Vragen over beschaving

Wat heeft die ouwe Nicolaas toch een complexe verjaardag. Bij zijn intocht staan er mensen met de rug naar hem toe, hun monden dichtgeplakt. Talkshows zitten vol mensen die zich beledigd voelen door de racistische connotaties van de uitdossing van zijn helpers. De onkreukbare Bunskoek bouwt een grap met slaven die straf krijgen uit een film. Zijn we het/hem nog wel waard? En laat ik het dan maar niet hebben over alle grappen over vrijgezelle ouwe mannen in jurken die zich kindervriend noemen. En dan, de mensen die hem verdedigen wuiven alle aanvallen en boosheid weg met verwijzing naar oud-hollandse tradities die we vooral zo moeten houden. Hoe fout en oubollig ze ook waren of zijn geworden, hoe hard de wereld ook veranderd is. Nog afgezien van de vraag of ik op zijn leeftijd nog steeds m’n verjaardag zou willen vieren, is deze cocktail toch voor een gewone heiligman toch al genoeg om een wintersportvakantie te boeken op je verjaardag, toch? Maar ja, hij is een “Goedheiligman”.

Eigenlijk heb ik over dit thema alleen maar vragen. Je zou kunnen denken dat mensen die alles zo willen houden zoals het was, ook al is dat erg vervelend voor een grote groep medelanders, au fond erg egoïstisch reageren, zeker als dat op agressieve toon gebeurt, maar is dat zo? Is het niet zo dat zo’n Klaasfeest een cultuuruiting is, waaronder zich lagen bevinden waarvan de meeste mensen zich niet bewust zijn? We vieren een kinderfeest, waarbij we plagen, surprises maken, plagerige gedichten, nepkadoos… Een feest om de winterdagen door te komen, een feest waarbij we lachen om dingen die ons te dierbaar zijn, immers? Waar we tegen een stootje moeten kunnen en dat onze kinderen al leren? En dan willen we niet worden gewezen op iets dat in ons verdrongen verleden speelt en er eigenlijk niets mee te maken heeft als slavernij en onze minachting, toen ooit, voor alles met een kleurtje. Is dat het? Of gaat het zelfs dieper nog? Waarom hechten we eigenlijk aan die kerkvorst met zijn zwarte hulpjes als beelddrager voor dat kinderfeest? Aan die belachelijke liedjes daarbij? Waarom ondertekenen we onze venijnige gedichten met Sint en Piet. Als een mombakkes, masker. Hoe diep zitten cultuurelementen, waarbij anonymisering een rol speelt, gedaanteverwisseling? Carnaval zit er vol mee. Ontheiliging van het heilige en leuk maken, sterk maken van het zwakke, Don Quichot en Sancho Pancha, Soldaat Schwejk, Papageno, stijlfiguren in de litteratuur die verwijzen naar een laag, die we niet ter discussie willen hebben, omdat deze plagerig beschaving, machtsverschillen, sociale pijn kortom, blootlegt, maar niet openlijk daarover de verwijtende discussie aangaat? Is dat een manier waarop we al generaties het ondraaglijke draaglijk maken en laten voortbestaan? En mogen anderen daar niet aankomen, aan die onbewuste pijnstiller?

Maar, zit er ook niet een soort verlies aan geduld ook bij? Zo van leuk die multi-culturele samenleving en we snappen dat we dan ook een stukkie meeveranderen moeten, maar het houdt een keer op ja? Ga je aanpassen en stel je niet aan. Dat betekent dat de kaaskoppen de agenda willen bepalen en schoonhouden van discussies die ze niet willen. We hebben al anderhalve eeuw niets meer met slavernij en de laatste 50 jaar is onze beeldvorming over de gekleurde mens danig ten goede bijgesteld, dus ga ons nou even geen racisme zitten aanpraten ja? Nou racisme, is dat het inderdaad wel? Is het niet gewoon een soort gebrek aan respect dat we ons niet eens bewust zijn en dus zomaar gratis tonen? En vooral in grappen? “Nummer 39 met rijst en sambal zeker?” van Gordon is van een misselijkmakende soort respectloosheid inderdaad, maar ik heb niet de indruk dat hij een soort onderbouwd beeld heeft over de inferioriteit van Chinezen. Wat is het dan in ons dat dit soort grappen naar boven trekt? Ik bedoel, ik doe ook af en toe accenten na. Zowel Haags als Surinaams als Marokkaans als Amsterdams, oeweetje oewel. Is dat leuk of eigenlijk een uiting van etikettering, van aanwijzen dat je vreemd bent, “niet-wij” en dus rijp voor grappen. En is dat leuker als het over Surinamers gaat dan over Hagenezen? Is er verschil in afstand en respect? Ik weet het bij mezelf al niet zeker, laat staan dat ik oordeel over een ander.

