Niets

“Wat is er schat?”. “…niets…”. “Nee, maar, je kijkt zo…. Waar denk je aan?”. “…oh niets…”. Niets is: je buitengesloten voelen door iemand waarvan je niet wilt dat die je buitensluit”.

“Ik weet van niets, ik heb niets gedaan”. Niets is: de afwezigheid van iets (specifieks, een voetafdruk? zeg maar Killroy was here), hier van van (specifieke) schuld en slechtheid.

“I don’t have anything…. But I can show you the morning, on a thousand hills, and kiss you, and bring you, seven golden daffodils.”(Lonnie Donegan). Sweet nothings….. Niets is: de toegang tot de onmetelijke weelde van de schepping en de liefde…

Veel beeldende kunstenaars proberen ‘niets’ te benaderen. Met name toen in het begin van de vorige eeuw bijvoorbeeld in de beeldende kunst het herkenbare “object” werd losgelaten werd de kijker vaak uitgedaagd om door het beeld heen te kijken, naar de bron wellicht waaruit het ontstond. De volle leegte waaruit de inspiratie kwam. En niet alleen de inspiratie van de kunstenaar, maar vooral ook de inspiratie van de kijker zelf. Je werd meegezogen die ruimte in die niet meer afleidt van het geziene maar het geziene laat ontstaan. Mijn indruk is dat ook veel als kunst bedoelde muziek uit de twintigste eeuw beoogt de luisteraar uit zijn aangename conventies te trekken en de leegte van de oorsprong te laten betreden. Niets is: de oorsprong van scheppende kracht, kijken en luisteren is scheppen vanuit het zelfde niets.

Vroeger werd mij nog geleerd dat het heelal (vrijwel) leeg was. Nu proberen Astrofysici me ervan te overtuigen dat hun formules en resultaten maar tot één uitkomst leiden, namelijk dat dat lege heelal barstens vol zit met iets wat we eigenlijk niet kunnen begrijpen, maar alleen wiskundig kunnen benaderen… Niets is: overweldigende onbegrijpelijkheid. Hoe lang is het eigenlijk geleden dat het getal nul zijn intrede deed in de wiskunde? We denken nu dat we het begrijpen, (met optellen en aftrekken komen we een eind), maar als we gaan delen enz. ontstaan (on-)mogelijkheden… of uitkomsten die het oneindige niet uitsluiten en ook dat begrijpen we nog niet echt. Niets is alles, mijn naam is niets…..

Er zijn spirituele tradities die veel om dat ‘niets’ heencirkelen. Er wordt gemediteerd op ‘niets’, omdat er verwachtingen zijn van deel worden en inzicht of… Dan is niets: een mogelijke toegang tot verlichting?

En vergeet de filosofen niet. Onze logica heeft grote problemen met ‘niets’. De vraag “Wat is “niets”?” is een onzinnige vraag. “Wat” vraagt naar ietsigheid. En iets dat ietsigheid heeft, eigenschappen, vormen of wat ook, is “iets” en kan dus niet ‘niets’ zijn. Het is een vraag die dicht aankomt tegen veel andere levensvragen waarop het denken geen sluitende antwoorden vindt, maar waarover het wel leuk is (of tot dodelijke depressie kan leiden) om erover na te denken. Niets is: de grens van ons denken.

De oude sagen kenden twee “nietsen” weet je nog? Ginnungagap, het niets van de potentie, van het reservoir waaruit en waarmee geschapen kan worden en Rangarök, het niets van de entropie, de dood, het onomkeerbare einde. Niets is dan: zowel “oersoep” als “vergetelheid en afval”.

Als niets zoveel is, over de grens, onmetelijke onbegrijpelijkheid, wat ons tegen onze zin uitsluit, de bron van alles, verbinding met alles, liefde, de weg naar verlichting, of naar een onomkeerbaar “eind-niets” is het niet niets. Of vallen niets en alles toch samen?

En toen hoorde ik opeens “Erbarme dich..” Het is er dus wel….

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *