Er zijn een paar dingen waar de politiek niet goed mee uit de voeten kan. Met de overheid, zichzelf dus, en met dingen die een beetje ver van het gemiddelde af liggen, uitzonderlijke situaties dus. Als die twee zaken samen komen lijkt vrijwel alles mis te gaan. Twente heeft nu al een jaar of vijftig last van beide zaken en het blijft niet goed gaan.
Honderd jaar geleden was Twente eigenlijk niet veel meer dan boerenland, waar om beurten de bisschop van Utrecht en de bisschop van Münster het voor het zeggen hadden. Het leven was hard en arm en politiek onderdrukt. En toen kwam de textiel. Het zwaartepunt lag in Enschede, waar op het hoogtepunt met alles eromheen een goede 20.000 industriële arbeidsplaatsen waren die met textiel samenhingen, en met in Haaksbergen, Nijverdal en Almelo nog eens bijna 10.000. Vrijwel al die arbeidsplaatsen vergingen tussen 1955 en 1970. Het waren vrijwel voor 100% arbeidsplaatsen voor laaggeschoolden. En als er zoveel economische motor wegvalt, valt er meer om: aan handel en diensten, etc. Er kwam wel wat voor terug met Vredestein, Polaroid en Hartman, maar lang niet zoveel als verloren ging en met relatief minder laaggeschoold werk. En er kwam een universiteit. Maar daar hebben ongeschoolde werklozen al helemaal niets te zoeken. Twente verloor vanuit Hengelo (metaal) nog meer maakindustrie, maar met minder diep ingrijpende sociale gevolgen. De textiel liet een fors legertje werklozen achter, die vrijwel nergens anders terecht konden en nu, één a twee generaties verder, is de werkloosheid nog steeds bovengemiddeld, met name aan de laaggeschoolde onderkant van de arbeidsmarkt zijn de problemen groot en structureel, en de groei van de economie is trager dan in de rest van het land. Dat is niet de schuld van Twentse gemeenten of Twentse bedrijven die niet goed hun best doen of zo. Het is een historische erfenis die voortkomt uit een monocultuur die vergelijkbaar is met de erfenis van sluitende mijnen in Limburg. Zonder die explosieve groei van de textiel gedurende een kleine honderd jaar had Twente waarschijnlijk 25% minder inwoners gehad. En dus minder armoede en werkloosheid waarschijnlijk.
De rijksoverheid heeft nooit veel kunnen en willen doen voor Twente. Het CBS dat naar Enschede zou komen, of was t het ABP, ja het was het ABP, ging naar Heerlen. Er kwamen naast de universiteit twee kleinere onderwijsinstituten met voornamelijk universitair geschoold personeel. Twente heeft een tijdje kunnen meeprofiteren van algemene verzachtende maatregelen rond uitkeringen. Maar een significante bijdrage in het oplossen van een dergelijk groot regionaal economisch probleem is er nooit gekomen. Ook zijn de getroffen gemeenten nooit echt gecompenseerd. En nu, nu alle problemen die het rijk heeft met het in de hand houden van de stijgende kosten van de zorg en de uitkeringen (en werkbegeleiding) van arbeidsongeschikten mag ook Twente proberen uit te komen met de algemene richtlijnen en regels. En als dat niet lukt vervallen zelfs de afgesproken compensaties voor zwakke economische structuren. Alsof het probleem al vijftig jaar wél aan de gemeenten en regionale werkgevers heeft gelegen. Het rijk, zo blijkt ook in Oost-Groningen en Zuid-Limburg, kan niet goed uit de voeten met uitzonderings-situaties die zover (van den Haag af liggen en) van het gemiddelde afwijken dat je ze niet in generieke maatregelen kunt meenemen. Het zou wellicht bij een deel van de landelijke politici onwil kunnen zijn (ze moeten niet zeuren en het zelf oplossen, of anders gaat die onnatuurlijke afwijking bij genoeg leed vanzelf wel weg) maar het is meer onmacht: geen kans zien om iets algemeens te bedenken waar het specifieke mee geholpen is en geloof in de mantra dat je tussen overheden geen specifieke situaties moet scheppen.
De lokale en regionale reacties op de situatie vertonen eigenlijk een soort twee-sporigheid. De ene is grootschaligheid, samen te vatten met de slogan “je moet het gróót zien” en de andere is “doe maar gewoon dan doe je gek genoeg”. En die laatste gaat vooral over klein en bescheiden. Dat grote, dat zit vooral in de meest getroffen stad, Enschede, dat zich met nationaal aansprekende projecten, met grote cultuur, citymarketing, vliegveld en/of hightech op het vliegveldterrein wil profileren en op de kaart zetten. Enschede krijgt in Twente wisselende coalities mee. Er ontstaat een Bedrijventerrein-XL bij Wierden in het Westen, de regio wordt WGR+-regio met extra bevoegdheden. Er wordt nadat het avontuur Dubbelstad Enschede/Hengelo door de kleinere en rijkere broer Hengelo is afgeblazen samengewerkt in een stedelijke band van Oldenzaal naar Almelo met Gronau als partner over de grens. Het regionale grotere bedrijfsleven stimuleert het ontstaan van Twentestad, een nog veel grotere gemeente dan Enschede/Hengelo en de nu vertrekkende burgemeester Peter den Oudsten van Enschede probeerde dat ook serieus op agenda’s te krijgen. Groei als overheid om daarmee voor den Haag een sterkere en belangrijker speler te worden, en via de overheid als antwoord op de economische zwakte. Wie daar teveel in gelooft, doordraaft, verspilt miljoenen en zeeën bestuurlijke energie. Dan worden projecten als het burgerluchtvaart-vliegveld Twente dat al vijftig jaar als droom bakken met overheidsgeld opslorpte een soort dobber waarop je je blind staart terwijl de vissen elders heen zwemmen.
De wat oudere en meer agrarische kleinere gemeenten hebben het niet zo slecht gehad. Voor hen waren de gevolgen van de textielcrisis overzichtelijk. Het MKB bloeide voldoende door om de blijvende zonen en dochters aan werk te helpen, er kwam wat sub-urbane import. Hengelo als bloeiende gemeente met veel metaal en chemie bleef het economisch redelijk goed doen en deze gemeenten begonnen zich steeds meer te onttrekken aan de wat monomane behoefte aan schaalvergroting en aansprekende projecten. En nu, nu de Oudsten vertrekt zien de burgemeesters van deze gemeenten hun kans schoon om met beroep op het argument van het democratischer kleinschalige, te pleiten voor een minder ambitieus regionaal samenwerkingspatroon. Daarmee worden ook alle kansen die zich in het grote voordoen met hetzelfde badwater weggegooid in een golf van weerzin tegen de druk van de gelovigen in grootte.
Enschede en de provincie gaan intussen door met groot denken. Er zijn al high-tech campussen in Almelo (bij Urenco dat uranium veredelt) in Hengelo (bij Thalens en Siemens die
geavanceerde wapens maken) en de spinoffs en startups die van de universiteit Twente afwapperen in Enschede. Maar om de Twentse economie te redden zou er nu op het oude militaire vliegveld een nieuw hightech terrein gelieerd aan lucht- en ruimtevaart moeten komen. Dream on beautiful… we gaan weer in grond en onroerend goed investeren om de economie te redden? En met name voor die laaggeschoolde onderkant…met hoogwaardige economische activiteiten ?? Wordt dit niet al vijftig jaar vrijwel zonder succes geprobeerd?
Wat zichtbaar wordt is een overheid die geen overeenstemming kan bereiken over de manier van samenwerken om dit soort problemen het hoofd te bieden. Tussen de overheidslagen is het diep triest. Het rijk laat de regio feitelijk zwemmen en modderen en helpt ze straks met de decentralisatie dieper de prut in. Onderling lukt het de gemeenten niet om een blijvend productief patroon te ontwikkelen. Gedeeltelijk is dat angst voor verlies aan autonomie bij de relatief rijkere kleinere gemeenten. Maar meer nog is het een conflict over de schaal waarop de zaak moet worden aangepakt. Angst te moeten (mee-)betalen voor ambities die je niet deelt of megalomaan vindt en niet altijd ten onrechte. Angst de problemen te zien doorwroeten van generatie op generatie bij gebrek aan bestuurlijke lef?? De vraag wat besturen is en hoe je dat doet, zo aan de grens, bij een vergane glorie en een erfenis van verlies, daarop hebben de landelijke en regionale politici onvoldoende antwoord.
Hoe is het in vredesnaam mogelijk, dat de deelverzameling Nederlanders die het meest is geschoold in het woord, het debat, luisteren, coalities sluiten…. politici, bestuurders en slimme ambtenaren en adviseurs….elkaar en daarmee de bevolking van een paar gemeenten in Twente zo weinig begrijpen en zo kunnen laten vallen. Hoeveel ruimte heb ik als burger voor plaatsvervangende schaamte???
Het rijk zal oog moeten leren krijgen voor uitzonderingssituaties, Twente zal groter moeten leren denken en zich vooral druk moeten maken over het versterken van wat al groeit en bloeit. Megalomanie, dat doen ze maar in Mokum zouen ze in Twente zeggen… Oja daar ging het hier over.
Wie helpt….