Af en toe heb ik de indruk dat er in de wereld van de management-litteratuur, cursussen en workshops, tests en coaching het onderwerp “Leiderschap” met stip op 1 staat. Het is een onderwerp dat boeit, complex is en van veel kanten benaderd kan worden. Leiderschap heeft ook vaak een prominente plek in carrière-idealen, niet alleen vanwege de financiële voordelen die het met zich brengt, maar er zit ook een soort romantiek omheen, iets met prestige of de trotse gevoelens van “de zilverrug” of het “alfa-mannetje”, iets bijna seksueels ook soms.
Ik vraag me wel eens af op welk moment in onze evolutie, nee, het ontstond zo laat dat ik beter van ontwikkeling kan spreken, het is ontstaan in de vanzelfsprekende vorm waarin wij het nu kennen. Heel lang hebben mensen in overzichtelijke groepen geleefd van ergens tussen de 40 en 150 mensen. Het waren groepen met een taakverdeling gebaseerd op geslacht en leeftijd en wat op talent. De ouderen hadden de meeste invloed, en over het algemeen was er onder de ouderen weinig hiërarchie. De sterksten waren belangrijk als er strijd was, de wijste als er konflikten waren waarbij geweld niet gebruikelijk was, er zullen organisatoren zijn geweest en zorgers, naast elkaar. Beslissingen werden door de oudsten in overleg en in openheid transparant genomen. Onder veel antropologen heerst de opvatting dat er weliswaar veel varianten in de wereld waren van het soort overleg en leiderschap, maar het beroemde overleg in de tipi van de indianen in Dances with wolves is een vaak voorkomende oervorm. Wie in dat soort samenlevingen goed om zich heen kijkt ontdekt dat heel vaak niet de leiders doorslaggevend zijn, maar de volgelingen. De volgers nemen waar wat leiders in hun wijsheid en overzicht in onderling respect willen en weten hoe zij, als verantwoordelijk mens die zijn plaats kent in de groep, moeten handelen. Leiden is dan geen opdrachten geven en controleren. Leiden is weten wat je plaats is, laten zien wat je belangrijk vindt en wat moeilijk en de verantwoordelijke leden van de groep doen wat er gedaan moet worden. Een overromantisch beeld ? Hoeveel mensen in kleine organisaties kennen hier de essentie niet van ?
Op een gegeven moment is leiderschap verbonden geraakt met grote materiële voordelen en met fysieke macht. Er zijn verhalen van kolonialiserende machten die de kracht hiervan begrepen en in de meer egalitaire culturen die ze wilden onderwerpen die materiële voordelen introduceerden. Het was daarna meestal snel gedaan met de democratische verhoudingen. Om te kunnen meeprofiteren of je hachje veilig te stellen ontstond een soort volgelingen dat gehoorzaamheid als spiegel van leiderschap uitvond. In bijna alle culturen die “succesvol” waren, de oude chinese, de perzen, etc., komen verhalen voor van machthebbers die na de bevrijding van hun volk zelf steeds rijker en despotisch werden en omliggende volken moesten knechten om hun dorst naar meer weelde en macht te stillen. Zolang we succes voornamelijk definiëren in termen van macht en weelde (en waar zou die definitie van succes nou zijn oorsprong vinden?) ontwikkelen we door aan een vorm van leiderschap die ertoe leidt dat we steeds hogere eisen moeten gaan stellen aan de man/vrouw aan de top. Vandaar die trainingen, als we het zelf niet kunnen maar het spel wel begrijpen kunnen we nog altijd rijk worden door ze te trainen of te coachen en erover te schrijven. Maar spannender lijkt me de vraag wat er wordt van de volgelingen in een dergelijk denken en handelen rond leiderschap.
Ik vermoed dat de gemiddelde leider het soort volgelingen zou wensen dat die oude leiders hadden: mensen met al hun zintuigen open, hen plek in het geheel kennend, die zonder dat je je in hen hoeft te verplaatsen om hun soort opdrachten te formuleren gaan doen wat nodig is. Volgelingen met een groot verantwoordelijkheidsbesef en met overzicht over de situatie.Volgelingen die weten dat als ze oud genoeg worden hun tijd komt en dus leergierig zijn en de invloed van de ouderen pas op de proef gaat stellen als zij eraan toe zijn zelf opgenomen te worden in de kring van ouderen. Ideaal toch ? Maar dat soort volgers hoort bij dat soort leiders en niet bij het soort dat we nu kennen, met bonussen en salarissen die 5 tot 20 keer het onze bedragen. Dat soort volgelingen hoort in gemeenschappen met veel minder accent op opdrachten en controle, zonder bureaucratie en gereglementeerde beloningsprikkels, zonder het georganiseerde wantrouwen van standaardprocedures en control, met mogelijkheid tot participeren in koersbepalende gesprekken. Dat soort volgers ontstaan in organisaties waarin je als heel mens met al je hebbelijkheden, talenten en hun tegendelen, je plek krijgt en niet ter discussie staat. En dat soort organisatie hebben we niet of nauwelijks meer, onder meer omdat we dat soort leiders niet meer hebben.
