Muziek, ja ach muziek… het verbindt me met anderen, werpt me terug in mezelf, maakt me zacht, vrolijk of ingekeerd, stoort, irriteert, roept herinneringen op. Zet me stil in mijn hoofd, voert me mee of stroomt door me heen, en is dan vrijwel altijd waar. Hoewel, in mijn kinderjaren was muziek iets dat tussen “oninteressant vanzelfsprekend” en “buitengewoon vervelend” in zat. Het oninteressante: Dorus met zijn motten, de Kilima Hawaiians, opa de Mol, Jetty Pearl en the Skymasters. Ach ja, meezingen kon als dat op prijs gesteld werd maar verder niet mijn cup of tea. Het irritante stuk had te maken met Bach. Mijn vader speelde vaak en vooral op zondag toen ik in het begin niet buiten mocht spelen, op het harmonium, het hijgend hert, Bach en Händel. Hij kende veel uit het hoofd, maar ook werd er in allerlei boeken met Fügen gestudeerd. Ik moest stil zijn als ie speelde en ontkwam dus niet aan luisteren en dus sloot ik me op in mezelf, soms letterlijk met de handen op de oren. Als ik Bach de orgelman hoor komt dat oude verzet weer boven en heb ik ook vaak de neiging om vingers in mijn oren te stoppen., Die waarheid zit dus niet in de muziek, maar in mezelf, als niet alle waarheid over muziek altijd in jezelf zit…
Waarheid in muziek
Geef een reactie