Neemt de gemiddelde botheid van die tv-grappen toe? Zie ik dat goed? Moeten Geer en Goor niet elk seizoen een stapje verder gaan om “leuk” te blijven. Wordt het internet niet een steeds harder stinkend riool, waarin de riolisten elkaar proberen te overtreffen? Je zou het bijna zeggen. Is dat erg? Worden we steeds erger onbeschaafd? Ik heb de indruk dat ook de verontwaardiging erover toeneemt en niet alleen bij slachtoffers van grappen en verbale internetagressie, maar ook bij de omstanders. Wat is dat dan dat die omstanders ertoe brengt om zich verontwaardigd te voelen? Soms heb ik het gevoel dat de grappenmakers zich op een voetstuk van artisticiteit en heldendom zetten. Hangend op de vrijheid van meningsuiting, stellen zich daarmee boven en buiten de discussie, boven ons, omdat ze verwoorden, verbeelden of wat ook, wat ook wij aan vuil en slechtheid in ons hebben liggen. Is dat het wat we niet meer pikken? Of ligt er naast dat hoopje vuil ook een hoopje gekwetstheid en compassie dat ons ertoe brengt geluid voort te brengen als we een ander te ver zien gaan? Of is het gewoon een ander stukje egoïsme, dat we sier kunnen maken met onze eigen mate van beschaving als we erover praten?

En zijn we racistisch? Als we de rapporteurs van de VN mogen geloven is er wel het één en ander om ons over te schamen. Maar ook hier weer, is het racisme of kunnen we het gewoon steeds slechter opbrengen om “het vreemde” met respect tegemoet te blijven treden? En vinden we zozeer dat we gelijk hebben met onze behoefte aan “het eigene” dat we onbewust, onnadenkend discrimineren? Dat we kinderen van asielzoekers in de bajes zetten? Dat we kinderen die door onze eigen administratieve stommiteiten buiten een regeling vallen gewoon uitzetten? Dat we denken dat we beter weten wat we aan een Piet Jansen hebben dat aan een Ahmed? Denken we dat Ahmed een inferieur mens is of denken we dat we het ons kunnen permitteren om onze eigen mensen en waarden voor te trekken? Of zijn we gewoon, zoals veel sociologen denken, niet in staat om buiten ons culturele kader te denken? Een vis weet niet dat hij in het water zwemt omdat hij zich geen “niet-water” kan voorstellen, kunnen wij ons dan niet voorstellen wat de impact van ons gedrag is op hen die we respectloos behandelen, omdat we niet begrijpen waarvoor we respect zouden moeten hebben? Denken we dat we “als gastheer” de regels van het huis mogen vaststellen, no matter what de gevolgen zijn voor de gasten, omdat gasten nou eenmaal per definitie een treedje lager staan? Nederland met een van de botste culturen uit de wereld, denkt van zichzelf dat we gezellig, polderend, tolerant en gastvrij zijn. Zijn we dan niet racistisch, maar hebben we dan een heel dom zelfbeeld en leren we onvoldoende van onze spiegels?

En, durf ik het aan om slachtofferschap ter discussie te stellen? Slachtofferschap is een vorm van egoïsme zeggen veel psychologen. Dat kan op individueel niveau spelen, dat je je eigen eigenwaarde “voelt” doordat het gekwetst wordt en je soms weinig anders rest in situaties waarin je inderdaad slecht aan je trekken komt, dan je daarvan bewust te zijn en er over te klagen of te protesteren. Het kan ook op collectief niveau spelen, zie de vele grappen in de joodse cultuur. Het kan de vorm aannemen van bescherming van jezelf om het te benoemen als een discriminatie van de groep waartoe je behoort (ik word niet afgewezen omdat ik niet geschikt ben of me verkeerd heb gedragen, maar omdat mijn ouders uit Marokko komen, of in de verkeerde buurt wonen). Het kan ook een soort collectief trauma zijn dat zich gemakkelijk laat oproepen, zoals de holocaust en de slavernij. En hoe legitiem is het om vanuit het slachtofferschap de discussie aan te gaan? Of hoe effectief en verstandig? Keert dat zich op den duur niet tegen je en versterkt het zichzelf dan niet?

Eigenlijk heb ik maar één uitroepteken en dat is dat ik vind dat we over deze thema’s op de verkeerde manier spreken, te weinig openstaan voor kritiek en zelfkennis, te weinig open staan voor de kansen om met een sterker bewustzijn uit een dergelijk gesprek te komen. Te weinig de kans pakken om met alle betrokkenen na te gaan wat de eisen zijn die deze tijd aan ons stelt en de stappen te zetten naar persoonlijke en collectieve groei.

Ik denk vaak dat de erkenning dat het complex is en dat ik het niet helemaal goed begrijp het begin is van nieuwe inzichten die rust kunnen brengen. Laten we eens beginnen om met meer mensen tegelijk te zeggen dat we “het”, en onze eigen reacties daarop, onvoldoende begrijpen. Wie weet…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *