Wat zou ik….?

Weer één. Boogie dit keer. Weer een jongen die is bezweken onder druk. Tien jaar lang gebruikt. Daarna nog vijf jaar gezwegen en ontkend. Elke keer als er weer een zondaar bekent vraag ik me af hoe zou ik het hebben gedaan.

Mijn oude buurman, die een zekere fascinatie had voor pijn (waar hij heel erg bang voor was) en martelen, vroeg me af en toe wat ik allemaal zou toegeven en wie ik zou verraden als ik werd gemarteld. Alles en iedereen waarschijnlijk. Ik ben geen held. En ik ben gevoelig voor druk, voor sociale druk, want ik ben een mens.

We vormen een maatschappij en daarbinnen groepen met behulp van een soort psychisch mechanisme waar door we erg onrustig worden als we niet kunnen meekomen in een groep of ons er uit afzonderen door andere opvattingen. Onze hele opvoeding lang – en ouders proberen soms misschien die druk niet op te leggen op bewuste momenten maar we doen het allemaal onbewust in hoge mate – hebben we te maken met ouders die hun gezin als gezin boetseren en het waarden en normen-palet inprenten van hun kinderen door middel van een subtiele mix van een aantal mechanismen waarvan “druk uit oefenen” een belangrijk deel uitmaakt. Zonder de woorden “Als je er bij wilt horen, bij ons gezinnetje, dan…” al te vaak uit te spreken word je geleerd via de dosering van aandacht en liefde en soms een beetje straf om niet al te veel ruzie te zoeken, je ouders te helpen, stil te zijn als er mensen op bezoek zijn de belangrijk zijn voor je ouders, enzovoorts. De volgende fase is de onbarmhartigheid van de klas en de vriendengroep, wat je moet doen om er bij te horen, hoe je er uit moet zien, wie en wat je belachelijk moet vinden en wat vet. En zo voort. Zo komt een introverte einzelgänger meestal niet in een voetbalteam en gaat iemand die geen interesse heeft in winnen niet echt de sport in. We socialiseren niet alleen, we selecteren zo ook de subwereldjes waar we bij willen horen en ook willen voelen, dat anderen in dat wereldje ons erbij willen hebben en ons accepteren. En van dit soort processen verloopt dicht tegen de honderd procent zich af in het domein waarvan we ons niet of nauwelijks bewust zijn. En vanuit dat onbewuste borrelen harde fysiek voelbare onlustgevoelens op als het misgaat. Zoals je angst door je hele lijf kunt voelen en alle fysieke en mentale processen kan verstoren die nodig zijn om te kunnen presteren, anders dan “vechten of vluchten”.

Wat me een beetje opvalt is dat de meeste mensen die ik over de bekende dopingzondaars hoor praten een keuze maken uit een aantal typen kommentaar:

1. een oordeel vanuit een uiterst individuele verantwoordelijkheid voor je daden en vanuit een natuurlijk uiterst individueel motief voor die daden. “Hij wou winnen en had daar te veel voor over”, dat hij daarover zo lang gezwegen heeft, toont aan dat hij als bewust kiezend mens fouten maakt en dat zijn moreel besef onvoldoende is.

2. een oordeel vanuit een nogal geromantiseerd beeld van een bijna maffioos crimineel milieu. De omerta (zwijg of sterf) komt dan aan de oppervlakte. Het weten van het misbruik van een ander maakt je tot medeplichtige die wel moet gaan meedoen. Waarschijnlijk zijn er teams die dit soort druk hebben gebruikt, het wordt over het team van Armstrong beweerd.

3. iets wat dicht bij dat socialisatiemotief ligt maar toch meer rationeel-economisch wordt uitgepakt uiteindelijk iedereen deed het, wie het niet deed werd voorbijgefietst. Als je dit beroep wilde blijven uitoefenen moest je wel op een minimaal niveau meedoen anders kon je toch weer de fabriek in

4, en tenslotte iets dat toch veel respect voor de kunstmatig opgepepte sportman behelst, zoiets als, als iedereen het deed was er toch weer een level-playing-field, dan was je dus toch gewoon de beste en dan kan ik me ook voorstellen dat je er niet over praat, want de consequenties voor jou en je oude maten zijn pittig. Daar komt ook een soort niet verraden/niet klikken-norm om de hoek.

Maar ik vermoed dat het gewoon veel te maken heeft met wat er in mijn inleiding stond. Dat dit soort meegaan met iets dat je eerst verbaast en waar je steeds meer aan went, gewoon te maken heeft met de inprentingspatronen waar we van jongs af aan mee te maken hebben zoals het onbewust verlangen om ergens bij te horen, onbewuste angst om afgewezen te worden, onbewuste behoefte aan het ontwikkelen van een identiteit door “ergens uitdrukkelijk zichtbaar bij te horen”. En ook is als je ouder en ervaren wordt, de drang om een rol te spelen bij de continuïteit van dat waar je bij hoort en het gezag en extra respect dat je daarvoor krijgt, een belangrijke drijfveer van al die gebruikers. Dat zijn de patronen die in organisaties leiden tot “de ongeschreven regels van het spel”, patronen waardoor sommige bedrijven zichzelf belangrijker gaan vinden dan hun klanten en mensen die ambtenaren worden na een aantal jaren trouwe dienst regels belangrijker gaan vinden dan oplossingen. Dat zijn ook de patronen waardoor de bankiers van de werkelijkheid losgezongen raakten, wat corporatiebestuurders het spoor bijster raakten, politici in soundbytes zijn gaan praten en hypen en media denken dat we gelukkig worden door snelheid en oppervlakkigheid. De lone ranger ad 1. hierboven bestaat alleen in films, of is rijp voor de psychiater, al dromen veel jongens ervan er één te zijn en zijn ze dat ook minstens een paar momenten in hun leven. De zieke maffioos bestaat ook, maar ook die is gelukkig erg zeldzaam, evenals de pure homo economicus. De smoezenstapelaar die onder het vierde reactiepatroon ten tonele komt staat het dichtst bij ons stervelingen en is waarschijnlijk ook het vaakst in het wild aan te treffen. Dan moet de beloning exorbitant omdat je anders geen talent vangt en/of naar het buitenland jaagt. En krijg je geen opdrachten in Polen als je niet wat smeergeld… en als je daaraan meedoet wordt t weer eerlijk want doe je weer mee om je kwaliteit. En dan moeten we investeren in onderzoek in topsectoren omdat ze dat in Japan en China ook doen en moet je harder gaan selecteren anders komt je universiteit nooit naast Harvard. Groupthink en drogredeneringen om je geweten te sussen. We zijn er allemaal goed in, in alle hoeken van de samenleving

Menschliches, allzu Menschliches.. Als ik wielren-talent had gehad zou het me niet verbazen als ik had meegedaan… Als ik bankier was geworden, of commercieel directeur in Polen…. Maar dat maakt het nog niet verdedigbaar of goed. Dat maakt bestrijding en handhaving niet belachelijk. Ik wou alleen dat er wat meer compassie was… en respect voor de soms wat hypocriet overkomende worsteling rond bekennen. Want dat is zo moeilijk, op zich al, zeker na jaren zwijgen en ontkennen… en dan ook nog zonder klikken..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *