Zo verdedigde Mark Verheijen zich: ik ben een politicus, geen heilige. Bas Heijne columnde zaterdag in de NRC dat de politieke kaste alleen nog zichzelf vertegenwoordigt en niet meer delen van de kiezerspopulatie. En weet dat aan de toename van het aantal carrièrepolitici. Een dag eerder had ik het gedoe rond Mark ook al genuanceerd met deze term.
Er is inderdaad iets aan de hand rond de politici in dit land. Een groot deel van de generatie die nu aan de macht is, de eind veertigers/vijftigers, hebben in hun hele leven weinig anders gedaan dan in de politiek gezeten. Ze zijn bijvoorbeeld eerst ergens fractie-assistent geweest, zoals Wilders bij de VVD in de kamer en ik meen ook Koenders, maar dan bij de PvdA. Femke Halsema rolde via de Wiardi Beckmanstichting, een politiek wetenschappelijk bureau, ook de politiek in. Ik ben onderweg in mijn zwerftocht langs gemeenten ook wethouders tegengekomen die deze weg hebben gevolgd: in de tweede kamer voor hun partij werkten, daarnaast in hun woongemeenten raadslid werden en vervolgens wethouder en vervolgens doorrolden. Of eerst een ambtelijke carrière dichtbij de politiek, zoals Elco Brinkman, Zalm, van Rijn en van Ojik. Mijn opa zou hebben gezegd, hun hele leven nog nooit gewerkt. Daarmee doe je de politicus iets tekort want het is vaak hard werken en veel uren maken, maar het klopt, ze zijn nooit echt werknemer geweest of ondernemer, hebben nooit in een andere omgeving dan de politiek hun weg hoeven vinden en overleven. Ze weten bijna niet hoe je in het gewone leven iets voor elkaar krijgt. Hoeveel aandacht en respect voor anderen dat vraagt….En hoe contra-productief “spel” is.
Ik ken Mark Verheijen. Ik heb ruim anderhalf jaar in Venlo gewerkt toen hij daar wethouder financiën was. Het is geen slecht mens. Hij is slim en een snel debater. Alleen ik heb (ook, zoals eerder naar andere jonge politici) naar hem zitten kijken en me afgevraagd waar zo iemand nou zijn besef vandaan haalt over wat succes is, wat normaal is, hoe een organisatie werkt die je bestuurt, wat de balans is tussen vriendschap en collegialiteit en de wedstrijd altijd moeten winnen. Wat het verschil is tussen een wereld waarin je verlies maakt of ontslagen wordt als je je klanten niet goed behandelt of onvoldoende kwaliteit levert en een wereld waarin fouten zo niet werken, maar ook in een politiek debat onschadelijk kunnen worden gemaakt of met een spin kunnen worden weggemoffeld of verdraaid. Een politieke carrière vormt je maar misvormt je ook. Misschien is politiek daarin erger dan de meeste andere sociale contexten, juist vanwege die voortdurende mix tussen netwerken met andere politici en gelijkgestemden buiten de politiek enerzijds en dat voortdurende politieke spel om macht, gelijk krijgen en winnen anderzijds. Mark is in Midden Limburg gesocialiseerd binnen de VVD waar die andere meneer uit Roermond keizer was en het keizerlijk netwerk dominant, en zo’n opvoeding is een potentiële glijbaan de verkeerde kant op. Doodzonde van zo’n intelligent mens die ik overigens, maar hij was nog jong, nog op weinig bijdragen aan de inhoudelijke politiek heb kunnen betrappen, maar misschien heb ik hem daarvoor niet scherp genoeg gevolgd.
Carrièrepolitici zijn niet per definitie slecht. Ik bewonder Koenders bijvoorbeeld die, net als Timmermans voor hem, veel opzij heeft gezet voor de droom van minister van Buitenlandse Zaken zijn. Als je daar zo fanatiek in wordt loop je het risico dat je door die focus veel teveel verliest aan zicht op wat andere mensen beweegt en vinden. Kiezers zijn er in de campagne, kiezers zijn nooit je collega’s op je werk of de klanten die je dagelijks ziet, want je ziet alleen maar politici, adviseurs en lobbyisten. Wat er gebeurt lijkt een beetje op wat Joris Luyendijk heeft beschreven over de Londense bankscene. Een wereldje waarin men heel hard één kant op socialiseert, een kant op die loszingt van jouw en mijn werkelijkheid en een moraal beloont die wij niet delen… Nou, nu overdrijf je wat, zo slecht zijn ze nou ook weer niet… Nee, maar Mark ging uiteindelijk niet om wat hij had gedaan, maar omdat hij een publiciteits- en imago-risico was geworden zo vlak voor de verkiezingen en dat is een nog grotere politieke doodzonde dan liegen, fouten maken zoals Weekers of onhandig declareren. Mark mag wat er fout ging terugbetalen zonder 100% boete zoals jij en ik zouden moeten als we bij de overheid iets zouden fout aangegeven hebben… Dat geeft aan dat hij groot is geworden in een wereldje met andere regels en normen, en dat de handhavers van die eigen regels en normen, zoals hier Zijlstra en Rutte, even niet eens in de gaten hadden dat ze de regels voor burgers niet van toepassing hadden verklaard maar hun eigen regels. En daarmee vergaten dat dit wel eens heel slecht en vooroordeel-bevestigend zou kunnen werken bij kiezers waarvan er veel toch al geen hoge pet op hebben van politici: graaiers, plucheplakkers en beloften-brekers zijn het immers?
Stel dat dit een trend wordt of al is, dat je het in de politieke scene alleen rooit als je al van jongs af aan leert hoe je het spel speelt en de hazen kunt laten lopen. Stel. Stel dat Rutte één van de laatste premiers in Nederland is die nog ergens anders kennis hebben opgedaan over organisaties en leiding geven, over beleid en resultaten halen door respectvol samenwerken en verbinding maken met klanten (Mark Rutte heeft immers leiding gegeven aan een pindakaasfabriek of zoiets). Stel dat Tofik Dibi, Jesse Klaver, Sharon Dijksma en al die vele anderen “de politieke weg” van de toekomst hebben geplaveid, kunnen dan breder ervaren zij-instromers uit het maatschappelijk leven nog dan wel een rol van betekenis spelen? Ik vraag het me af. En je kunt een heilige zijn in je eigen Haagse kaasstolp (of je Limburgse of NoodHollandse) als de regels binnen de kaasstolp anders zijn dan erbuiten… dan ben je voor buiten een politicus, en dat is soms bijna een scheldwoord, en geen heilige. In die zin was de verdediging van Mark Verheijen een soort tautologie en waren Drees en Pietje de Jong de laatste heiligen in de politiek.. Heilige politici… een bedreigde diersoort denk ik