Kersttijd

Wat heb ik hier eigenlijk mee, met deze donkere tijd. De tijd van kerstbomen, veel eten, gelukkig nieuwjaar wensen en -kaartjes, vuurwerk, kerst-hits en de top2000. Niks eigenlijk. Het is een oud feest. Door christenen genaast, misschien omdat de joden ook al zo’n midwinterfeest hadden. In ieder geval is er zo’n 15/16 eeuwen geleden een betekenis toegevoegd aan een tijd die donker was en waarin mensen verlangden naar en blij waren met het lengen van de dagen, blij met het weten van het cyclisch zijn van de seizoenen, in het koude noord-Europa. En zeker naar een white Christmas, want dan lijkt alles lichter, tenzij je het al veel te koud hebt. Maar nu met al die christelijke noties…

De winter is een tijd waarin je weinig te doen hebt als je jaagt en landbouwt, maar meer nog in de pre-elektrische tijd, gewoon teveel uren van de dag geen kloot kunt omdat t er te donker voor is. En dat betekent dat deze wende een soort natuurlijk moment wordt om in het donker bij een kaars of liever een houtvuur want dat geeft meer warmte, over het ‘raadsel van het leven’ na te denken. Maar wat hebben de christenen gedaan, met die tijd om over het raadsel na te denken. Ze hebben of het raadsel een beetje ontraadseld door het feest om te dopen tot de viering van de onbegrijpelijk gemaakte of verpakte oplossing, en dus ook het raadsel en haar oplossing -omdat ze ook niet zeker waren over de mate waarin hun oplossing het raadsel ook oploste- ingepakt in voor velerlei uitleg vatbare rituelen en sluiers. De kern is dus, jij en ik worden geacht bang te zijn van het feit dat het raadsel des levens gewoon een raadsel is, weliswaar de moeite waard om je over te bezinnen, maar alle hoop op iets tastbaars is ijdel, (kerkvaders moeten hun eigen angst op andere stervelingen hebben geprojecteerd) en er moet maar eens een eind komen aan die angst. De katholieken gaan daar het verst in. Ze pakken hun oplossing in in latijn, symboliek, rituelen en pracht. Er is zoveel luister dat dit alleen al de suggestie wekt van een alleen voor ingewijden toegankelijke waarheid die hier wordt gedeeld via aansprekelijkheden die ons boven de pet dienen te gaan, zoiets. De gereformeerden en hervormden die normaal die symboliek maar een omweg vinden, pakken voor hun doen in deze tijd extra uit. Het heeft er iets van dat beiden eigenlijk wel snappen dat als je er je vervelend in de kou en het donker wat langer over nadenkt, dat je het dan allemaal wel doorziet dat gedoe met zingen en rituelen en moeilijke drie-eenheids-constructies en dus als kerkleiders in deze kersttijd wat meer je best voor moet doen om mensen af te leiden van de kern, van het raadsel, van dat je weinig anders kunt dan leven met het feit dat het een raadsel is en blijft. hoe beangstigend dat ook voor sommigen mag zijn. En ondanks dat de katholieken de protestanten maar oneerbieding hard tot de kern doordringend vinden in hun kale kerken en rituelen, pakken dus ook de protestanten net als de katholieken hun boodschap in in sluiers alsof het de vleesgeworden Mata Hari is, wiens ongesluierde aanblik voor celibatairen en huwelijkstrouwe voorgangers teveel van het goede aardse zou zijn.

Ik kijk ook altijd met enige verwondering (of misschien heimelijke bewondering) naar mensen die helemaal kunnen opgaan in alle dimensies die het van oorsprong heidense bezinningsfeest, van het feest van (ook) het weten dat er weer een voorjaar en bloei en later oogst komt, in zijn uiterlijkheden heeft opgedaan. Die op dit feest één van de twee jaarlijkse kerkgangen maken (de andere met Pasen), en veel eten met gezin, kaartjes sturen een boom kopen, noem maar op. In deze tijd plotseling over vrede op aarde na willen denken en over het feit dat je je geliefden en kennissen moet laten weten dat je aan ze denkt. Voor mij is het meer een feest om over het raadsel te denken, stil te zijn, de momenten van rust op te zoeken die er tussen alle momenten van het rusteloos denkende brein ook zijn. Te weten dat er liefde in mijn hart is. Te weten dat het leven altijd door gaat, dat ik weliswaar mezelf buitensporig belangrijk kan vinden maar er eigenlijk niet toe doe en te weten dat ik er verder geen bal van snap en ook nooit zal snappen. Te weten dat ik zolang ik hier rondloop welkom ben op aarde en een deel van iets onmetelijk veel groters, waarin overvloed is en alles steeds beweegt en verandert en toch gewoon is. Kortom: “De tijd van het Raadsel”