Het aardige is, dat het gepraat over leiderschap wel een beetje is gedemocratiseerd. Daardoor beginnen volgelingen er steeds meer in te geloven dat leiders belangrijker zijn dan volgers. Als een voetbalelftal slecht functioneert wordt de trainer ontslagen, terwijl hij geen stap verzet tijdens de wedstrijd. De spelers maken het resultaat, maar zelfs daar lijken sportpraatprogramma’s de mensheid ervan te overtuigen dat als de trainer iets niet kan, het elftal gelegitimeerd mag falen. En dus, als het elftal kampioen wordt, is de trainer geniaal, of niet ? Was het Michels of Cruijff? Het aureool om het idee ‘leiderschap’ wordt groter en stralender. Het aureool om de volgeling kleiner en doffer, ondanks dat we als toeschouwer wel weten dat het Cruijff was, of Messi gaat de leider op het podium. Als waar is wat ik vermoed, dan wordt het zelfbeeld van “the leadership” langzaam groter in de laatste decennia en dat van de volger kleiner. De volger voelt zich steeds vaker niet gezien, niet begrepen, niet gewaardeerd, ervaart zijn organisatie als gevangenis en onnodig log, bureaucratisch, met een overmaat aan control, met teveel administrateurs en overbodige leidinggevenden op verkeerde plekken. Steeds meer jong talent wordt ZZP-er omdat organisaties niet de plek zijn waar ze willen zijn, omdat ze niet door organisaties willen worden gedisciplineerd… wat zegt U dat ?
Het opleidingsniveau van jonge mensen neemt toe en het democratische web neemt een steeds prominentere plek in, in hun leven en denken. Met ‘Het Nieuwe Werken’ beginnen steeds vaker organisaties hun mensen de vrijheid te geven die past bij mensen die de volwassenheid hebben om goede keuzes te maken rond de vraag wat ze waar en wanneer precies doen. Wat hier aan het ontstaan is, is een erkenning van leiderschap in de vorm van, ieder mens wordt uitgedaagd de leider in zichzelf over zichzelf te ontdekken. We groeien door verbeterde opleidingen, internet, techniek en verstedelijking langzaam naar een nieuwe vorm van het oude volgelingschap, dat au fond leiderschap was in en over zichzelf. De vraag is, of het oude denken over leiderschap aan de top van organisaties dit soort positieve kracht blokkeert. Ik vermoed het wel. Als het denken over leiderschap niet snel verandert in denken over wat “volgen” is en wat daarvoor nodig is, hoe je als leider ‘dient’ bij de ontwikkeling van het leiderschap van je volgelingen, gaat er iets mis. Grote organisaties zullen nog meer onbestuurbaar worden dan ze nu zijn. Het talent zal organisaties verlaten en zich verhuren aan de meest inspirerende opdrachtgever die hun zelfstandigheid erkent. Het soort leiderschap dat nu nog miljoenen oplevert aan de mensen die op de bij behorende stoelen passen zal in de komende tijd snel een achterhaalde illusie kunnen worden. Als ik profielschetsen zie van mensen bovenin organisaties is van dit soort denken nog niet al te veel doorgedrongen. HRM-afdelingen volgen hun oude leiders en faciliteren hun kloongedrag
Leiderschap moet opnieuw worden uitgevonden, door te redeneren vanuit een vernieuwd denken over werknemer zijn, lid van een organisatie, over het ‘leiderschap’ dat inherent is aan “volgen” en vandaar verder omhoog. Want zonder kernen in de beslissingsmacht, zonder kernen in sturen en controle kunnen we niet, maar het moet wel behoorlijk anders langzamerhand. Zo niet wordt al dat gedoe over leiderschap een gevaarlijke illusie die niet meer past in onze tijd…