Meneer Foppe in de trein

Hij stapte een station na mij in en ging tegenover me zitten. Vrijwel tegelijkertijd stapte een nogal volumineuze conducteur binnen met zn OV-chipkaartlezer. Het was stil in de coupé, maar dat weerhield hem er niet van om rond te brullen dat dit een stiltecoupé was en dat het van respect voor medereizigers getuigde als je je daaraan hield. “Smaakte de koffie niet vanmorgen conducteur?” vroeg een scholier die na een dodende blik maar verder zijn mond hield. Mijn overbuurman zat meewarig met zn hoofd te schudden. De meewarigheid bleek het NS-personeel te betreffen. We besloten ons niet aan het stiltegebod te houden.

“Vorige week moest ik ook naar den Haag” vertelde hij, “ik zat toen in de trein naar Amsterdam die ook deze keer bij de RAI zou stoppen vanwege de huishoudbeurs. De trein zat echt mudvol. En toen” vertelde hij, “kwam er zo’n mededeling. ‘Reizigers deze trein is overvol, wij bieden U onze excuses aan voor dit ongemak, maar de combinatie van crocusvakantie en twee beurzen in de RAI is daar debet aan. We hebben alle materieel ingezet als NS waarover we beschikken’”. Ik keek hem aan en begon te grinniken. “Da’s eigenlijk ook goed nieuws” zei hij. “In de zomer trekken de wissels krom door de zon en komen vast te zitten, in de herfst, blaadjes, in de winter vriezen de wissels vast en nu hebben we eindelijk het ‘gat’ gevuld van het voorjaar, de huishoudbeurs in de voorjaarsvakantie zorgt ervoor dat de NS en Prorail… je verzint het niet hé”. Alsof hij mijn gedachten raadde. “Maar” zei hij, “Da’s nog maar het begin. Misschien was het wel dezelfde bruut als zojuist, maar er kwam een grofgebekte controleur binnen. Die ondanks dat het hele gangpad en alle balkons propvol stonden al duwend en mopperend aan zijn controleronde begon. In de andere rij links zat een oudere mevrouw, ik schatte haar op zo’n 75 jaar. Bij haar aangekomen bulderde hij ‘Zo mevrouwtje, U heeft een ongeldig plaatsbewijs’. De mevrouw schrok en kromp ineen. ‘Hoe kan dat nou controleur?’ vroeg ze met een dun stemmetje. ‘U bent 10 dagen geleden naar den Bosch geweest en U heeft op de terugweg niet uitgecheckt. Dan wordt dit plaatsbewijs ongeldig. De regels zijn streng mevrouwtje, dat is dan 40 euro boete’. Een overvolle coupé vol plaatsvervangende schaamte en verontwaardiging kon het niet langer aanzien en begon zich ermee te bemoeien”. Vertelde m’n overbuurman. “Hij werd daar eerst nog barser van, maar hij begon in te zien dat het wel eens lastig zou kunnen worden toen mensen hem naar zijn naam begonnen te vragen, verwezen naar de vele onduidelijkheden die wekelijks in KannieWaarzijn door een nepprofessor in het OV-chip-gebeuren aan de kaak worden gesteld, en men opnamen met mobieltjes ging maken. Hij besloot zijn grote hand over zijn grote hart te halen en had een oplossing. Bij het volgende station mocht ze uitchecken en weer in, en dan was er niets meer aan de hand. ‘Haal ik dat dan wel meneer?’ vroeg ze. ‘Ik ben niet zo snel ter been’. Ze kreeg geen antwoord meer. Maar goed toen de trein stopte zette ze haar tas op haar zitplaats en wurmde zich door de menigte naar buiten. Een paar jongens liepen mee en twee ervan stelden zich op tussen de wagondeuren zodat de trein niet weg kon. Wij stonden in de coupé klaar om de geschokte dame die het OV-systeem ook te ingewikkeld vond, net als alles van haar kleinkinderen, haar zitplaats te kunnen teruggeven en hem te verdedigen tegen de volgende horde huishoudbeursbezoekers. Tot zover ging alles goed,” vertelde mn overbuurman, “toen kwam de conducteur langs, zag de bagage op de stoel staan en bulderde dat dit toch wel erg asociaal was in een overvolle trein, verboden zelfs, gooide de trolley en de tas in het bagagerek en greep de schouder van een andere vrouw op leeftijd en gebaarde haar plaats te nemen. De oude dame kwam terug, zag haar lege stoel (wij hadden die andere mevrouw er inmiddels weer af gewerkt) en barstte in een grote huilbui uit. ‘Nou is mn bagage ook nog gestolen’. We hebben haar alles gewezen en teruggegeven en getroost.” Hij bleef even stil. “Is dit nou de privatisering? Of de tijdgeest? Je kan van mensen die bereid zijn om controleur in de trein te worden ook niet alle sociale vaardigheden verwachten, maar een beetje fatsoen tegenover reizigers en zeker bejaarden is dat nou teveel gevraagd?”
We bleven nog even zwijgen. Eigenlijk had ik me gedurende zijn verhaal de hele tijd verbaasd over de rustige vragende manier waarop hij sprak. Ik zou verontwaardigd zijn geweest en dat ook flink hebben laten merken. Hoe was t ook alweer, die leraar Duits met dat sikje van Wim de Bie, meer zoiets.

In Amersfoort betraden twee studenten de arena van de stiltecoupé. Ze hadden naar Pauw gekeken over de studentenprotesten en waren eigenlijk nog het meest verbaasd over de rechtse onderbuikpraat van Charles Groenhuizen. “Die man is daar in de VS volledig verziekt: ‘wees dankbaar voor het cadeau van een door anderen betaalde studie, werk door, zeur niet en zorg dat je daarna voldoende verdient om de arme en machteloze studententijd tot een te romantiseren periode in je leven te transformeren als je met gelijkgestemden in de Rotary ouwehoert’. Walgelijk” zei de één. De ander had zich ook, maar minder, opgewonden over een VVD-er die zei dat er al vier jaar, sinds Rutte1 aan een kwaliteitsagenda wordt gewerkt. “Niets van te merken, politici kwaken wat beleidsstrofen tegen elkaar en denken dat de wereld daarna goed komt. Sywert prikte dat toch maar mooi ff door”. Ik had de avond daarvoor ook gekeken en was nog helemaal in de Bie’s leraar-duits-mood. En begon me ermee te bemoeien. “Tja mannen, als je kwaliteit operationaliseert en meetbaar maakt glipt het tussen je vingers door. Meetbare kwaliteit is kwantiteit, Dit is de ziekte van meer dan alleen het onderwijssysteem. Maar laten we daar een dieper op ingaan. Een wetenschappelijk medewerker, hoe heet dat tegenwoordig, universitair hoofddocent, met een accent op onderwijs zei me laatst we hebben de boel nou zo opgeknipt in meetbare leerdoelen, die geoperationaliseerd in meetbare competenties en kennisniveaus, en we monitoren dat nu zo goed dat we eigenlijk met de hand op het hart kunnen verklaren dat er niemand onterecht master of ingenieur wordt. Maar we hebben geen idee hoeveel er dat volstrekt onterecht niet worden, omdat we alle vrije intelligentie en belezenheid straffen als dat niet wordt gecompenseerd door een leger zesjes op stof herkauwen. Toen die man dat zei” verklaarde ik ”moest ik denken aan de achtstejaars Goof uit mijn studietijd, die een heel huis bewoonde waarvan alle wanden uit boekenkasten bestonden, vol met door hem gelezen materiaal. Goof kon als geschiedenisstudent de relativiteitstheorie beter uitleggen dan onze wiskundehoogleraren. Toen kwam het bericht dat hij als hij niet binnen 6 maanden zijn kandidaats zou halen, hij in militaire dienst moest. Tja ook dat was er toen nog. Al zijn tentamens waren verlopen. We hebben m in zes maanden door 12 tentamens en zijn kandidaatsexamen geholpen door uittreksels voor hem te maken. Goof stond zo ver boven de stof dat hij met deze wedren uiteindelijk cum laude en op tijd slaagde.” Ik knikte indrukwekkend met een uitdrukking van ‘kom daar tegenwoordig nog maan eens om’. Het waren beleefde jongens. Ze hadden me rustig laten uitpraten. “Tja meneer O. den Besten“ zei de ene student. “het is wat tegenwoordig hé, alles verandert maar…. Maar even zonder gekheid, kunt U ook “De vieze man” van van Kooten nadoen, die vond ik eigenlijk altijd de leukste?”. Ik schudde wat ontnuchterd van nee. “Je wilt niet weten waar dan bij mij de batterijen in moeten” zei ik maar..

Er kwam iemand vragen of we stil konden zijn en dat lukte verder aardig.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *