Mesdag moet het allemaal behoorlijk onder controle hebben gehad. Hij bepaalde het jaargetij en het weer, de waterstand, de recreatiedruk, het bouwen, het klimaat, de vervuiling, de hoeveelheid mensen, de hoeveelheid conflict…. Hij schilderde zijn panorama. Een sluitende wereld die hem omringde en alle mensen die zijn werk zouden komen bekijken ook. Een wereld die sprekend leek op de echte. Je kan alle kanten op om je heen kijken en alles klopt. Mesdag kon nog bepalen wanneer zijn wereld af was, dingen weghalen en elders of anders toevoegen. Wij niet meer. We zien de wereld zoals hij hem zag. Je kunt je wanen aanwezig te zijn in zijn wereld, te handelen, te genieten zoals hij. Je vergeet niet dat die wereld een illusie is, er zijn geen auto’s en andere modernismen te zien op zijn panorama. Maar je realiseert je misschien niet dat hij dat altijd is geweest, een illusie, een verzinsel, een verfraaid en verstild panorama… Een gefotoshopte momentopname waar hij jaren aan heeft gewerkt.
Eigenlijk, denk ik, meen ik eigenlijk wel vrijwel zeker te weten, doen we dat altijd allemaal. We bouwen uit onze waarnemingen en belevenissen een eigen wereld, ons eigen panorama, met onze kijk op onszelf, op de mensen om ons heen en op de wereld. Zo overleven we. Daar is soms wel wat mis mee, als de blinde vlek in ons zelfbeeld en ons wereldbeeld wat onhandig groot wordt bijvoorbeeld, en we handelen vanuit angsten voor complotten en vijandbeelden waar dat niet nodig is of wanneer we ten ondergaan aan zelfoverschatting. In samenlevingen en organisaties kunnen we elkaar helpen om zo’n wereldbeeld vol hiaten aan te vullen en te corrigeren. Daar is veel organisatietheorie op gebaseerd, op kracht en tegenkracht. Ik vrees dat zulks ook in de theorie over democratie is verondersteld, het debat, de oppositie, de controle door twee kamers, de vrije pers, dat alleen al blijkt een illusoir panorama, omdat het zo niet werkt. Maar de mensen die het panorama bevolken en levend houden met zijn allen zijn in zo hoge mate alleen met dat stukje politieke systeem bezig, zo met elkaar, dat de wereldbeelden en zelfbeelden van waaruit ze handelen niet meer worden gecorrigeerd. De polder buigt mee. De bouwwereld lobbyt met mensen die uit het politiek systeem afkomstig zijn, de bankwereld, idem. Onderwijsbesturen hebben mensen in dienst die hun hele carrière lang met mensen van andere koepels en ministeries praten, met de beleidsbepalers meekakelen om geldstromen in stand te houden, terwijl ze zelf nooit voor de klas hebben gestaan. De politiek/pers/het wereldje eromheen ze hebben hun eigen panorama Mesdag geschapen. Een wereld die ze kennen en begrijpen en die ze telkens een beetje meer naar hun wensbeelden omvormen en proberen te vervolmaken. En wij intussen, wij burgers en bedrijven, wij leerlingen en huurders, wij zieken en gehandicapten, we rooien het of net niet, we trekken er ons wat van aan of niet, we zien die wereld van ons afdrijven of proberen het op onderdelen nog een beetje te volgen, maar wat ze daar doen, het raakt ons, dat wel, maar niet op een manier die we hebben kunnen meebepalen, en zelfs ook maar bij benadering hadden verwacht.
Ik word, als oudere met wat geld, geacht geld uit te gaan geven, terwijl ik wat ik heb het liefst zou willen vasthouden om later te kunnen inzetten om te voorkomen dat mijn kinderen en mijn buren later gebukt gaan onder een overmaat aan mantelzorg. Ik kijk wel uit dus. Als je als politiek onder het hartverwarmende motto van kansen en perspectieven, van de “doe-democratie” van eerlijke en logische betrokkenheid op je buren en familie, allerlei zekerheden rond inkomen en zorgvergoedingen en zorg voor de voorzieningen in mijn woonomgeving ter discussie stelt, dan ben ik toch gek als ik er in trap, in de PR-taal waarmee die geestelijke armoede over ons heen wordt gestort. Er wordt zo hard gesneden in de primaire zorg dat gemeentebesturen die er nu plotseling voor verantwoordelijk raken er over denken om werklozen en vrijwilligers in te zetten voor werk dat professionaliteit vereist. We fluiten nu een al te wilde mevrouw de wethouder uit Deventer terug, maar hoe dicht bij deze afgrond staan veel gemeentelijke beleidsmakers nu, in de zorg en de jeugdzorg?
Let wel, ik zeg niet dat al die bezuinigingen slecht zijn en verboden moeten worden, ik ben bezorgd over de dynamiek die langzaam van de werkelijkheid lijkt los te raken, zoals Mesdags panorama niet meer de werkelijkheid dekt. Ik zie mensen in de werelden die beleid maken, lobbyen, politieke lijnen uitzetten, verdiept raken in de dynamiek die zich alleen tussen henzelf afspeelt. Professionals in zorg, onderwijs, worden nauwelijks gehoord. Het draait om de winst of het gezichtsverlies in hun eigen navel, hun eigen Panorama Rutte en Dijsselbloem, hun Panorama Plasterk of Rehn of Schippers. Marktwerking in de zorg is grotendeels fake en mislukt, maar er is geen weg terug zonder schade en gezichtsverlies. En dus krijgen zorgverzekeraars (te?) veel macht en veel geld, zijn ziekenhuizen nauwelijks nog in staat om een jaarrekening op te stellen of doen daar jaren te lang over. Zien we ziekenhuizen fuseren zonder noodzaak… Balkenende en nu Rutte, met hun ploeg, ze schilderen telkens een stukje doek over, halen wat weg (of worden gedwongen door de Eerste Kamer om dat te doen) en schilderen er weer wat bij, en dan klopt hun wereldbeeld weer, dan is het regeeraccoord maar een beetje bijgesteld of hoogstens wat vertraagd, is dit de meest effectieve ministersploeg van na de oorlog weer en is het hoogstens wachten op het gezond verstand in de Eerste Kamer, die toch weer, zo vlak voor het reces verdorie, de verkleining van onze gemeenteraden en provinciale staten blokkeert.
Kortom, ik kan me niet aan de indruk onttrekken, dat eerst Balkenende en nu ook Rutte met het kringetje om hen heen in Europa, pers, kamers en lobbycircuit, steeds meer en steeds eenzamer op een eilandje is komen te zitten zonder het te merken, verdiept als ze zijn in hun eigen Panorama Opstelten (vooruit Ivo ook een keer). Wat zijn we daar lekker bezig met zijn allen en wat maken we een voortgang. We communiceren af en toe heel zorgvuldig een bijsturinkje naar buiten, een kans gepakt, een perspectief geopend, een vastzittende markt hervormd in, vergeet dat niet, het mooiste land (o nee pardon, ik bedoel panorama) van de wereld.
En toen, zomaar op een dag in juli, liep er een Wolf de kaasstolp van het panorama in. De oppositie is met vakantie. De pers verveelt zich. Luttelgeest (betekent dat niet klein verstand?) ligt ineens in het epicentrum van een rimpeling die de coalitie, die moet regeren en naar verhouding redelijk op zijn post blijft plots tot op het bod blijkt te verdelen. Is het verstandig om de wolf te beschermen en moeten we de met één wolf toegenomen biodiversiteit bejubelen (PvdA), of is dit het soort monster dat Napoleon al terecht liet doodschieten (VVD)? Een doorvoede wolf in zijn eentje zal vluchten als ik kom aanwandelen in de natuur, een hongerige roedel wordt op een andere manier enthousiast. En dan, hebben we eindelijk in Nederland de biodiversiteit met wat bevers opgehoogd, heeft zo’n kreng (hij lag dood langs de weg daar in de polder en dan is het een kreng, excusez le mot) een bever in zijn maag… Ik zie het kabinet er op vallen, straks, met Rutte en Samsom wat verder weg en Zijlstra die boos wordt op Rutte-teksten als ze door Dijsselbloem worden uitgesproken. Ik zie het gebeuren. Het kabinet valt niet over de pensioenen of over haar weigering te investeren in het fabrieksmatige onderwijs, maar over de wolf, DE WOLF. Het kabinet kan alleen vallen over een detail dat ze niet zelf hebben geschilderd en ook niet kunnen wegschilderen. Ze zijn hun wederzijdse machteloosheid allang beu. De irritatie is merkbaar aan allerlei incidentjes. Ze zullen vallen, snel, of over DE wolf of over een zinnebeeldige WOLF. Mark my words.