ze samengaan met de opera zuid, maar die willen niet. Hoe goed gaat het met Atak? En met de Twentse Welle? En met de beeldende kunst? En met het muziekkwartier als het aanbod via de opera en het orkest zwaar gekort of omvallend is en …. Hebben we straks twee prachtige gebouwen, een boel steen, staal en glas, als voornaamste afnemer van het cultuurbudget? Wij in de cultuur, we kunnen wel voor hulp om ons heen kijken, maar de bron van het probleem zit in de economie en de reactie van de Europese overheden daarop en vergroting van de afhankelijkheid van dat soort hulp vergroot dus ook onze problemen waarschijnlijk.

Ik heb in mijn werkzame leven een boel soorten reacties gezien op dit soort externe stress, waarbij overleven in het geding is. Er is niet een vast patroon en er zijn reacties die loodrecht op elkaar staan. Vaak zijn er combinaties van reactiepatronen die niet erg doordacht en succesvol zijn. Maar laten we er eens wat op de rij zetten:
a. We keren de blik naar binnen en gaan beheersen en beschermen. We gaan op de kleintjes letten, risico’s mijden. De oorzaak kwam van buiten en dus moet daar ook maar de oplossing vandaan komen. Wij moeten overleven, dan maar dunner en strenger en steeds meer vanuit het eigen gelijk en belang
b. Het hemd is nader dan de rok. Als wij moeten bezuinigen, tja, dan onze toeleveranciers ook maar. Dat er dan toeleveranciers kapot gaan is triest, maar niet jouw probleem. En als dat collega culturele instellingen zijn, tja, dan krabbel je maar iets langer je achter t oor, maar toch
c. We worden ondernemend. Dat dit een vak apart is en niet elke cultuurbaas dat in huis heeft, markten en kansen kan inschatten, gevoel heeft voor vraag-elasticiteit…. Jammer (ook van het overheidsgeld, maar vooral van de teloorgaande inhoud) als het fout gaat. Wie onderneemt heeft geld nodig en leent en hangt zichzelf op, op den duur, als je talent voor muziek of beeldende kunst groter blijkt dat je ondernemerschap
d. We worden elkaars concurrent. Ik zal het al die tijd wel verkeerd begrepen hebben, maar één van de eerste ondernemende stappen van het bedreigde orkest was ondernemen rond opera, het terrein van zijn eveneens bedreigde buurman de reisopera. Maar we kunnen ook allemaal in dezelfde sponsor- en fondsenvijver vissen zonder elkaar te verwittigen.
e. Schaalvergroting. Defensieve schaalvergroting, bijvoorbeeld twee theaters fuseren, of twee poppodia, en ze tegelijkertijd beide in stand houden, onder de vooronderstelling dat je op overhead bezuinigt maar regie krijgt op de concurrentie en programmering: ik vermoed dat er meer voorbeelden zijn van mislukking door interne ruzies e.d. en waarbij uiteindelijk de subsidiërende overheden met de schade van de garanties en de slecht functionerende gebouwen zitten, dan succesplaatjes, en meestal omdat de scope teveel gericht is op kosten en organisatie en niet in het bredere culturele palet inspiratie zoekt.
f. En je kan altijd nog kiezen voor een offensieve publiciteitsstrategie. Reclame maken. Kijk ons eens goed zijn, terwijl we worstelen en de draad kwijt aan het raken zijn, in de hoop dat niemand t merkt

Maar er is een zevende, waar ik meer in geloof. Daarvoor moet ik even terug in de geschiedenis. Enschede heeft een rijke historie op het gebied van cultuur en met een relatief pittig accent op muziek. En de cultuur is al eerder bedreigd geweest door economie en overheidsbeleid. Na de oliecrisis in de zeventiger jaren was het ook niet makkelijk. Alleen (ik werkte toen nog in Enschede en zat daar dicht bij) bestond er veel overleg en samenwerking tussen de mensen die verantwoordelijk waren voor het scala aan culturele instellingen. Er werd echt letterlijk vormgegeven aan een verbonden culturele infrastructuur, waarin de instellingen en de daar werkzame mensen konden meeprofiteren van elkaars aanwezigheid en activiteiten. Die kracht ging zover dat er om die cultuurleiders heen wel eens gesproken werd van “de culturele maffia”. Omdat ze zagen dat ze het van samenwerken en symbiose moesten hebben in hun “aller” bedreigde biotoop.

