De vraag is of onze (Nederlandse) democratie alleen wat aan het veranderen is, of op weg naar het uitblazen van haar laatste adem. Ik weet het niet, maar ik krijg wel zin in het spelen met de gedachte dat we op weg zijn naar het einde van de huidige vorm. Dat we een stervensproces meemaken. Dat er iets aan de gang is dat ruimte gaat maken voor iets totaal anders. Daarvoor eerst even een uitstapje naar de natuurkunde en naar wat theorie over het verschil tussen levende en dode systemen.
De tweede wet van de thermodynamica is nu een goeie honderd jaar oud. Simpel gezegd komt het er op neer, dat als er temperatuurverschillen zijn in een ruimte of een voorwerp, die verschillen vanzelf verdwijnen. Als ik eieren heb gekookt, laat ik die altijd afkoelen in koud water. Zo simpel is het. Eerst zie je de temperatuur van het water en de eieren naar elkaar toe gaan. De eieren verwarmen het water wat en het water koelt de eieren af. Het resultaat is een pannetje lauw water met lauwe eieren. En als je nog even wacht neemt het pannetje water ook de temperatuur aan die in de keuken heerst en na verloop van tijd is alles even warm of koud. Het heeft te maken met de bewegelijkheid van deeltjes. Als je in een gas of vloeistof (daar gaat het het snelst en meest zichtbaar) op de ene plek meer deeltjes hebt dan op de andere dan zal ook na verloop van tijd de verdeling van die deeltjes homogeen worden. Entropie noemen natuurkundigen dat. Materie heeft de eigenschap in de richtig te gaan van entropie. Stof zijt ge en tot stof zult gij wederkeren. Allemaal heel simpel en logisch. Er zijn echter in de wereld dingen of systemen die zich daar tegen verzetten. Die warmer blijven dan hun omgeving of in staat zijn die deeltjes te laten clusteren. En dat is eigenlijk de definitie van leven. Je kunt eigenlijk alleen water warmer houden dan zijn omgeving door energie toe te voegen. En dat doet leven ook: Door uitwisseling van energie en materie tussen het systeem en zijn omgeving kan dat proces worden tegengegaan dat overal dezelfde temperatuur en dichtheid/samenstelling van deeltjes heerst. Wij eten om ons lijf warm te houden, te groeien, armen, organen en hersenen te maken -complex te worden en te blijven kortom- en ons te verplaatsen. Als we stoppen met leven, worden we snel koud, ons weefsel begint uit elkaar te vallen. Kan je in een levend mens de verschillende organen goed van elkaar onderscheiden, na de dood ontaardt het in een homogene en zich geleidelijk in zijn omgeving oplossende soep en bieden alleen de botten langer weerstand.
Je zou dus kunnen stellen dat een stervensproces wordt gekenmerkt door:
– verminderde uitwisseling tussen systeem en omgeving (er gaan steeds minder mensen stemmen, steeds minder mensen actief lid van een partij)
– vervagende grens tussen systeem en omgeving (we hebben de media nodig om wat van het systeem te merken en het eigene te zien, partijen profileren zich nog slechts met moeite t.o.v. elkaar. de verschillen worden kleiner en waar die verschillen zichtbaar zijn gaan we spreken van radicaliserende vleugels)
– vervagende grenzen tussen de subsystemen, de subsystemen kunnen hun eigen energie en materie steeds minder goed vasthouden, deeltjes gaan zich egaliserend verspreiden (toenemende aantallen zwevende kiezers, er ontstaan steeds nieuwe tijdelijke vormen (partijen) die profiteren van het verval van de grotere oorspronkelijke systemen)
– de systemen kunnen alleen overleven bij gebrek aan uitwisseling met hun omgeving als ze zichzelf gaan “opeten” (er komt steeds minder kader van buiten het politieke systeem in. We hebben tegenwoordig meer last van inteelt: carrièrepolitici in plaats van mensen die het ernaast of tijdelijk doen in hun maatschappelijke loopbaan en zo voor nieuwe corrigerende en voedende input zorgen)
Er lijkt nogal wat aan parallellen zichtbaar. De beroemde kloof tussen kiezer en gekozene ontstaat door gebrek aan voedsel en het opeten van zichzelf, door onvoldoende uitwisseling. Opa zit achter de gordijnen, leest geen krant meer en begrijpt zijn kleinkinderen niet. In Almelo hadden we uiteindelijk op een gemeenteraad van in de dertig leden, 14 partijen. Een gemiddelde van tweeeneenhalf per partij. Ongeveer een derde van de kiezers zweeft op dit moment en laat Roemer vallen voor Samsom en vervolgens Samsom voor Pechtold. Een geweldige hoeveelheid plaatselijke partijen geeft aan dat veel kiezers zoeken naar herkenbare huisje-. boompje-, beestje-thema’s en hun woordvoerders die ze kunnen kennen. Als Wilders uit de bocht vliegt zijn we twee dagen boos over een groot thema, dood is het systeem nog niet, maar weten we dat als kiezer straks nog bij de Europese verkiezingen? Of zijn we dan in de vage, breiige context alweer bezig om ons af te vragen wat het belang ook alweer was en dat het misschien toch wel eens goed is om een tegengeluid te laten horen als we al gaan stemmen en zijn we het proletige van het tegengeluid alweer vergeten?
Ik weet t allemaal niet. Of je dit soort hier versimpeld weergegeven noties uit de fysica als entropie op sociale systemen die we zelf hebben bedacht en dus niet natuurlijk zijn kunt toepassen is sterk de vraag. En of als het er op lijkt dan ook de zelfde wetmatigheden zullen gaan gelden. Volledige entropie betekent uiteindelijk in die oude Engelse grap over ons: Iedere Nederlander zijn eigen partij en geen bestuur meer, maar lullen tot j’er bij neervalt. Dat lijkt me uiteindelijk geen realistisch perspectief. Leven, want het gaat om levende mensen in levende samenlevingen, past zich aan en verzint nieuwe vormen om de entropische krachten in de omgeving het hoofd te bieden. Ik ben benieuwd naar de slurf, het schild, nieuwe symbioses, zelfuitbroedende eieren in de politieke evolutie via electronische communicatiesystemen, big data. De overheid als big brother die weet wat we willen via onze telefoon, bril en horloge en het ons lokaal zelf laat uitzoeken? Ik weet t niet.
Maar zoals het nu gaat, gaat het met d’ouwe politiek alleen maar hard bergafwaarts. Het gebrek aan zelfreinigend vermogen tov Wilders (ok vandaag plots toch een kabinetsreactie het werkt dus toch nog een beetje na zes jaar modderen) geeft aan dat er ook sprake is van een auto-immuun probleem. Als deze theorietjes allemaal kloppen that is.
Intussen legt de zittende macht graag nieuwe vliegvelden aan, nieuwe rondwegen, bouwt graag nog even cultuurpaleizen als het Spuiforum in den Haag en nieuwe stadskantoren, terwijl de artsen alarm slaan dat we de ouderen verwaarlozen, depressief laten vegeteren achter hun geraniums en in brandgevaar overlaten aan de buren…. (Te) veel van wat het nog doet in het oude systeem vindt dat soort project-prestige kennelijk belangrijk en ziet de mens niet meer waarvoor ze het doen: wij mee in de vaart der volkeren met innovatie, bedrijvigheid en tot de verbeelding sprekende architectuur, u redt zich vast wel verder, toch? En ja, steeds meer lokale initiatieven lijken die zelfredzaamheid vorm te geven. De samenleving ontwikkelt zich door achter de rug van de oude politiek om.
Ik blijf dus voorlopig nog even stemmen en kiezen omdat er nog genoeg te corrigeren is. En maar hopen dat dit een volstrekt idioot en onvruchtbaar gedachtenspoor is…