Maandelijks archief: oktober 2014

Ontspoorde Pauw

Ik was ongeveer halverwege een bedroefde column over het gesprek tussen Pauw en Samsom, toen Frits Abrahams datzelfde gesprek fileerde in de NRC: Samsom in de beklaagdenbank die Pauw’s vonnis mocht aanhoren. Ik zal in de volgende beschrijving wat citaten van Frits verwerken want hij had het verloop beter op de rij dan ik en schrijft beter:

De openingszin van Pauw: “Dit wordt niet per se een vrolijk gesprek, want het gaat slecht met de PvdA…” Volgt een sketch met Erik van Muiswinkel waarin Rutte en Samsom worden afgebeeld als zielenpoten in een uitelkaar vallend karretje. Typisch humoristische VARA-humor. Pauw vraagt of er nog wel eens gelachen wordt bij de PvdA – nee zeker? Dan nu een filmpje waarin alle vreselijkheden van de PvdA snel op een rij worden gezet, inclusief beelden van een groot onweer met inslaande bliksem op het Binnenhof, plus een verslaggever van PowNews die roept: “De hoofdschuldige is altijd Diederik Samsom”. Einde filmpje, waarna Pauw zegt: “Het is wel een hoop ellende die op u afkomt… Hoe vaak komt het voor dat u er geen zin meer in heeft?”
Volgens Abrahams had Diederik nu moeten zeggen “Als ik dit soort demagogie bij tv-makers tegenkom”, maar hij weet beter, hij wil nog eens terugkomen.
Diederik heeft dan nog nauwelijks iets kunnen zeggen. Volgt weer een filmpje met een toespraak waarin Samsom zegt dat hij “er eventjes geen zin meer in had”… Het filmpje liet nogal wat context weg. Dat maakt die uitspraak van Diederik spannender dan hij was en volgens mij probeert Pauw te suggereren met deze flard dat Diederik worstelt met de vraag of hij niet moet vertrekken als partijleider. Het was ongeveer op dit moment dat hij iets terugzei tegen Pauw als “Natuurlijk denk ik als ik weer voortdurend wordt aangevallen wel eens ‘krijg allemaal de vliegende vinkentering'”. En ik (Hero, Frits heeft de vinkentering laten schieten in zijn stukje) dacht toen al bij mezelf, ‘volgens mij zegtie dat tegen jou Jeroen, ik zou het ook denken’. Dat heeft de Diederik moeten bekopen met een regen aan haattweets, maar dat vonden we achteraf pas uit.
Daarna moet Samsom zich verweren tegen de bewering dat hij beloftes zou breken, bijvoorbeeld op het gebied van de werkloosheid, en tegen het feit dat hij zijn -gehandicapte- dochter weer in een toespraak opvoerde. Tot tweemaal toe citeert Pauw een SP-er die Samsom in dit verband een huichelaar heeft genoemd. Diederik probeert overal geduldig op te antwoorden. En dan laat Pauw plotseling Samsom even los, een halve minuut, over wat hem beweegt en zijn plannen. Op dat moment staat het al ruim 4-1 voor Pauw. Je bent weerloos als je tegenover de interviewer niet ook met een eigen batterij aan filmpjes en sketches mag komen, maar onvoorbereid moet wachten op wat je in een hoog tempo als een slagenregen wordt voorgeschoteld. Pauw gaat niet in op deze inhoudelijke statements. “Tot zover de zendtijd voor Politieke Partijen” zegt hij lacherig. Kennelijk deinst hij terug voor het inhoudelijke gesprek en wil hij het houden op de op-de-persoon-spelende aanvallende stijl. Het enige wat hij nu nog wil weten: bij welk zetelverlies, want het wordt een stevig zetelverlies, Samsom na de verkiezingen zou aftreden? Zo’n vraag uit de categorie ik-weet-dat-ik-geen-antwoord-krijg-maar-ik-ben-een-flinke-jongen-als-ik-hem-tóch-stel.

Frits Abrahams laat het er daarna een beetje bij. Hij vermoedt dat de kiezer het een tamelijk waardeloos schouwspel zal vinden, zonde van zijn tijd. Voor mij gaat het verder. Verder in de geest van de openingszinnen van Frits, die van de beklaagdenbank en het vonnis.
In mijn ogen hoort een televisie-interview iets anders te zijn dan een debat tussen opponenten. Een interviewer of talkshow-host is geen politieke opponent die iets te winnen heeft bij het verlies van zijn tegenstander. Een interviewer mag ontmaskeren en confronteren, maar dan wel liefst op de inhoud van de boodschap, behalve wanneer het gaat om een politicus die foto’s van zijn geslachtsdelen aan vrouwelijke kiezers stuurt. Maar daar durft Jeroen (die inhoud bedoel ik, die geslachtsdelen wel vermoed ik) niet te komen. Hij weet dat hij het zal afleggen en dat is het laatste dat een talkshow-host zich kan permitteren. Het ging dus om het winnen vanwege de kijkcijfers en zijn ego. Nee, het hoeft, ook bij de VARA niet, een soort linkse uitzending te worden waar elke PvdA-er zich veilig kan wanen. Maar dit ging zo ver, was zo persoonlijk, dat dit (inderdaad Frits) een soort publiek functioneringsgesprek werd waarvan de uitslag al van te voren vaststond: ‘Diederik en PvdA, jullie tijd is voorbij, kijk maar even naar de volgende compilaties en na de uitzending opkrassen als partijleider”. Maar Frits, ik hoorde er bijna achteraan fluisteren: ‘en noem mij dan even als de belangrijkste ontmaskeraar in je persconferentie, als de man van het laatste zetje, want dat kan ik wel gebruiken in mijn eerste seizoen’. Dat kan en mag nooit de rol van de pers zijn… Dit is je zelf met alle middelen en voorsprong van een media-man die een redactie heeft, neerzetten als politieke opponent en je voorsprong benutten om hem af te maken. ‘En laten we dan maar eens cynisch kijken hoe hij probeert op te krabbelen’. Dit lijkt op een ontspoord ego, dat in zijn strijd om de kijkcijfers zijn narcisme even onbeteugeld liet.

Ik heb al eerder geroepen dat het tijd wordt dat media niet alleen ontmaskeren, maar ook met enige regelmaat ontmaskerd worden. Media hebben veel macht en dienen daar gepast, scherp en met terughoudendheid mee om te gaan. We zagen maandag of was het dinsdag een totaal ontspoorde Pauw die met verkeerde veren pronkte. Jammer…. En eigenlijk vond ik dat die vermaledijde Samsom waarop ik al een tijdje was uitgekeken het zo slecht nog niet deed, dat was het malle… Misschien het contrast met de arrogante ontsporing van Jeroen, dat daar toch plotseling een echt mens verscheen… won Diederik toch nog…

Als ik later groot ben…

Wil ik wel helpen met opnieuw uitvinden van wat verkruimelende instituties… om de draad van de vorige blog weer op te pakken.
Een vriend en oud-collega van me is bezig om onder het motto, “wat ga je doen als je later groot bent?” iets naar de markt te brengen dat mensen helpt om hun tweede of derde carrière te vinden, hun draad te vinden met het moment dat ze afscheid (moeten) nemen van hun actieve werkende bestaan en dergelijke. Hij stelde me daar wat vragen over. Mijn probleem met goede vragen is altijd dat er een slingerende keten van malle gedachten ontstaat waarvan een deel nog nooit eerder (door mij in die sequentie bedoel ik) is gedacht. Laat ik eens wat sporen volgen…

Eén zo’n spoor is de vraag ‘Ben ik al groot of moet ik dat nog worden?’. En daar zijn dan meerdere antwoorden op. ‘Ja’, zegt het manneke dat weet dat hij geacht wordt met 68 volwassen te zijn en daar onderhand wel eens wat consequenties uit zou kunnen trekken. ‘Nee’, zegt de altijd onzekere andere kant die zich streng afvraagt of ik wel voldoende heb gedaan en al mijn kansen wel benut. ‘Je bent nooit te oud om te … en wat heb je dan nu nog te verliezen’ zegt de avonturier.

Deze drie voorbeelden van kronkels leiden tot allerlei vertakkingen en kortsluitingen. Zo’n kortsluiting is bijvoorbeeld dat ik denk te vermoeden dat gezond ouder worden betekent dat je het onzekere en gekwetste kind dat ieder in zich heeft voldoende hebt weten te helen. En ook dat het andere kind in iedereen, dat spontane nieuwsgierige en creatieve kind, in leven is gehouden, is gekoesterd en mag of wordt verleid tot spelen. Spelen met een geweldige set speelgoed. Met speelgoed bedoel ik hier, levenservaring, mensenkennis, een vak, werkervaring, netwerk….
Zo omschrijven wat gezond is, is geestelijk gezond. Je hebt de storende mechanismen die je gebruikt om jezelf te redden, en die je heel vaak in problemen brengen, wat die ook zijn (zoals agressief worden, mokken, zwijgen wegduiken, gaan redeneren en je gevoel uitschakelen of andersom, noem maar op) gezien, ontmaskerd en wat geneutraliseerd. Maar ook hoort daarbij omgaan met een lijf dat steeds meer slijtage vertoont, steeds net iets slechter hoort, trager bukt, eerder moe wordt. Gezond blijven is accepteren dat dat malle lijf zo doet en er inventief mee omgaan zo lang dat kan. Dan kan je lang ‘nog niet groot’ blijven en nog van alles doen, totdat je het bent.

Mijn ‘ja’ op de eerste vraag, dat je geacht wordt groot te zijn op je 68e, levert een andere kortsluiting op. De maatschappij levert een baaierd aan signalen af aan mensen boven de 50 die onderling nog al eens tegenstrijdig zijn. We vinden het prachtig om te zien hoe artiesten tot op hoge leeftijd blijven schrijven, schilderen en muziek maken. We gaan naar Leonard Cohen op zijn 80ste en The Rolling Stones op hun 70ste. Wijsheid van oudere mensen is edoch niet vanzelfsprekend (noch altijd echt aanwezig, noch zomaar geapprecieerd als die wel aanwezig is) een gewaardeerd goed. Mensen van boven de 50 komen op de arbeidsmarkt moeilijk aan de slag. Er bestaat een beeld dat hun leervermogen en creativiteit te veel is afgenomen, van gebrek aan flexibiliteit. Wie bij zichzelf te rade gaat vindt van al die negatieve beelden wel wat en kan zichzelf daarmee op een complicerend laag zelfbeeld fixeren en die onzin nog gaan geloven ook. En net als je denkt dat je je daar maar niets van aan moet trekken staat er in de krant weer een cynisch verhaal over mastodonten in de politiek die zich volstrekt ten onrechte als commentatoren aan de zijlijn opstellen en het leven van de zittende machthebbers compliceren. De ouwetjes als van Agt, Bolkestein, Pronk, van Dam, Wiegel en zelfs Wouter Bos moeten de mensen die het moeten doen niet voor de voeten gaan lopen. ‘Nou dan ga ik wel weer een eindje wandelen, ook goed voor een mens’. Wat je aan maatschappelijke druk die je op je af ziet komen accepteert in je zelfbeeld en wereldbeeld maak je zelf uit, gezonde groter wordende…. Maar er is daarbij, bij dat maatschappelijke beeld, een tweede, veel spannender kortsluiting…

Stel dat het waar is, dat ik gelijk had in mijn vorige blog, dat er van alles afbrokkelt in onze samenleving, dat consumentisme, individualisme, die snelheid en oppervlakkigheid, dat de veelheid aan signalen die de moderne mens te verwerken krijgt hem verhindert voldoende tijd te nemen om de noodzakelijke dingen goed te doordenken, dat we blijven rennen in de tredmolen van carrière-druk en opschroevende eisen aan je werk, de fragmenterende gezinnen met mantelzorgverplichtingen… stel dat we echt allerlei opnieuw moeten uitvinden… politiek, polder, journalistiek, zorg, onderwijs…, hebben we dan al dat speelgoed van de groter geworden mensen niet nodig, en vooral ook dat ze de tijd hebben om te denken, tijd die jij midden in de hectiek veel minder hebt? Moet er dan niet worden geïnvesteerd in de verbinding tussen de generaties? Ja natuurlijk moeten de mastodonten ook hun plaats weten en hun beperkingen kennen… En ja treuren over dat het niet meer is wat het was is zinloos. Tuurlijk vroeger was heel Nederland voor Europa, voor zwarte Piet, meende men het niet als men discrimineerde, gaf men graag aan ontwikkelingshulp en geloofde men nog ergens in. Tuurlijk vroeger hadden managers nog verstand van het productieproces en het vak, nu hebben ze spreadsheets en dashboards en zijn ze alleen maar goed als ze voortdurend de kosten drukken en hun mensen opjagen. Tuurlijk vroeger hadden partijen nog principes en een rechte rug en waren de politieke leiders nog leiders en bindende figuren. Maar dat is allemaal aan het schuiven naar iets anders. En bij dat schuiven kunnen ouderen met hun levenservaring, vak- en mensenkennis, hun relatieve belangenloosheid, helpen om historische vergissingen niet onnodig te herhalen… Die vermaledijde babyboomers (zoals ik ja) hebben heel veel instituties bedacht, doorontwikkeld en laten ontstaan. Als ze uit de ‘vroeger-was-alles-beter-kramp’ kunnen blijven, hoe waardevol kunnen ze wel niet zijn? En kan de nieuwe generatie eigenlijk wel goed zonder of overspeel ik nou mijn hand? Haha… ouwe, pas je huis aan en ga nog een keer naar Japan en Zuid Afrika voor we je in de mantelzorg pleuren…

Rest de belangrijkste vraag. Wat ga ik dan eigenlijk doen als ik groot ben…later dus…. rem ik mezelf nu al niet teveel af als mastodont avant la lettre? Lui worden, leuke dingen doen (=vaak consumeren in de reis- en recreatiebranche voor de grijze plaag) is dat genoeg of kan dat altijd nog…? En wat wil ik dan helpen opnieuw uit te vinden? De organisatie die het zonder de overheid probeert te rooien of de overheid zelf? Voorlopig probeer ik een organisatie (in de muziek) in stand te houden en te helpen om een toekomst te vinden in een netwerk van gelijksoortige clubs met minder afhankelijkheid van de overheid… Ambitieus genoeg? Ik laat de denkkronkels nog wel eventjes doorkronkelen

Bouwwerken verkruimelen of raken leeg

Ik was 19 toen ik leerde wat instituties waren: gestandaardiseerde manieren waarop een samenleving dingen regelt en oplost. Die gestandaardiseerde manier leidt tot organisaties en vaste patronen die mensen zekerheid geven en de samenleving een voldoende mate van stabiliteit en voorspelbaarheid. De-institutionalisering treedt op als die patronen eroderen, met uiteraard de dito onvoorspelbaarheid, gebrek aan stabiliteit en ontreddering bij een deel van de samenleving. Ik keek er onder de indruk naar. Het huwelijk was zo’n institutie. Het bestaat als zodanig niet, het is een abstractie met een sterke emotionele en symboolwaarde (toen), maar iedereen trouwde, we hebben er een smak wetgeving omheen gebouwd. En kijk… de bisschoppen hebben dezer dagen nog een keer besloten het signaal van de paus naast zich neer te leggen dat men respect en gastvrijheid naar andere samenlevingsvormen en seksuele bedradingen zou moeten betrachten en men handhaaft zijn smalende, afwijzende en discriminerende standpunt. Nou is de kerk zelf zo’n (in het westen) afbrokkelende institutie. En dan ook nog een institutie die kennelijk niet in staat is om haar eigen kernboodschap van liefde en respect uit te breiden naar patronen die men niet begrijpt. Maar is een dergelijk onvermogen nou niet net een belangrijk symptoom van de-institutionalisering?

Om me heen kijkend zie ik erg veel de-institutionalisering. Neem het parlement. Van oudsher een verzameling gekozen wijze mensen die gezaghebbend en op basis van visie en kennis op een wijze manier besluiten neemt die een boeiende toekomst van het land in het verschiet brengen. We hebben Ton Elias in de laatste weken een onderzoek zien doen en rapport zien uitbrengen over debacles in de automatisering. Politieke druk en compromissen, gepaard gaande met een groot gebrek aan kennis van zaken leiden tot een gemiddeld verlies van 1,5 miljard per jaar. Terwijl de inkt nog droogt en de persconferenties nog zoemen, as we speak and read… gaat VVD-collega van VVD-er Ton, Betty de Boer, een boel druk staan genereren dat de OV-chipkaart midden volgend jaar nou eens moet worden vervangen door een moderner alternatief. “De techniek is er” riep ze nadat ze een keer met haar mobieltje had geparkeerd. Wat is hier aan de hand? Is de wijsheid, de visie en de kennis van zaken zo uitgehold en verdwenen, in zo ver gaande mate vervangen door hol mediageniek gebazel? Het lijkt er wel op. Het klinkt als leegte, ijdelheid en onvermogen, zolang het maar scoort, en omdat de nieuwsmedia onder dezelfde holle, lege en suffige scoringsdruk lijken te staan lukt dat scoren ook nog. In plaats dat Betty geboeid de Kamer wordt uitgesleept door een arrestatieteam dat de democratie moet beschermen tegen ijdeltuiterij en leeghoofdigheid, hijsen de media haar allen op het schild.

Ach ja de media. We krijgen de indruk dat krullenbolleboos Sander Dekker het publieke bestel aan het aanpakken is. Nou staat dat bestel inderdaad onder rechtse politieke druk, waar. Maar het lijkt er veel op dat hij weinig meer doet dan de zelfverdediging die de omroep zelf in een advies aan de regering heeft opgestuurd overnemen. Maar ook dat bestel de-institutionaliseert. Vroeger waren omroepen een redelijk dekkende variant van de verzuilde wereld, De meerderheid van het volk was wel ergens lid van. Intussen is na de komst van de commerciële omroep er iets ontstaan dat concurrentie heet. Er is kijkcijferterreur gekomen. Jonge mensen worden nauwelijks nog lid. Omroepen hebben (op de EO na denk ik en misschien de VPRO) geen of een sterk afkalvende vertegenwoordigende werking meer. De publieke omroep is al twintig jaar commercieel en vertrut net zo hard mee als de commerciële wereld zelf. Zie bijvoorbeeld de prominente plek die de op handen zijnde scheiding tussen Onno&Albert krijgt in het journaal van de NOS. Schaamteverwekkende verkleutering. En de BBC heeft hetzelfde lot ondergaan dus alsjeblieft Sander, spaar ons en bescherm ons tegen dezelfde leegheid, ijdelheid van bekende Nederlanders in “Quizzen waar je wat van leert” als waaronder de BBC lijdt in de concurrentie tegen Murdock cs. Intussen vrees ik voor het verder naar de nacht verdwijnen van verdiepingsprogramma’s, kunst, innovatie en documentaires als ook hier de VVD gelijk krijgt. De omroep, die in zijn totale kabelpakket en web, langzamerhand meer lijkt op Action dan een Bijenkorf met een fatsoenlijke boekwinkel, zal die verder vervlakken of blijven innovatieve VPRO-achtige dingen een volwaardige en herkenbare plek houden?

Het zelfde verhaal kunnen we houden voor de polder. De bonden waarvan nog maar 20% van de werkenden lid is en die, dat ziet zelfs VNO/NCW nog, nodig zijn als tegenkracht tegen overheid en werkgevers verbrokkelen en vervlakken. Ook daar identiteit-uithollende fusies die niet erg lukken en waarschijnlijk het tij niet kunnen keren

Maar ook voetbalclubs zijn niet meer van de supporters, maar van het internationale bulkkapitaal. Misschien zijn de supporters wel meer eigendom van de club dan andersom. Nog niet helemaal kneedbaar, maar… Toch, hoe lang nog blijven supporters trouw aan de iconen van de club, als er in Manchester City maar één Engelsman meedoet, Frank Lampard, die vorig jaar nog vrijwel de enige Engelsman was die meedeed bij Chelsea? Waar hou je dan als supporter nog van? Van een naam? Van een logo? Van een uitbuitend bedrijf dat per ongeluk in je stad staat? Hoe organiseer je eenheid en verbroedering in een geanonimiseerde massa, die een inmiddels van plaatselijke helden leeg gemaakt “gebouw” bevolken. Vreemd, dat ze in Manchester trots zijn dat ze van Gaal konden strikken, en in Southampton Koemannen hebben gestrikt. Wat is dat? Hoe vluchtig wordt binding als het op dat soort leegte is gebaseerd, die waarschijnlijk over een of twee jaar weer door een ander wordt weggekocht?

Individualisering, commercialisering, lijken sleutelbegrippen in dat verkruimelen en leegmaken van instituties. Maar wat is de spiegel ervan, die destabilisering en onzekerheid? Die onthechting, het verzet tegen verandering en klampen aan oude waarden die je niet meer begrijpt maar toch?
Paarse bisschoppen die zich verzetten tegen andere vormen van liefde dan die, die 2000 jaar geleden werden gepredikt? Jihadi’s die Delft en den Haag de rug toekeren of zelfs Muiden niet meer zien zitten? De massa heeft een stem gekregen op internet. Daar gebeurt veel leuks, maar er is ook dat riool van haat en verbaal geweld. En ontstaat daar dan angst van voor ontreddering? Zaait de uiting van de ontredderde, ontreddering bij de twijfelaar? Tommy Wieringa stelde de onbeschaafde en onbeschofte wijze waarop de voorstanders van het behoud van Zwarte Piet zich manifesteerden aan de kaak en doet de voorspelling dat als Zwarte Piet verdwijnt, dat niet komt door die paar beledigde tegenstanders, maar door het niveau van hen die hem verdedigen. Is angst en ontreddering een vicieuze cirkel, die zichzelf als een vliegwiel nog wel even blijft versnellen?

Ook in de politiek blijkt systematische verkettering, de scheldkanonnades die daar een gevolg van zijn in media en kroegen, een wijze en fatsoenlijke dialoog, gebaseerd op kennis en feiten en vanuit een opbouwende toekomstvisie te vervangen. De verdediging daartegen is de tv-genieke “kop” die door handige ex-journalisten en PR-mensen voorgestelde tekstjes voorlezen, ook al hebben ze geen benul van waarover het gaat. De identificatie met inhoud, met de visie en de lijn, wordt vervangen door een leeg logo, een prettig ogende woordvoerder en keurig gepoetste gelegenheidstekstjes. Alsof de man en vrouw en vooral de jonge mensen op de straat dat niet doorhebben en afdoen als van hetzelfde gehalte als het zonnige gezinnetje dat bij de Jumbo winkelt in de reclame.

Het spannende van de-institutionalisering is dan, dus, dat de afkalvende instituties zich gaan verdedigen op een manier die hen nog soepeler door de mand laat vallen. Ze kunnen er niet mee omgaan. Ze gaan hun schaal vergroten als de schaalvergroting tot gebrek aan identificatie heeft geleid. Ze gaan fuseren als hun herkenbaarheid en daarmee zichtbaar nut is afgenomen. Ze commercialiseren en vertrutten als de commercialsering en vertrutting wint, terwijl hun opdracht juist is om kwaliteit te bieden als tegenwicht. Plezier in sport wordt business en als supportersrellen daarmee blijken samen te hangen, als, dan is verdere vercommercialisering een gotspe. Je verkettert liefde als kerk waar liefde je boodschap is. Alsof je als vegetarische winkels de plofkippen gaat verkopen als die het bij Appie en Dirk zo goed doen….

Als al de symbolen, van het logo van de voetbalclub, van de vakbond, de partij, de omroep, de kerk, de krant die we niet meer trouw blijven, leeg worden gemaakt en de identificatie mogelijk makende inhoud vervangen door de plastic tv-genieke spinnende PR-mensen en malle defensieve campagnes, is dan een dergelijke ongeremde stroom van beledigbaarheid die handig via complottheorieën zondebokken zoekt niet logisch? Wordt het niet tijd voor minder… minder… maar dan van schaalvergroting en onechte PR-praatjes die dit riool uitlokken? Wordt het niet tijd om schaal te verkleinen en vertegenwoordigers weer kenbaar te maken, op straat, om de hoek? Dat je zn moeder nog hebt gekend…Vooral in de politiek? Maar ook in concrete kerkgemeenschappen die zoekende homostellen een thuis weten te geven… in plaatselijke afdelingen van bonden die steun geven in plaats van korting op een consumptieartikel? Moeten we de stadsregio niet het scharnierpunt maken in de politiek, de regionale zorginstellingen, onderwijsinstellingen kringloopwinkels en voedselbanken niet centraal stellen in de ouderenzorg en werkloosheidsbestrijding in plaats van landelijke campagnes, regels en controles?

Niet langer tegenspartelen, maar ga eens moeite doen om jezelf opnieuw uit te vinden…. En bezorgde lezer… meng u in het debat… het is zo hard nodig