Ik ben nu een jaar voorzitter van de Muziekbank Overijssel, een stichting die veel mensen kennen als de CD-uitleen in de bieb. Ook een stichting in zwaar weer omdat de bibliotheken in zwaar weer zitten en dreigen zich ons niet meer te kunnen veroorloven (en dus worden we slachtoffer van overlevingsstrategie b.). In mijn kennismakingsronde langs de nieuwe culturele voortrekkers (ik ben nog lang niet zo ver dat ik iedereen heb gesproken) kijken de meeste mensen me wat verbaasd aan als ik vraag of we nog steeds op één of andere manier als culturele instellingen samen proberen die verantwoordelijkheid voor dat culturele klimaat vorm te geven. Bijvoorbeeld op een manier die uitgaat boven samenwerken rond evenementen en specifieke feestelijke momenten. Wat we eraan doen om elkaar door de crisis heen te trekken. Ik hoor niet zoveel. Ik hoor op dit moment in ieder geval niet de bereidheid en drang tot meer samen, niet tot een naar buiten duidelijk zichtbaar verantwoordelijkheid nemen voor meer dan je eigen toko alleen, niet tot het samen het voortouw nemen in deze sector…. Jammer.
Ik ben maar voorzitter van een kleintje (als wij dit niet overleven en daar ziet het jammer genoeg naar uit is dat maar een rimpel in vergelijking tot Artez, orkest en opera) in de gevarenzone en geen kunstenmens. Maar ik zou graag meer zien van en ben ook graag bereid om te helpen bij het tot stand komen van die zichtbare gezamenlijke verantwoordelijkheid. Van de politiek hoeven we het niet te verwachten. Ik ben er altijd al wat huiverig voor geweest om van de politiek visies te verwachten die gaan over hoe het in de kunst verder moet. En met een VVD-er in Enschede aan het kunstenstuur hebben we daar ook een bestuurder zitten, die bestuurt vanuit het adagium dat de visie en het ondernemerschap uit de sector zelf moet komen voor zover ik hem ken. Zullen we?

We hebben een minister die in verkiezingstijd het advies van de Raad van de Kunst citeert dat de grote, door het Rijk gesubsidieerde gezelschappen moeten aantonen hun wortels en levende verbindingen te hebben in de steden waarin ze gevestigd zijn. Wat weerhoudt ons om bij elkaar te komen en zo’n biotoop te maken. Niet door concurrentie of bezuinigen over elkaars rug, of de andere bovenstaande strategieën, maar door samen te werken en rond de “ inhoud” samenhang te scheppen. Zullen we?

Bijvoorbeeld door directeuren en leden van raden van toezicht, mensen met ideeën enthousiasme, de eerste keer een beetje overzichtelijk in aantal, 15 of zo, een zaterdag bij elkaar te kruipen, een toekomstschets te maken, of drie. En dan na wat verdere uitwerking iets doen wat de politiek altijd graag andersom doet, een hoorzitting houden waar de sector aan de politiek uitlegt wat ze van hen wil, nee nu dus andersom, wij maken de ideeën en we nodigen de wethouders en raadsleden uit de gemeenten om ons heen uit, de gedeputeerden en statenleden uit Zwolle, zakenlieden met sponsorneigingen… ze kunnen aan ons komen vragen op welke wijze ze ons kunnen helpen om die ideeën waar te maken en bij te dragen aan een vruchtbaar en duurzaam cultureel klimaat in Twente. Volgens mij zijn we aan zet, zullen we? Meine, Albertjan, Judith, Kees, Arnoud, Willem Jaap, Gerard, Henk, Hans, Herman, Nicolas, Harm en …. Kom op, ik help wel.