Vieren jullie allemaal lekker door. Ik hou van jullie en wens de onbereikbare vrede in ieders hart, ook in de harten van de IS-ers. Veel meer snap ik niet

Tweede deel:

In deze malle dagen blijkt maar weer eens hoe weinig talent ik heb voor het feestbeestschap. Als ik al ergens voor in de wieg ben gelegd, niet hiervoor. Het is trouwens breder –als ik over deze, een van de vele zijnde, karakterzwaktes mag uitwijden- die mislukking strekt zich ook uit tot allerlei rituelen en andere geruststellende sociale activiteiten die het groepsgevoel moeten uitdrukken en versterken. Als kind had ik het al. Dat ik me zat af te vragen waarom op dit soort momenten iedereen zich ineens anders gedroeg. Dat vrijwel niemand zichzelf was. Misschien beeld ik het me met terugwerkende kracht in, maar ik had op dit soort momenten als kind veel meer met twee ooms, één aan de kant van mijn vader en één aan moederskant, die het vermogen misten om zich teveel anders voor te doen en dus veel meer zichzelf waren dan alle anderen. En dan ook zich de misprijzende blikken van mijn moeder en wat ongetrouwde tantes op de hals haalden. Ik zie het nu ook bij mijn kleinkinderen die dan plotseling gaan voor de op dit soort momenten wat non-conformistische ooms. Kinderen hebben daar een neus voor, waarschijnlijk ook de één meer dan de ander, en ik waarschijnlijk toen ook al meer.
Hetzelfde soort mistroostigheid van de onechtheid ervoer ik ook altijd bij formele zaken als diploma-uitreikingen of de kerst- en paas-kerkdienst. Ook daar hoorde ik uitspraken rollen waarvan ik zelf niet wist wat ze betekenden, maar, als ik later vroeg wat ze dan wel voor betekenis hadden, had ik gezien dat ze niet de impact op de gelovigen hadden die je van een dergelijke verstrekkende betekenis mocht verwachten. In mijn gevoel was dat een soort “ze uitzitten” voor iedereen, rituelen die hun betekenis al voor mijn tijd voor de meesten hadden verloren, en nooit voor mij zouden krijgen.
In mijn studententijd bleek mijn feesthandicap ook weer andere kanten op te leveren. Bij de feesten op de sociëteit, als de dienstdoende barfeut weer eens had staan meezuipen, belandde ik meestal tegen 12 uur achter de bar en hielp jongens die zich niet meer in de hand hadden naar buiten. Dat scheelde dan (want ik was ook barfeut) daarna een boel bardiensten. Twee van mijn jaargenoten hadden iets vergelijkbaars en die gingen dan voor de muziek zorgen oid. Meestal draaide het erop uit dat we met zn drieën de kas opmaakten en de kwetsbare boel opruimden en dan ergens gingen ontbijten. Nuchter maar vrolijk. Wij waren onszelf, de anderen zichzelf niet als ze nuchter waren en op een andere manier zichzelf niet als ze te ver heen waren. Er was een andere schoonmaakploeg voor de kots en het gemorste bier en die bestond weer voornamelijk uit de kotsers en morsers zelf, de middagploeg, die zijn eigen ritueel moet bedenken om hun smerige karweitje eervol te laten zijn….
Ik heb dat dus nu nog, dat ik grotere gezelschappen waarin iedereen voorspelbaar en niet zichzelf is mijd. Dat ik rituelen mijd. Je kan als volwassenen niet altijd dit soort kantjes eraf lopen en iedere keer dat ik weer de onvermijdelijke handen en kussen, wensen en glimlachjes heb uitgewisseld denk ik weer “nooit weer”. Nu, nu ik niet meer werk en nauwelijks meer hoef, ben ik bijvoorbeeld blij met een verkoudheid met oudjaar zodat ik een excuus heb om niet op straat de vuurwerk-afstekende buren (milieuvervuilers nondeju, via vuurwerk komen er elk jaar weer tonnen zware metalen in het grondwater) te hoeven kussen. Ik zie de mensen die ik mag graag in gezelschappen die niet veel groter zijn dan 4. Zodat je de diepte in kunt en de maskers vallen.
Misschien zou een ontmaskerfeest iets zijn, een soort contra-carnaval, wie weet… maar ja, eindig ik daar waarschijnlijk weer achter de bar, of om half twaalf gewoon met de auto naar huis en dan nog lekker een Westmalle

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *